Leenstelsel laat financiële sporen na in het hbo

Nieuws | de redactie
23 augustus 2017 | Universiteiten zitten ruim bij kas, terwijl er financiële krapte ontstaat in het hbo. Door het leenstelsel verwelkomt het hbo minder studenten, en dat betekent dat er vanuit OCW minder geld wordt uitgekeerd. Universiteiten weten daarentegen hun inkomsten veilig te stellen door meer internationale studenten te trekken.

ScienceGuide heeft de jaarverslagen van alle bekostigde hoger onderwijsinstellingen geanalyseerd. In grote lijnen komt daaruit naar voren dat het hbo over het algemeen te kampen heeft met financiële tegenvallers en dat er op universiteiten juist overschotten ontstaan. Veel hbo-instellingen houden in 2016 minder geld over dan zij aanvankelijk hadden begroot.

Het is duidelijk dat het leenstelsel ook haar financiële sporen nalaat in de huishoudboekjes van het hbo. Dit valt te zien bij een scala aan hogescholen, van kleine mono-sectorale pabo-instellingen tot een aantal kunsthogescholen. Ook de grote hbo-instellingen worden geraakt. Zo heeft Avans voor het eerst in haar geschiedenis een negatief resultaat geboekt.

Ook Inholland, Saxion, iPabo, Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, Hanzehogeschool, Hogeschool Rotterdam, Windesheim, de Christelijke Hogeschool Ede en de Haagse Hogeschool houden minder geld over dan begroot. Die laatste heeft recent aangekondigd daar ook consequenties aan te verbinden en te gaan bezuinigen. De HHS heeft een negatief resultaat geboekt van €11,3 miljoen, €6 mln. meer dan begroot. Eerder bezuinigden ook al de HAN en Windesheim. 

Minder studenten door leenstelsel

De financiële problemen in het hbo hebben te maken met de invoering van het leenstelsel in 2015. Na decennia van groei op de hogescholen is er sinds 2015 een trendbreuk. Met het leenstelsel is de groei met een schok tot stilstand gekomen. De scherpe daling van de studenteninstroom in 2015 hadden de rekenmeesters van OCW niet verwacht. Zij gingen er bij de referentieramingen voor 2015 nog vanuit dat de instroom ondanks het leenstelsel zoals voorgaande jaren gestaag zou groeien. 

Lees verder over de effecten van het leenstelsel in onze analyse van de beleidsmonitor. 

De instroom in het hbo daalde met 8% waardoor referentieraming van OCW van de studenteninstroom in het hbo voor de toekomst naar beneden is bijgesteld. Deze daling herstelde wel iets in 2016, maar de verwachte groei, zoals geraamd in 2014, bleef uit. Hierdoor is het macrobudget voor het hbo gedaald en dit blijft de komende jaren dalen. Volgens de Haagse Hogeschool betekent deze bijstelling voor het gehele hbo een korting van €45 miljoen in 2016, oplopend tot €153 miljoen in 2020. 

Door de korting op het macrobudget worden ook hogescholen financieel getroffen die nauwelijks of geen daling hebben gezien van de studenteninstroom. Dit is onder andere het geval bij bij de kunsthogescholen of bijvoorbeeld de hogeschool Windesheim. De studentenaantallen bij de laatste hogeschool stegen tegen de trend in gestaag, maar de instelling moet wel een korting van OCW incasseren van €3,6 miljoen. 

Financiële meevaller voor universiteiten 

Universiteiten kunnen daarentegen rekenen op een hogere rijksbijdrage. Het leenstelsel had hier geen gevolgen voor de instroom van het aantal studenten, daarnaast konden de universiteiten meer studenten verwelkomen juist door de sterk toegenomen internationale instroom. Hierdoor is de referentieraming van OCW voor universiteiten juist naar boven bijgesteld, waardoor het macrobudget voor het academisch onderwijs steeg. Dit betekent dat er per student meer geld naar het wo gaat, en dat bracht in 2016 al financiële meevallers met zich mee. 

Ook sommige universiteiten komt er door de bijstellingen van de referentieraming meer geld bij dan begroot. De VU bijvoorbeeld krijgt dit jaar €5,6 miljoen meer binnen en ook de Universiteit Leiden kon op €4,6 miljoen meer rekenen dan het jaar daarvoor. Uitschieters zijn er ook, zoals de TU Delft, die heeft over het boekjaar 2016 een positief resultaat behaald van €19 miljoen. 

Toch is er volgens de TU Delft voor de komende jaren een tekort en zijn ze momenteel, “in gesprek met de minister van OCW om tot beleidsrijke ingrepen te komen of om vanuit ministerie extra middelen beschikbaar te stellen,” zo staat in het jaarverslag. Een andere universiteit die rooskleurige cijfers laat zien is de Erasmus Universiteit, die behalen deels door incidentele meevallers en een positieve bijstelling van het macrobudget een positief resultaat ten opzichte van de begroting van €35,1 mln. 

De Universiteit Maastricht houdt er rekening mee dat de middelen van structurele aard zijn, zo meldt de UM in het jaarverslag: “De middelen die in 2016 beschikbaar zijn gekomen op titel referentieraming (studentenvolume) hebben een structureel karakter en nemen in omvang toe vanaf 2017. De invoering van de Wet Studievoorschot heeft niet geleid tot de door het ministerie van OCW verwachte gedragseffecten van studenten.” 

Internationalisering

Hogescholen weten nauwelijks te profiteren van de toenemende internationalisering. Een positieve uitschieter is de Hanzehogeschool, die wist met 820 internationale studenten 32% meer studenten te trekken in 2016 t.o.v. 2015.  De UTwente kende een stijging van ruim 40% meer internationale studenten. De verwachting van OCW is dat deze stijging van het aantal internationale studenten de komende jaren zal doorzetten. Daarmee blijft de bekostiging voor het wo stijgen. 

Aan de andere kant blijkt uit de ramingen van OCW dat zij een permante daling voorzien in het hbo, daardoor loop het macrobudget de komende jaren ook nog terug daar. Het is dan ook goed mogelijk dat de ramingen voor 2017 voor het hbo die dit najaar uitkomen ook weer naar beneden worden bijgesteld, met financiële consequenties als gevolg. 

Regionale krimp 

De daling van de studenteninstroom wordt de komende jaren versterkt door demografische krimp, zeker aan de randen van Nederland. Zo houdt Hogeschool Zeeland rekening met een krimp over de komende 15 jaar van 19 procent. Ook aan de andere kant van het land bij de HAN wordt er rekening gehouden met een krimp op de midden lange termijn. 

Soortgelijke trends zien ook hbo-instellingen in het noorden van het land. Stenden en de Hanzehogeschool houden rekening met een daling van het aantal studenten, ook Hogeschool Zuyd verwacht een krimp in de studentenaantallen. Daarom wordt er op die hogeschool voorzichtig begroot en is men terughoudend met het aannemen van nieuw personeel. Veel hogescholen gaan dan ook werken met een grotere flexibele schil bij het personeelsbestand om aankomende tegenvallers in de studenteninstroom beter op te kunnen vangen. Hogeschool Zeeland klaagt in hun jaarverslag dat de nieuwe Wet Werk en Zekerheid dit niet makkelijker heeft gemaakt. 

De Radboud Universiteit voorziet ook effecten van demografische krimp op de instroom, maar wil dit opvangen met een gestage groei van het aantal studenten die van buiten de Europese Economische Ruimte komen en ook het verhoogde instellingscollegegeld moeten betalen. Ook de RUG kiest voor dit pad.  “Daarom kiest de RUG voor een verdere internationalisering van de instelling, zodat het aantal internationale studenten stijgt en uiteindelijk de daling in Nederlandse studenten compenseert. Deze trend van internationalisering in het hoger onderwijs is ook terug te zien in de referentieraming 2016 van het ministerie van OCW. Hier wordt voor het WO in meerjarenperspectief per saldo een jaarlijkse groei van studenten verwacht van ongeveer 2%.” 

Onzeker over studievoorschot

Hoewel vrijwel alle instellingen uitgebreid stilstaan bij de voorinvesteringen in de kwaliteit van het onderwijs, zoals bij de totstandkoming van het studievoorschot was afgesproken lijken niet alle hoger onderwijsinstellingen van mening te zijn dat vaststaat dat OCW ook boter bij de vis zal doen. 

De HAN vreest dat de opbrengsten van het studievoorschot niet automatisch worden ingezet voor het hoger onderwijs. “Middelen kunnen op basis van politieke besluitvorming bijvoorbeeld ook (gedeeltelijk) worden ingezet om kosten van de OV-kaart voor mbo-studenten te dekken.” 

De Christelijke Hogeschool Ede maakt zich ook geen illusies en houdt er rekening mee dat de opbrengsten van het studievoorschot niet terugkomen in het hoger onderwijs. “De opbrengsten uit het sociaal leenstelsel worden verwacht in 2018, maar daar rekent de CHE zich niet rijk mee.” Uit de risicoanalyse van de Haagse Hogeschool blijkt dat zij het risico middelgroot inschatten dat de opbrengsten van het studievoorschot niet daadwerkelijk terugkomen in de hogeschool. 

Niet alleen hogescholen ook universiteiten houden rekening met een wijziging van beleid ten aanzien van de studiefinanciering. De UvA heeft in haar risicoparagraaf opgenomen dat het leenstelsel deels zou kunnen worden teruggedraaid. Ook sluit men in de hoofdstad niet uit dat de OV-kaart versoberd gaat worden door een nieuw kabinet, waardoor dit negatief kan uitpakken voor de studenteninstroom. 

Daarmee komt een algemeen beeld naar voren dat universiteiten de komende jaren er financieel gunstig voorstaan, maar hogescholen moeten de komende jaren op rekenen dat er nog meer financiële tegenvallers komen, omdat de studenteninstroom naar beneden wordt bijgesteld. Zodoende wordt langzaamaan duidelijk wat het effect van het leenstelsel is op de financiele gezondheid van onderwijsinstellingen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK