Wie begeleidt de promovendus in zijn loopbaan?

Voor carrièreadvies kan een promovendus niet bij de professor aankloppen

Opinie | door Chiat Cheong
14 november 2017 | In de aftrap van het promovendidiscours schrijven Lou de Leij en Marjan Koopmans dat in Nederland de ontwikkeling van promovendi tot ‘breed inzetbare, zelfstandig opererende kenniswerker’ niet goed uit de verf komt. Als beleidsadviseur loopbaanontwikkeling en als coach zie ik dat terug in de praktijk. Dat het promotietraject een goede basis kan zijn voor allerlei loopbanen, ook buiten de wetenschap, daar heb ik weinig twijfels over. Maar veel promovendi zijn toch bezorgd over hun toekomst en hebben het gevoel vast te lopen in hun loopbaan. Waar loopt hun professionele ontwikkeling dan spaak? En moet het Nederlandse promotiesysteem daarom anders worden ingericht? Wat mij betreft is het antwoord: Ja absoluut.
Foto: Andrew Bowden

Ik zie dat veel promovendi zich in de ontwikkeling vooral richten op het traditioneel academisch profiel: inhoud voorop. Van transferable skills – en de waarde ervan – zijn promovendi zich beperkt bewust. Hun netwerk bestaat grotendeels uit andere academici, waardoor er weinig inzicht is in wat de arbeidsmarkt buiten de academie te bieden heeft. Met deze uitgangspositie is het niet eenvoudig om jezelf in een andere rol dan die van de vakexpert/onderzoeker te zien.

Hoe vaak hoor ik niet in mijn intake-gesprekken dat er weinig vertrouwen is in de eigen professionele waarde voor de niet-academische arbeidsmarkt. Is dit verrassend? Ik vind van niet. Al dragen universiteiten uit dat de professionele ontwikkeling van promovendi (minstens) even belangrijk is als het doen van onderzoek, je identiteit en status als junior onderzoeker wordt toch voornamelijk bepaald door je inhoudelijke expertise. Ga maar na hoe een wetenschappelijke cv is opgebouwd.

Vastklampen aan een kleine kans

Verder gaan buiten de academie voelt daarom snel aan als alles moeten achterlaten waar je in geïnvesteerd hebt. Dat geeft weerstand en maakt het ontzettend moeilijk om met een positieve blik verder te kijken dan de academie. En als je bovendien niet weet hoe dit aan te pakken dan is het verleidelijk om je toch maar vast te klampen aan de kans dat je wél tot die 20% behoort die het gaat maken in de wetenschap.

Wat je vaak ziet gebeuren: universiteiten bieden (praktische) trainingen aan maar promovendi hebben het ‘te druk’ met onderzoek om de realiteit onder ogen te zien. Zij richten zich hoofdzakelijk op die ene schaarse maar vertrouwde toekomstmogelijkheid: in de academie. Loopbaanoriëntatie komt pas op de agenda wanneer er weinig of geen tijd meer is om je profiel als kenniswerker te versterken.

En dat is jammer want tijdens de promotie zijn er allerlei kansen aan te grijpen om jezelf in de breedte te ontwikkelen: bijdragen aan een debat, dialoog aangaan met een patiëntenvereniging of een symposium organiseren. Deze activiteiten zullen ten koste gaan van onderzoektijd. Daarom worden deze nogal eens als ‘afleidend’ gezien.

Als brede ontwikkeling evengoed een erkend doel is van het promotietraject, dan is dat natuurlijk absoluut onterecht. Integendeel, niet alleen de promovendus maar ook de wetenschap in de brede zin heeft er baat bij! Wordt er al op deze manier gekeken naar de invulling van het promotietraject? Meedenken en aanmoedigen deze kansen te grijpen is nog zeer nodig.

Meer nodig dan een cursus solliciteren

Informatie en praktische trainingen (hoe schrijf ik een cv?) zijn belangrijk maar zeker niet afdoende. Op het gebied van bewustwording van de eigen professionele waarde en intrinsieke motivatie valt volgens mij nog veel te winnen. Je identiteit als inhoudelijk expert laat je niet zomaar los, vooral niet als je twijfelt of er wel andere opties bestaan waar je profiel tot recht komt.

Promovendi lopen vaak vast in de vraag: ‘Hoe maak ik een überhaupt keuze?’. Dan is het belangrijk dat er een plaats is waar deze doelgroep terecht kan met hun wensen en zorgen. Eerst twijfels en weerstand wegnemen, daarna handvatten aanreiken passende loopbanen te identificeren. Pas daarna zijn de praktische trainingen aan de beurt

Immers, hoe kun je je sterk profileren als je nog geen stip op de horizon voor je professionele toekomst hebt kunnen zetten? Promovendi hebben capaciteiten genoeg om breed inzetbare kenniswerkers te worden. Aan de universiteiten de uitdaging hier adequate ondersteuning in te bieden.

Bij wie ligt de verantwoordelijkheid?

Bij de begeleiders/promotoren? Ze staan ten slotte het dichtst bij de promovendi. Maar vaak kennen zij alleen het academische pad, met publicaties als belangrijkste parameter voor loopbaankansen. Begeleiders weten zelf niet altijd te benoemen andere vaardigheden er tijdens de promotie ontwikkeld moeten worden. Verwachten we van begeleiders ook nog dat zij overzien wat de arbeidsmarkt biedt en vraagt van kenniswerkers?

Nee, ondersteuning van loopbaanontwikkeling is een vak apart. En begeleiders staan al onder druk: voor veel van hen geldt nog publish or perish. Begrijpelijk als zij zich vooral willen richten op wetenschappelijke output. De verantwoordelijkheid hoort mijns inziens niet bij de begeleiders te liggen. Er liggen wel andere belangrijke taken voor hen zoals brede loopbaanontwikkeling bespreekbaar maken en promovendi vervolgens naar de juiste ondersteuning doorverwijzen.

Zijn het dan de HR-adviseurs die verbreding van ontwikkeling moeten bieden? Al kent de HR-adviseur de arbeidsmarkt, dan blijft nog de vraag of een promovendus zich tot deze persoon zal wenden als deze de sensitiviteit van de transitie naar buiten de academie mist? In de praktijk is er sprake van een aanzienlijke afstand tussen hen en promovendi wat een drempel vormt voor HR om deze functie te vervullen.

Aan de Graduate Schools? Er zijn mooie ontwikkelingen. Het programma van steeds meer Nederlandse Graduate Schools richt zich ook op persoonlijke ontwikkeling. TU Delft maakt bijvoorbeeld onderscheid tussen vakinhoudelijke vaardigheden, onderzoeks-gerelateerde vaardigheden en de zogenaamde transferable skills. Hierbij is het de bedoeling dat promovendi zich in alle drie segmenten van dit competitiemodel ontwikkelen. Loopbaanoriëntatie zou het vierde segment moeten zijn. Ik ben wel benieuwd hoeverre Graduate Schools de gelijkwaardigheid van niet-academische loopbaanperspectieven zullen uitdragen.

Brede professionele ontwikkeling komt in het Nederlandse promotiesysteem niet goed uit de verf omdat het aanjagen en bieden van ondersteuning tussen wal en schip terechtkomt. Dit pleit voor een toegewijde dienst, een oplossing waar verschillende buitenlandse universiteiten voor hebben gekozen. In Nederland heeft UvA-FNWI ‘Career Service’ specifiek voor wetenschappers opgezet. Hier kunnen promovendi, postdocs en docenten (allen in tijdelijke dienst) terecht voor ondersteuning in loopbaanontwikkeling.

Gecoördineerd door een gepromoveerde, een ‘gelijke’ die de gevoeligheden van het academisch loopbaandilemma begrijpt, maar ook kennis en ervaring buiten de academie heeft opgedaan. Van binnenuit toont Career Service andere passende loopbanen die niet voor wetenschap onder hoeven te doen en biedt daarbij handvatten in het oriëntatieproces. Een aanpak dat lijkt te werken: niet alleen promovendi maar ook postdocs melden zich vrijwillig, tijdig en in goede aantallen aan om gericht met loopbaanontwikkeling aan de slag te gaan.

Pas wanneer universiteiten van binnenuit de gelijkwaardigheid in loopbanen binnen en buiten de academie laten zien, wordt de benodigde stimulans én veiligheid voor promovendi gecreëerd om naar buiten te kijken. Wordt dit nagelaten, dan gaat er tijd en potentieel verloren. Breed inzetbare kenniswerkers hebben zeker wel loopbaanperspectieven. Laten we het promotiesysteem daar adequater voor inrichten.

Chiat Cheong :  Beleidsmedewerker UvA-FNWI career service en zelfstandige

Dr Chiat Cheong ontwikkelt programma’s t.b.v. loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling van promovendi en postdocs sinds 2009. Zij is als beleidsmedewerker bij de Universiteit van Amsterdam verantwoordelijk voor FNWI Career Service en is daarnaast werkzaam als zelfstandige.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK