Kamer wil concretere bekostigingsvoorstellen OCW

Nieuws | door Frans van Heest
12 oktober 2017 | De Tweede Kamer is niet tevreden over de bekostigingsvoorstellen van de minister en willen dat deze meer worden uitgewerkt en in het voordeel komen van technische universiteiten.

“De weerstand van instellingen mag nooit leidend zijn in de keuzes ten aanzien van de herverdeling van middelen.” De ChristenUnie pleit ervoor om het bekostigingssystematiek van het hoger onderwijs om te gooien ten gunste van techniek. Ook andere politieke partijen willen een nieuwe vorm van bekostiging.

Onlangs verscheen er een brief van het kabinet over de bekostigingssystematiek van het hoger onderwijs. In deze brief presenteerde de minister van OCW een aantal bekostigingsmodellen waar een nieuw kabinet mee aan de slag zou kunnen gaan.  De Kamer had gevraagd om deze brief omdat technische universiteiten een numerus fixus moesten instellen omdat zij de toestroom van nieuwe studenten niet konden financieren, zo zeiden zij.

Lees hier de speciale nieuwsbrief over bekostiging terug.

De brief van de minister werd niet door alle politieke partijen positief ontvangen, daarom heeft de Kamer nog een reeks schriftelijke vragen gesteld. Zoals al eerder vraagt de ChristenUnie of de verhouding in het verdelen nog wel evenredig is verdeeld. Is de Minister met deze leden van mening dat de verhouding tussen de bekostiging van gammawetenschappen en bètawetenschappen zoek is?”

Wil Nederland in de toekomst sterk zijn?

Ook de VVD heeft op dit punt vragen aan de minister: “De leden concluderen […] dat Nederlandse wetenschapsfinanciering relatief veel inzet op gammawetenschap en relatief beperkt op bètawetenschap. De grootste groei van wetenschappelijk personeel in gamma was (+36 procent 2005–2015) en het laagst in bèta (+11 procent 2005–2015). Deelt de Minister de mening van de leden dat de inzet van wetenschapsgeld als uitkomsten van het verdeelmodel getoetst moeten worden aan de doelstellingen die Nederland heeft, bijvoorbeeld die uit de Nationale Wetenschaps Agenda en de kennisgebieden waar Nederland in de toekomst sterk op wil zijn? “

Het stoort de ChristenUnie ook dat het techniekonderwijs te lijden heeft onder de huidige bekostigingssystematiek. “Het techniekpact werpt zijn vruchten af. Dit leidt tot een toename van studentenaantallen en heeft grote impact op de instellingen, zeker in onderwijsintensieve gebieden, zoals het techniekonderwijs. Het techniekpact lijkt aan zijn eigen succes ten onder te gaan, nu een aantal instellingen een numerus fixus heeft moeten instellen.”

Daarom wil de ChristenUnie ook dat de minister op korte termijn ingrijpt. “Dit jaar was het aantal aanmeldingen voor een numerus fixusopleiding in de techniek, op het moment dat de inschrijving sloot, ongeveer 1000 hoger dan de beschikbare capaciteit. De leden vragen de minister of zij zich in deze cijfers herkent en of zij op deze cijfers wil reageren. Wat doet de minister om de capaciteit van deze opleidingen op korte termijn te vergroten?”

De ChristenUnie wil daarom dat de minister verder gaat dan in haar brief en met budget neutrale oplossingen komt voor specifiek de 4TU. Kan de Minister aangeven wat het budgettair beslag is als bètaopleidingen worden ingedeeld in de ‘topcategorie’ ([red.](even als geneeskunde met een factor 3 worden bekostigd) en het daarbij behorende tarief ontvangen? Kan de Minister inzichtelijk maken wat de herverdeeleffecten zijn als dit budgetneutraal wordt uitgevoerd? Is de minister bereid voorstellen hiertoe te doen?

Internationaal netto betaler

Alhoewel de VVD een groot voorstander is van internationalisering zegt de fractie in de analyse van OCW wel het effect van de internationale instroom van studenten op de bekostigingssystematiek te missen. “De groei van het aantal internationale studenten is de laatste jaren groot. Deze leden juichen dit toe. Tegelijkertijd constateren deze leden dat het aantal Nederlandse studenten dat in het buitenland gaat studeren lager is dan de inkomende studenten.”

De liberale fractie wil dan ook een analyse zien van het ministerie over de financiele effecten van deze stromen “In hoeverre zitten deze inkomende – en uitgaande studentenaantallen in de bekostiging verwerkt en hebben zij een effect op de ruimte die er is? Kan de Minister haar appreciatie geven of het bekostigingsmodel past in een tijd met steeds meer internationalisering, iets wat de leden op zich ondersteunen, maar wat knelpunten zou kunnen veroorzaken bij het handhaven van de traditionele bekostigingssystematiek?”

Het CDA was al eerder kritisch op het feit dat internationale studenten concurreren met Nederlandse studenten om een plaats bij technische fixusopleidingen. Het CDA zwakt deze kritiek nu iets af, maar wil van de minister weten of Nederlandse studenten niet alsnog voorrang kunnen krijgen op studenten van buiten de Economische Europese Ruimte. Daarmee zijn immers geen afspraken gemaakt over studentenuitwisseling in verband met het Bologna-akkoord.

Het CDA wil dat instellingen hierin ook een verantwoordelijkheid nemen.  “Kan de minister aangeven welk deel van de stijging wordt veroorzaakt door respectievelijk Nederlandse studenten, studenten uit EER-landen en studenten uit niet-EER landen. Kan dit ook worden uitgesplitst voor de technische studies? Kan de Minister tevens aangeven hoeveel meer Nederlandse studenten aan een technische studie kunnen beginnen als zij voorrang krijgen op studenten uit niet-EER landen? Is de minister vanuit haar stelselverantwoordelijkheid ook bereid de instellingen op dit laatste punt aan te spreken?”

Ook de SP die zich al eerder kritisch uitliet over de toename van de internationale instroom vraagt aan de minister wat de effecten hier van zijn op de bekostiging. “Vindt de minister het nog steeds wenselijk dat universiteiten zo sterk inzetten om studenten in het buiteland te werven. Wat betekent deze groei van buitenlandse studenten voor de financiële positie van universiteiten en voor de bekostiging van wetenschappelijk onderzoek? Kan de minister de beantwoording toelichten aan de hand van enkele rekenvoorbeelden, zo vragen de leden. “

Mobiliteit en doorstroom

Een aantal fracties stuurde ook vragen in over tweedekans studenten, dat zijn studenten die al elders een opleiding hebben gevolgd, maar waar instellingen niet de volle bekostiging voor krijgen. De VVD ziet hier wel een oplossing voor. “Zal de druk op het systeem en met name aangaande de ‘tweedekans’ studenten, enorm afneemt als de uitval en switch ook daalt. Kan de minister becijferen hoeveel het hogescholen en universiteiten oplevert als ze het aandeel switchers en uitvallers weten te verminderen?”

Lees verder over de problematiek rond de bekostiging van ‘tweedekans’ studenten.

Ook GroenLinks wil weten wat het effect zal zijn als alleen de bekostiging voor de nominale studieduur wordt losgelaten. “De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister of zij verwacht dat als het systeem van nominale kosten losgelaten wordt, instellingen actiever zullen proberen om uitval tegen te gaan en iedere studenten met een diploma de opleiding te laten verlaten.”

De ChristenUnie uit haar zorgen over de maximering van het collegegeld voor schakeltrajecten en vragen aan de minister wat hier het effect van zal zijn. “De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de Minister in haar brief schrijft dat ook voor studenten die een schakeltraject tussen het hbo en wo volgen, instellingen geen bekostiging ontvangen. De tarieven voor studenten aan deze schakeltrajecten zijn gemaximeerd en worden vanaf september 2017 verder gemaximeerd naar maximaal het wettelijk collegegeld. Ziet de Minister mogelijkheden om instellingen die onevenredig belast worden hierin tegemoet te komen?”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK