Universiteiten verantwoordelijk voor werkdruk promovendi
Onlangs verscheen er een Vlaams onderzoek naar de werkdruk onder promovendi. Hieruit bleek dat een groot deel van de jonge wetenschappers op universiteiten gezondheidsrisico’s lopen. Voor de Frank Futselaar (SP) was dit reden genoeg om Kamervragen te stellen aan minister Bussemaker. Nadat de minister Bussemaker het antwoord op deze vragen eerder had uitgesteld heeft zij deze nu naar de Kamer gestuurd.
De minister erkent dat dit Vlaams onderzoek ook betrekking kan hebben op Nederland. “Uiteraard zijn psychische gezondheidsklachten niet alleen te herkennen in Vlaanderen en kunnen ook in Nederland promovendi te maken hebben met spanningsklachten.”
De minister wijst daarbij op verschillende oorzaken van psychische klachten onder promovendi. “De ervaren werkdruk is het gevolg van de door de werkgever gecreëerde arbeidsomstandigheden, waarbij de verantwoordelijkheid voor het verbeteren van deze omstandigheden bij de werkgever zelf ligt.”
Oorzaken werk gerelateerde stress
De minister zie ook andere, culturele, oorzaken van werkgerelateerde stress. “Zo kan een promovendus afkomstig uit het buitenland spanningen ervaren in relatie tot de noodzakelijke aanpassingen aan de Nederlandse samenleving of in relatie tot het leren van een vreemde taal tijdens de promotie.” Het aantal buitenlandse promovendi nam volgens het CPB tussen 2005 en 2013 met ruim 1600 toe.
Op de vraag van Futselaar of in Nederland een soortgelijk onderzoek moet komen als in Nederland zoals het Promovendi Netwerk Nederland bepleitte is Bussemaker terughoudend. “Het Vlaamse onderzoek kan als eye-opener dienen voor de Nederlandse instellingen. Ik zie het als de verantwoordelijkheid van de instellingen om te bepalen of een landelijk onderzoek nodig is naar eventuele werkgerelateerde psychische gezondheidsklachten onder hun werknemers in het algemeen en onder promovendi in het bijzonder.”
Ook de behoefte onder promovendi om carriere te maken kan tot werkdruk leiden. “Overigens lijkt voor veel promovendi te gelden, dat ze in hun leven – en hun onderzoek sterk gefocust zijn op het doel om carrière te maken binnen de academische wereld na hun promotie. Het kan ertoe leiden dat veel universitaire medewerkers zich zo veel mogelijk op onderzoek richten. Soms vatten zij het onderwijs op als een verplichting die ten koste van hun onderzoek gaat, soms gaat onderwijs ze aan het hart maar zijn ze voor hun carrièreverloop min of meer gedwongen om het onderzoek te laten prevaleren.”
Instellingen aan zet
De hoop van de minister om dit probleem aan te pakken is gevestigd op de cao-afspraken waarin is afgesproken dat universiteiten actie ondernemen tegen werkdruk. “In de cao-onderhandelingen van de universiteiten is overeengekomen dat iedere universiteit vóór eind 2017 een werkplan over werkdruk en duurzame inzetbaarheid opstelt in samenspraak met het Lokaal Overleg. Ik ga ervan uit dat hierin ook aandacht wordt gegeven aan het voorkomen van psychische gezondheidsklachten als gevolg van een te hoge werkdruk.”
Met die cao-afspraak in het achterhoofd wil de minister dan ook graag de verantwoordelijkheid voor het tegengaan van werkdruk bij instellingen laten. “Ik zie het als de verantwoordelijkheid van de instellingen om voorstellen te ontwikkelen die de werkdruk bij hun medewerkers verminderen. Ik ben dan ook verheugd dat dit thema door hen is opgepakt. In de cao-onderhandelingen van de universiteiten is door alle partijen geconstateerd dat medewerkers ervaren dat de werk- en prestatiedruk de afgelopen jaren is toegenomen.”
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap