Pabo’s: tussen kwaliteit en kwantiteit

Analyse | de redactie
12 oktober 2017 | Wie docent in het basisonderwijs wil worden heeft keuze uit verschillende routes in zowel het hbo als het wo. Met het huidige lerarentekort lijkt elke weg naar Rome een welkome toevoeging, maar hoe complementair zijn die verschillende routes eigenlijk?
Klaslokaal

Sinds 1985 is de Pedagogische Academie voor Basisonderwijs (Pabo) de plek waar studenten in vier jaar een bevoegdheid tot docent – tegenwoordig Bachelor of Education – kunnen halen. Om het lerarentekort tegen te gaan zijn er sinds 2008 op verschillende plekken in Nederland tevens samenwerkingen ontstaan tussen universiteiten en hogescholen.

Op zes plekken zijn er daarom zogeheten ALPO’s opgericht: academische lerarenopleidingen primair onderwijs. In Leiden, Utrecht, Arnhem/Nijmegen, Amsterdam, Zwollen en Groningen kunnen studenten die van het vwo komen in vier jaar een pabo-diploma én een bachelor in de pedagogiek of onderwijskunde aan de universiteit behalen.

Kwantiteit en kwaliteit

“Het toerusten van leerkrachten met wetenschappelijke kennis over de pedagogische en onderwijskundige context waarbinnen de basisschool functioneert, verhoogt hun professionaliteit,” schrijft het netwerk waarin de academische pabo’s zich verenigd hebben. Daarmee lijken de opleidingen twee vliegen in één klap te slaan: docenten opleiden met een bredere academische vorming én ook vwo’ers verleiden tot het docentschap waardoor hoger opgeleiden voor de klas komen te staan.

Inmiddels zijn we bijna tien jaar verder en beginnen er ieder jaar ruim vierhonderd studenten aan een academische pabo. Toch is dit aandeel maar bescheiden ten opzichte van de totale instroom in opleidingen tot basisschoolleraar, zo’n tien procent van het totaal. Het blijkt vooral lastig om vwo-afgestudeerden te verleiden om zich te bekwamen tot leraar in het primair onderwijs, en ondanks hun succes lijken de ALPO’s daar weinig verandering in te brengen.

De Radboud Universiteit wil daarom via de driejarige bachelor pedagogische wetenschappen voor primair onderwijs meer vwo-gediplomeerden voor in het basisonderwijs op gaan leiden. Het eerste jaar van die opleiding is exact hetzelfde als pedagogische wetenschappen, maar de laatste twee jaar leiden specifiek op tot basisschoolleraar. Volgens de universiteit zijn er nu al zo’n 50 tot 100 studenten in het eerste jaar die volgend jaar graag die richting zouden kiezen.

Conflicterende belangen

Een universitaire pabo – naast de academische pabo – wordt de nieuwe opleiding al genoemd die door de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs al positief getoetst is op macrodoelmatigheid. Met name in het hbo wordt nu gevreesd dat de universiteiten zullen kannibaliseren op de reeds bestaande academische pabo’s.

“De universitaire pabo-opleidingen die nu ontwikkeld worden remmen de academische pabo’s in hun ontwikkeling of verdringen ze. Ook op andere vormen van samenwerking tussen universiteiten en hogescholen kan dat een weerslag hebben,” stelde de Vereniging Hogescholen eind 2016 al over de plannen van de Radboud Universiteit. De goedkeuring van de plannen leidde dan ook tot felle discussie.

Een zestal hogescholen (HvA, Hanze, HAN, NHL, Windesheim en Stenden) en drie universiteiten (UvA, VU en RUG) dienden bezwaar in bij de CDHO. Zij denken dat deze opleiding in kwantitatieve noch kwalitatieve zin een toevoeging op het bestel is. Ook is er kritiek op het aantal ‘vlieguren’ dat de studenten zullen maken voor de klas, maar de Radboud Universitiet verweert zich door te stellen dat deze studenten aanvullende, meer academische, kwaliteiten toevoegen aan het lerarenbestand.

In deze zaak wordt begin juli, na een hoorzitting, uitspraak verwacht. Als die uitspraak gunstig is voor de Radboud Universiteit, mag deze naar de NVAO om de opleiding officieel te laten accrediteren.

De lerarenagenda

Het plan voor een pabo die volledig in het wo wordt aangeboden komt oorspronkelijk van de VSNU en de PO-raad. “De academische pabo moet meer vwo’ers naar het basisonderwijs trekken. De komende tien jaar gaat een kwart van de basisschoolleraren met pensioen en door de hogere kwaliteitseisen van de pabo, is de uitstroom kleiner,” liet vicevoorzitter van de PO-raad Simone Walvisch vorig jaar al aan BNR weten.

Opvallend is de rol van UU-hoogleraar Theo Wubbels in de discussie waar universiteiten en hogescholen nu in verzeild zijn geraakt. Wubbels was in 2008 de grondlegger van de academische pabo, maar pleitte als kersvers trekker van de VSNU-lerarenagenda in 2014 al voor een wo-pabo.

“We zijn van plan om een universitaire lerarenopleiding voor het basisonderwijs te gaan maken. Dat is uiteraard een ingewikkelde zaak, want dat vond de Vereniging Hogescholen helemaal niet zo leuk. Maar volgens ons kunnen een wo- en hbo-lerarenopleiding voor het PO naast elkaar bestaan”, stelde Wubbels eind 2014.

Nu 2,5 jaar later lijkt de visie van Wubbels handen en voeten te krijgen. Onder druk van het lerarentekort wordt er gezocht naar nieuwe aanvoerroutes voor jonge docenten. Een reden daarvoor kan liggen in de taal- en rekentoetsen die de Pabo in 2008 invoerde. De recent uitgekomen Monitor Beleidsmaatregelen 2016-2017 laat zien dat het aantal pabo-studenten afkomstig uit mbo en havo door de strengere toelatingseisen nog altijd niet op het niveau is van voor de invoering.

De Gelijke Kansen Agenda die OCW vorig jaar presenteerde probeert de doorstroom van mbo naar hbo weer op orde te krijgen, hetgeen lijkt te werken. Tegelijkertijd wordt ingezet op nieuwe manieren om ook de vwo-leerling tot het leraarschap te bewegen.

Hoewel PO-raad en VSNU aangeven dat de nieuwe opleiding van de Radboud Universiteit wel degelijk een ander soort studenten zal gaan aantrekken, luidt de verdediging van zowel de VSNU als de PO-raad. De PO-raad verwacht met de nieuwe Radboud-opleiding meer diversiteit in de docententeams te krijgen.

Werkdruk en laag salaris

Ondertussen vrezen de ALPO’s voor een kannibaliserend effect op hun reeds bestaande opleidingen. Afgaande op de cijfers uit de monitor kun je je afvragen hoe groot het potentieel aan pabo-studenten werkelijk is. De minimale stijging van het aantal pabo-studenten afkomstig uit het vwo sinds 2008 doet vermoeden dat de ALPO’s zelf ook een kannibaliserend effect hebben gehad op de reguliere pabo-opleidingen.

En misschien zijn het toch andere factoren die studenten er überhaupt van weerhouden leraar te worden in het basisonderwijs. De petitie van het #POfront waarin opgeroepen wordt om meer te investeren in het basisonderwijs is inmiddels ruim 250 duizend keer ondertekend. Een beter salaris, minder werkdruk en meer aanzien lijken de belangrijkste voorwaarden om een carrière in het primair onderwijs te overwegen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK