Hogescholen liggen dwars bij soberder declareren

Nieuws | de redactie
21 september 2017 | De Inspectie van het Onderwijs vindt dat bestuurders van de Universiteit Utrecht soberder moeten declareren. Dit naar aanleiding van berichten over hoge declaraties van vliegtickets en hotelovernachtingen. De minister wil nu uniforme afspraken in het hoger onderwijs, maar de VH ziet hier vooralsnog vanaf.

In 2016 ontstond ophef over declaraties van het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht. Er verschenen verschillende mediaberichten over de declaraties van de leden van het College van Bestuur van de UU aan ‘dure’ vliegtickets en overnachtingen in ‘prijzige’ hotels in het buitenland. Naar aanleiding van deze berichten stelden de Kamerleden Jasper van Dijk (SP) en toenmalig VVD-Kamerlid en toekomstig VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg Kamervragen. In reactie op die vragen vroeg de minister de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek uit te voeren.

Niet alle declaraties doelmatig

De Inspectie concludeert nu dat veel van de declaraties doelmatig waren, maar dat er ook een paar tussen zaten die niet door de beugel kunnen. Het gaat hier om mobiel datagebruik in twee dienstauto’s van €13.500 en taxikosten van €12.291, die in 2015 zijn gemaakt. 

Daarnaast vindt de Inspectie dat er bij enkele diners wel erg dure flessen wijn zijn genuttigd van in totaal €512. Ook wijst de Inspectie op dure businessclassvluchten en hotelovernachtingen in 2014 en 2015(bij elkaar bijna €40.000). Ook zijn er een aantal declaraties die onvoldoende helder zijn waardoor de Inspectie niet kan beoordelen of deze doelmatig zijn geweest.

De Inspectie is dan ook tot de conclusie gekomen dat de bestuurders van de UU meer soberheid zouden moeten betrachten bij hun declaraties en doelmatiger om moeten gaan met de publieke middelen. De Inspectie geeft daarom de de Raad van Toezicht van de UU de overweging mee om scherper toe te zien op de declaraties van de UU-bestuurders.

Onacceptabel gedrag

In de reactie op het Inspectieonderzoek laat de minister weten dat de RvT van de UU hier steken heeft laten vallen. “Ik vind dit niet acceptabel. Gezien eerdere afspraken, ben ik van mening dat de bestuurders van de UU meer soberheid moeten betrachten bij hun declaraties en doelmatiger moeten omgaan met de (publieke) middelen. De raad van toezicht moet hier scherper op toe zien. “

De demissionaire minister van onderwijs geeft aan dat er spaarzaam moet worden omgesprongen met de onderwijsmiddelen. “Niet alleen omdat het om publieke middelen gaat, maar ook omdat het (zeker in het onderwijs) om schaarse middelen gaat. Bestuurders behoren hierbij een voorbeeldfunctie te vervullen. Het is van doorslaggevend belang dat bestuurders moreel kompas tonen.” 

De minister geeft daarbij wel aan  dat er geen wettelijk kader is en zij daarom wat betreft deze specifieke casus in Utrecht niet veel kan doen. “De Inspectie [heeft] aangegeven dat het niet mogelijk is de exacte omvang van de (mogelijk) ondoelmatige uitgaven vast te stellen. Dat maakt het moeilijk om tot terugvordering over te gaan.” 

De minister wil daarom dat de sector zelf aan de slag gaat met nieuwe regels omtrent declaraties. “Naast de verantwoording van declaraties gaat het mij ook om de hoogte van de declaraties, waarbij uiteraard soberheid en doelmatigheid de boventoon moet voeren. Daarom heb ik er in 2016 tevens bij de raden van toezicht van universiteiten en bij de Vereniging Hogescholen op aangedrongen te komen tot een uniforme regeling over de hoogte van de declaraties.”

Universiteiten hebben hier positief op gereageerd volgens de minister. “De raden van toezicht van de universiteiten hebben mij hierop gemeld dat ze werken aan een dergelijke uniforme regeling, het streven is dat de regeling per 1 januari 2018 van kracht wordt.”

Geen gehoor bij hogescholen

Bij de Vereniging Hogescholen en bij de raden van toezicht van hogescholen kreeg de minister met haar oproep nul op het rekest. “De Vereniging Hogescholen en de raden van toezicht van de hogescholen hebben aangegeven vooralsnog geen intentie te hebben om een dergelijke regeling op te stellen. Ik betreur dat, want ik hecht veel waarde aan een uniform reglement voor de hoogte van de declaraties bij hogescholen en universiteiten, omdat dit leidt tot transparantie en eenduidigheid tussen instellingen onderling. Daarnaast maakt een dergelijk kader het in de toekomst mogelijk om de exacte omvang van ondoelmatige uitgaven vast te stellen, zodat dan indien nodig ondoelmatig bestede middelen kunnen worden teruggevorderd.”

De minister doet nogmaals een oproep aan de sector anders sluit ze wettelijke maatregelen niet uit. “Ik roep de raden van toezicht in het hbo en wo op om snel te acteren. Mocht dit wederom niet tot een concreet resultaat leiden, dan kunnen er maatregelen worden genomen waarbij het als uiterst middel wettelijk geregeld zal worden.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK