Van Engelshoven lijkt milder dan haar voorgangster

Analyse | de redactie
21 november 2017 | Met Van Engelshoven lijkt een nieuwe periode aan te breken: De strijdbijl tussen OCW en de Vereniging Hogescholen over de declaraties in het hbo wordt begraven. Ambtelijk OCW werd ruw geconfronteerd met dit nieuwe beleid: “Wij werden keihard teruggefloten.”
Minister van Engelshoven (foto: D66 Breda)

Het zijn de wittebroodsweken voor minister Van Engelshoven. Zij heeft inmiddels haar eerste debatten gevoerd in de Kamer over de cultuurbegroting. Tevens debatteerde zij over de inzet van Nederland bij de onderwijs en jeugdraad van de Europese Unie. Bij dit laatste overleg bleek dat zij op dit punt de agenda van haar voorgangster wil voortzetten. Ook drukte zij een EU- kritische Kamer op het hart dat de nationale onderwijsbevoegdheden niet zullen worden overgeheveld naar de Europese Unie. Vanuit de Kamer kreeg Van Engelshoven wel kritiek op haar standpunten ten aanzien van de toename van het Engels in het hoger onderwijs. De PVV verweet de nieuwe minister dat zij onvoldoende opkwam voor de Nederlandse taal in het hoger onderwijs.

Als onderwijswethouder in Den Haag had zij het vaak aan de stok met de PVV. Naar eigen zeggen heeft zij daar de houding aan overgehouden dat als de PVV commentaar of een motie indiende zij dit juist opvat als compliment, en als stimulans voor goed beleid. “Het voelde soms ook alsof je iets goeds had gedaan, als je een motie kreeg van de PVV. Dus ik kan mij daar nu ook niet zo druk om maken.” Deze houding was terug te zien bij de twee Kamerdebatten die zij tot nu toe heeft gehad. Zij schuwt het niet om de Kamerleden van de PVV op het hart te drukken dat zij, of het nu gaat over zwarte piet, de EU of internationalisering, een radicaal andere opvatting heeft dan de partij van Geert Wilders.

In de knoop met taalbeleid

Ten aanzien van de verengelsing van het hoger onderwijs verwees zij naar het regeerakkoord dat nogal dubbelzinnig is op dit punt. Enerzijds wil het nieuwe kabinet meer internationale studenten aantrekken. Anderzijds wil men een strengere handhaving van de wet ten aanzien van het aanbieden van opleidingen in het Engels. Het is de vraag in hoeverre zij gaat balanceren tussen de wens van Harry van der Molen (CDA), die uitgesproken kritisch is over verengelsing van het hoger onderwijs, en de andere coalitiefractie van de VVD die juist een uitgesproken voorstander is van meer internationaal en Engels hoger onderwijs. Het is afwachten in hoeverre de nieuwe woordvoerder hoger onderwijs van de VVD, Judith Tille, dit hartstochtelijke pleidooi gaat voortzetten.

Lees verder over de handhaving van de WHW op het punt van taalbeleid.

Op ambtelijk OCW is het inmiddels ook duidelijk geworden dat Van Engelshoven bepaald geen Bussemaker is. Zo is de grootste beleidswijziging van de nieuwe minister te zien in haar benadering van de ho-koepels, en dan met name ten aanzien van declaraties van bestuurders in het hoger onderwijs. Ambtelijk OCW werd op dat dossier naar eigen zeggen: “keihard teruggefloten.” Deze kwestie dateert uit het najaar van 2016. Toen werd duidelijk dat het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht dure vliegreizen en hotelovernachtingen had gedeclareerd. Minister Bussemaker greep deze casus aan om ook de hogescholen, waar overigens niets onoorbaars was gedeclareerd, op te roepen om tot sectorale afspraken te komen over declaraties van bestuurders.

Politieke erfenis van Bussemaker

De PvdA-bewindsvrouw schuwde in haar nadagen niet om te dreigen met wettelijke voorschriften als de sector dit zelf niet zou oppakken. Dit tot verontwaardiging van de Vereniging Hogescholen die op het standpunt staat dat met de grote variëteit aan hbo-instellingen geen uniforme declaratievoorschriften gemaakt kunnen worden. Bussemaker sprak met ongenoegen uit dat juist bestuurders van publieke instellingen een ‘moreel kompas’ moesten tonen.

Deze politieke erfenis moest in een schriftelijke reactie worden behandeld door de nieuwe minister. Uit deze schriftelijke behandeling bleek dat Van Engelshoven het beleid van haar voorgangster niet langer voortzet, dit tot verassing van haar staf. “Wij als ambtenaren willen natuurlijk het beleid zoveel mogelijk continueren. Als wij bij de vorige minister een antwoord op een Kamervraag schreven, dan wisten wij wel wat zij ongeveer voor ogen had. Je kreeg hooguit het commentaar dat een bepaalde zin veranderd moest worden. Bij deze brief over declaraties werden we keihard teruggefloten en moest er een hele andere route worden afgelegd”, zo vertelt ambtelijk OCW aan ScienceGuide.

Die andere toon is ook terug te vinden in de brief die deze week naar de Kamer werd gestuurd. Hierin werden de hoger onderwijs instellingen door minister Bussemaker nogmaals gewaarschuwd , waarbij ze tevens dreigde met wettelijk ingrijpen. Op deze punten wil de nieuwe minister eerst in overleg met de koepels. “Het is inderdaad zo dat de hogescholen sterk verschillen in omvang. Ik ben van mening dat de bestuursvoorzitter van een grote hogeschool, bijvoorbeeld bij hotelovernachtingen, dezelfde soberheid in acht dient te nemen als zijn collega van een kleine hogeschool. Ik zie dus wel de mogelijkheid om tot een uniforme regeling over de hoogte van declaraties van hogescholen te komen.”

De nieuwe minister lijkt meer geduld te hebben dan haar voorgangster. Ze wil de verantwoordelijkheid vooral bij de instellingen laten. “Komende tijd zijn er verschillende overleggen over dit onderwerp tussen (vertegenwoordigers van) de instellingen in het hoger onderwijs. Naar aanleiding van de uitkomst van die overleggen, zal ik beslissen wat mijn aanpak gaat zijn.”

Lastig te polsen

De nieuwe stijl van de minister blijft voor ambtelijk-OCW lastig, ze kunnen ook de politiek assistent van de minister Wim Tönissen (D66) nog lastig polsen. “De vorige politiek assistent van Bussemaker Sander Schaap was door de wol geverfd, wij als ambtenaren wisten op een geven moment wel wat wij aan hem hadden, maar bij de nieuwe politiek assistent is het toch lastig aftasten. Wat wil hij nou, wordt hij nu gestuurd door het partijbestuur, de Kamerfractie of door de minister zelf?”

Daarnaast is voor de ambtenaren ook nog onhelder wat de minister precies vindt van het hbo. Als wethouder heeft zij veel te maken gehad met de Universiteit Leiden en met het mbo, “maar wat zij nu precies van het hbo vindt is voor ons ook nog niet helemaal duidelijk.”

Met veel belangstelling wordt er dan ook uitgekeken naar de begrotingsbehandeling van OCW, begin december. Zij kan dan bevraagd worden van a tot z over de onderwijsbegroting dan is het zaak om te kijken in hoeverre zij dossierkennis heeft en kan ze ook laten zien hoe ze in de discussie staat.

Ook morgen zal zij vanuit de Kamer kritisch bevraagd worden. Dan is er een ingelast overleg over DUO. Een hoofdpijndossier, zo bleek deze zomer dat studenten urenlang telefonisch in de wachtrij moesten staan en dat DUO de privacywet had geschonden. Kamerleden hebben ook tal van verhalen gekregen van studenten die tot tranen toe verhalen vertelden over de slechte dienstverlening van DUO in Groningen. Ook omdat zij onheus en soms ook onterecht werden benaderd door deurwaarders die vanuit DUO op studenten werden afgestuurd. Ook de Nationale Ombudsman kwam eerder dit jaar tot de conclusie dat de dienstverlening van DUO de wensen overlaat.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK