Leernetwerken oplossing tekort wijkverpleegkundigen?

Analyse | de redactie
28 september 2017 | Terwijl staatssecretaris Van Rijn de Kamer geruststelt over de arbeidsmarktagenda 2023, presenteert NIVEL een eerste evaluatie van één van de stimuleringen die zijn opgezet: de leernetwerken. Het ministerie schat het tekort aan zorgprofessionals op 125 duizend in 2022.

In reactie op mediaberichten dat patiënten niet thuis kunnen sterven vanwege een tekort aan verpleegkundigen, geeft staatssecretaris Van Rijn deze week in een Kamerbrief een tussenstand van de initiatieven die zijn gedaan om dit tekort aan verpleegkundigen in Nederland op te vangen.

Volgens beroepsvereniging V&VN (Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland) is er met name een groot tekort aan wijkverpleegkundigen. De 8500 wijkverpleegkundigen in Nederland zijn met te weinig om de grote zorgvraag in de wijken op te vangen. In 2019 zijn er ruim 12 duizend wijkverpleegkundigen nodig.

Naast de initiatieven die de staatssecretaris in zijn brief beschrijft ontvingen hogescholen twee jaar lang ZonMw subsidie om leernetwerken in de wijk op te zetten, en zo het vak van wijkverpleegkundige populairder te maken en een tekort op te vangen. De belangrijkste resultaten zijn gemonitord door NIVEL, het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg.

1,5 miljoen van ZonMw voor hogescholen

Wijkverpleegkundige is geen populair vak, studenten kiezen vaak voor een carrière als verpleegkundige in een ziekenhuis. Daarnaast heeft de verschuiving binnen de langdurige zorg, van intramurale zorg (zorg in een verpleeghuis) naar zorg aan huis, gevolgen voor de wijkverpleegkundigen en de hbo v-opleidingen. Van cliënten wordt er gevraagd om zelfstandiger en zelfredzamer te zijn en wijkverpleegkundigen moeten hen hierbij ondersteunen. Dit vraagt om andere competenties voor de wijkverpleegkundigen die al werkzaam zijn en die nu worden opgeleid.

Elf hogescholen ontvingen twee jaar lang ZonMw subsidie om leernetwerken in de wijk op te zetten, en zo het vak van wijkverpleegkundige populairder te maken en een tekort op te vangen. ZonMw investeerde in de periode 2015 tot 2017 €1,5 miljoen in de elf netwerken tussen hogescholen, zorgorganisaties in de wijk met als doel een duurzame verbinding te leggen tussen praktijk en onderwijs. In de tweede fase, waarin het project zich nu bevind, zijn ook mbo-opleidingen in de leernetwerken betrokken.

Duobanen docenten en wijkverpleegkundigen

NIVEL hield twee jaar de vinger aan de pols en brengt nu de resultaten. Bijna alle plannen van de leernetwerken zijn gerealiseerd, zoals thema- en intervisiebijeenkomsten (minder deelnemers dan verwacht), het ontwikkelen van onderwijsmateriaal, digitale platforms en publicaties. De leernetwerken willen specifieke competenties, die nodig zijn wanneer zorgvragers langer thuis wonen, ontwikkelen. Uit de monitor van NIVEL blijkt dat de competenties rondom de zelfredzaamheid en het zelfmanagement van cliënten is versterkt.

Zo heeft de Hogeschool Arnhem-Nijmegen ervoor gekozen om docenten mbo/hbo en (wijk)verpleegkundigen/verzorgende 3 IG samen te laten werken in zogenaamde duobanen. De wijkverpleegkundige nam actief deel aan het onderwijs en de docent keek mee in de cliëntenzorg. Vragen uit de praktijk worden direct  omgezet naar onderzoeksvragen of stageopdrachten.

Bij Saxion maken studenten al vroeg kennis met de wijk door  WijkLink , met onder andere  een game waarin ze virtueel een wijkteam runnen. Via casussen die opgehaald zijn in de wijk worden studenten geconfronteerd met situaties waar ze een oplossing voor moeten vinden.

De netwerken moeten een oplossing gaan bieden voor het tekort aan wijkverpleegkundigen. Tegelijkertijd is dit tekort een obstakel voor het voortbestaan van de netwerken zelf. De wijkverpleegkundigen zijn op dit moment al overvraagd en hebben vaak weinig tijd om te participeren in de netwerken met de opleidingen. NIVEL geeft dan ook aan dat er nog niet met zekerheid gezegd kan worden of de netwerken, aan het eind van de projectperiode wanneer de ZonMw subsidie stopt, zullen blijven bestaan. Of de investering van €1,5 miljoen succesvol is geweest, zal nog moeten blijken.

Meer samenwerking

Uit de Kamerbrief van staatssecretaris Van Rijn blijk dat er naast de leernetwerken lopen er verschillende andere initiatieven gericht op samenwerking tussen onderwijs en praktijk, zowel op regionaal als op wijkniveau. Zo zijn er met behulp van een investering van €125 miljoen tussen 2014 en 2018 vanuit het Regionaal Investeringsfonds mbo 15 samenwerkingsverbanden van mbo en zorginstellingen tot stand gekomen.

Naast de leernetwerken en deze samenwerkingsverbanden loopt er ook een stimulering vanuit Den Haag voor 17 zorgpacts: regionale samenwerking tussen zorg, onderwijs en overheden gericht op innovatie.Oud-vakbondsman Doekle Terpstra is aanjager van de zorgpacts en heeft een kleine groep ambtenaren van de ministeries VWS, SZW en OCW voor dit initiatief tot zijn beschikking.

Er is geen budget te verdelen vanuit de zorgpacts, maar een overzicht van alle regelingen van ministeries van OCW, VWS en SZW biedt regionale partners inzicht in financieringsmogelijkheden vanuit andere projecten en programma’s. De wijkdocent is een product dat in het zorgpact centraal staat, kennis en praktijk komen zo samen in de wijk. Het zorgpact is in 2015 gestart en zal in ieder geval nog doorlopen tot 2018.

Verder bespreekt de Kamerbrief resultaten van de arbeidsmarktagenda 2023; afspraken die zijn gemaakt samen met werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties en onderwijskoepels, om een grote instroom van zorgverleners, zij-instromers vanuit andere sectoren en of mensen die al eerder in de zorg hebben gewerkt. Voor de omscholing in bijscholing van deze laatste groep is 347 miljoen beschikbaar gesteld.

Numerus fixus hbo-v

Concrete maatregelen in de onderwijsketen zijn met name bedoeld om het aantal stageplekken te vergroten. De roadshow stages wijkverpleging en stageconcepten voor wijkverpleegkundigen zijn enkele voorbeelden van oplossingen op regionaal niveau. Verder hebben werkgevers concrete toezeggingen gedaan over het creëren van stageplekken. Zo hebben werkgevers in Noord-Brabant in het actieplan Zonderzorg 2020 afgesproken dat er 15 stageplaatsen komen per 100 zorginhoudelijke werknemers.

De staatssecretaris geeft aan dat de interesse in de zorgopleiding aanzienlijk is toegenomen, met een stijging van hbo-studenten van 5.000 in 2014 naar 6.600 in 2016. Onderzoek van het ministerie van VWS wees deze stijging in 2016 aan al aan. Samen met het aantal mbo-studenten komt dit uit op 10.500 studenten in 2016. Deze cijfers van DUO geven verder aan dat er komend jaar 2.000 extra studenten opgeleid gaan worden. De groei van het aantal studenten moet volgens het ministerie wel beheerst gaan, met het oog op behoudt van kwaliteit. Vanuit deze motivatie zijn er hbo-opleidingen die vanaf volgend jaar weer een numerus fixus instellen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK