Een Europese voorhoederol voor Nederland

Opinie | door Karl Dittrich & Sander van den Eijnden & Freddy Weima
30 november 2017 | In zijn laatste boek, “De nieuwe politiek van Europa”, beschrijft Europa-deskundige Luuk van Middelaar op overtuigende wijze welke veranderingen zich in het afgelopen decennium in de Europese Unie hebben voorgedaan. Van Middelaar maakt duidelijk hoe de Unie zich heeft ontwikkeld van een regelbureaucratie tot ook een politieke unie.
blue, building, pattern, freedom, stars, flag, europe, liberty, laws, parliament, politics, ue, voting

De ontwrichtende gebeurtenissen rond de Eurocrisis, de Krimoorlog, de grote instroom van vluchtelingen en Brexit, hebben de regeringsleiders verplicht om echte politiek te bedrijven. En met vallen en opstaan is dat uiteindelijk gelukt. Nu is echter ook het moment om na te denken over een versterking van het Europese gemeenschapsideaal, over het versterken van een Europese identiteit en cultuur. Onderwijs, onderzoek, mobiliteit van staf en studenten, de vorming van “Europese universiteiten” kunnen daar een belangrijke rol in spelen. De komende behandeling van de onderwijsbegroting in de Tweede Kamer kan laten zien hoe serieus Nederland dit wil nemen.

Er staat immers een nieuw Europa op, minder gestoeld op de romantische ideologie van een federatief Europa, met een eigen supranationale regering en een parlement met volle bevoegdheden, maar gestoeld op de Realpolitik van pragmatische samenwerking waar mogelijk en subsidiariteit waar gewenst. Deze nieuwe Unie zoekt met hernieuwd elan naar zijn rol, zoals gepresenteerd in de ‘staat van Europa’ van commissievoorzitter Juncker, de politieke agenda van raadsvoorzitter Tusk en nieuwe visies van onder andere de Franse president Macron. Het is begrijpelijk dat het daarin om defensie gaat, het is ook begrijpelijk dat het sociale gezicht van Europa wordt versterkt en het is ook begrijpelijk dat de sociale cohesie binnen en tussen landen meer aandacht krijgt.

De Unie krijgt dus betekenis in twee dimensies, die van de afstemming via regels en richtlijnen en die van de politiek via de toppen van regeringsleiders en via een nieuwe agenda. In onze optiek moet ook gekeken worden naar een verdere ontwikkeling van een derde dimensie, die van de gemeenschap. Nu Europa ontegenzeggelijk politieker is geworden, is de naam Europese Gemeenschap ook ingeruild voor die van Unie: dat lijkt slechts een woordenspel, maar het heeft wel een serieuze basis. Hoe kan de Europese identiteit, gebaseerd op de bestaande verscheidenheid van landen en culturen, worden versterkt als basis voor de noodzakelijke samenwerking?

Naar onze mening moeten onderwijs en cultuur hier een doorslaggevende rol vervullen, te meer omdat daarover in 2018 op Europees niveau grote beslissingen moeten worden genomen. Wij doelen onder andere op de financiering van het succesvolle Erasmus+ programma, dat de mobiliteit van staf en studenten binnen Europa nog meer moet gaan bevorderen. De mobiliteit dwingt staf en studenten zich te verdiepen in internationale en interculturele verschillen en om vaardigheden te ontwikkelen om met die verschillen om te kunnen gaan. In een steeds internationaler wordende arbeidsmarkt zijn dat noodzakelijke vaardigheden.

Het Nederlandse onderwijs is terecht sterk internationaal georiënteerd: wij zouden niet anders kunnen vanwege onze ligging, onze economische afhankelijkheid van de handel, en ook vanwege onze ondernemerszin. Het zou daarom goed zijn als Nederland niet afzijdig en schijnbaar nogal ongeïnteresseerd blijft toekijken vanaf de Europese zijlijnen, maar zich een enthousiast voorvechter zou betonen van een verdere ontwikkeling van de derde Europese dimensie. Europa is niet “best belangrijk”, maar reuze belangrijk als het gaat om onze eigen welvaart en die van Europa.

Er ligt dus een fantastische kans voor een land dat internationaal toonaangevend is in onderwijs en onderzoek, om zich te ontwikkelen als de ‘kampioen van de Europese onderwijs- en onderzoeksruimte’. Het welbegrepen eigenbelang van een sterke Nederlandse positie zou hierin samengaan met het brede ideaal van een open en functioneel Europa, in onderwijs, onderzoek, cultuur en arbeidsmarkt. Wat zou het mooi zijn als de ministers Van Engelshoven en Slob, alsook de onderwijsspecialisten in de Tweede Kamer volgende week, tijdens de behandeling van de Onderwijsbegroting, “Europa” een prominente rol zouden gunnen in het debat, in de hoop dat Van Middelaar’s volgende boek dan over de bloeiende ontwikkeling van de Europese gemeenschap zou kunnen gaan!

Karl Dittrich :  President European Quality Assurance Register for Higher Education (EQAR)

Sander van den Eijnden : 

Werkte binnen het hoger onderwijs als directeur Internationaal Beleid bij het ministerie van OCW, algemeen directeur van Nuffic, voorzitter van Neth-er, bestuursvoorzitter van de Hogeschool Leiden, vice-voorzitter van de Vereniging Hogescholen en bestuursvoorzitter van de NVAO.

Freddy Weima :  Voorzitter Nuffic


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK