Niemand maakt zich kwaad over ongelijke kansen

Verslag | de redactie
14 november 2017 | Goede beheersing van de taal is cruciaal voor kansen op de arbeidsmarkt, blijkt uit onderzoek van de Inholland naar diversiteit en studiesucces. Ook blijken studenten met een migratieachtergrond kansenongelijkheid als een ‘fact of life’ te zien. Je moet altijd harder werken dan een ‘Nederlander.’

In steden als Amsterdam en Rotterdam gaat het inmiddels niet meer over diversiteit maar over superdiversiteit: de gedachte dat iedereen tot een minderheid behoort. Dat is iets waar aankomende professionals mee om moeten leren gaan en hogescholen dus op in moeten spelen. Het gaat daarbij om gelijke kansen op studiesucces, contact leggen met medestudenten en het thuis voelen binnen de onderwijsomgeving, daarom organiseerde Hogeschool Inholland het Symposium Superdiversiteit, Beeldvorming en Studiesucces. Lector diversiteit Machteld de Jong presenteerde daar haar onderzoek naar diversiteit binnen Inholland.

Meer rolmodellen nodig

De voorzitter van Inholland Jet de Ranitz gaf in haar openingswoord aan dat dit niet altijd een makkelijk thema is en dat het soms ook kan schuren. “Je moet positief en inclusief zijn als hogeschool, maar niet iedereen heeft goede bedoelingen en daar moet je ook scherp op zijn.”

De voorzitter wees er bovendien op dat de hogeschool nog meer voorbeelden binnen moet halen. “Je moet een rolmodel hebben van iemand waartegen je op kunt kijken waarvan je kunt zeggen: ‘ik kan dit ook, dit is bereikbaar. Wij hebben gelukkig heel veel rolmodellen binnen Inholland, maar dat kunnen er nog veel meer worden. Als je met een bi-culturele achtergrond hier komt werken, dan moet je het ook goed kunnen doen op onze hogeschool.”

Daarnaast wees De Ranitz er ook op dat het bij diversiteit ook om praktische didactische vaardigheden gaat waar iedere docent mee aan de slag kan. “Het is heel erg belangrijk om in de onderwijsvisie van de eigen opleiding ook te denken aan diversiteit. Dat kan over hele simpele dingen gaan zoals: ‘hoe zorgen we als hogeschool dat eerstejaars integreren met elkaar in de klas. Zodat studenten niet al op de eerste dag bij diegene gaan zitten die ze al kennen.” Volgens haar kan de docent hier een belangrijke rol in spelen, om dat te doorbreken.

Ongelijkheid gezien als ‘fact of life’

Machteld de Jong, lector diversiteit presenteerde op het symposium haar onderzoeksresultaten naar superdiversiteit op de hogeschool. Zij vertelde over een ervaring van een student. “Die student weet dat er ongelijke kansen zijn, dat is iets dat ze van jongs af aan heeft meegekregen, je moet harder werken dan ‘Nederlanders’. Veel van onze studenten die bij dit onderzoek betrokken zijn geweest zien ongelijke kansen als een fact of life. Het is is nu eenmaal zo, daar kun je niet zoveel aan veranderen.

De Jong was verbaasd dat de studenten die ongelijkheid bijna als normaal beschouwen. “Met name studenten met een migratieachtergrond geven aan dat ze van jongs af aan hebben geleerd dat ze harder moeten werken dan hun ‘Nederlandse’ leeftijdsgenoten en soms ook aan den lijve hebben ervaren dat zij minder kansen hadden of kregen. Persoonlijk vind ik dat een van de meest opvallende uitkomsten uit ons onderzoek: het besef dat leeft onder docenten, studenten en het werkveld dat er sprake is van ongelijke kansen op succes in onze samenleving, maar dat niemand zich daar kwaad over maakt.”

Toch zijn er ook veel positieve onderzoeksresultaten volgens de Inholland-lector. “Uit deze studie blijkt dat studenten zich thuis voelen binnen onze hogeschool, ook al herkennen ze zich niet altijd in de docentenpopulatie. Belangrijker vinden ze het dat een docent empathie heeft en uiteraard veel van zijn of haar vak afweet.” Ook blijkt uit onderzoek van De Jong dat studenten bij voorkeur omgaan met medestudenten die eenzelfde studiehouding hebben, “vaak gaat deze groepsvorming langs etnische lijnen. De soms stereotype beelden die ze van en over elkaar hebben kunnen hardnekkig zijn. Zeker als studenten niet met elkaar opgroeien en elkaar pas op de hogeschool ontmoeten.”

Taal breekpunt voor arbeidsmarkt

De lector diversiteit had ook onderzoek gedaan onder het afnemend werkveld, over de ervaringen met diversiteit, de uitkomsten waren verschillend. “Ook in het werkveld hoorden we een diversiteit aan uitkomsten: professionals die heel blij waren met onze studenten, maar er waren er ook die minder goede ervaringen hadden. Zij gaven ook aan dat kennis van hoe het er op de werkvloer aan toe gaat en een goede beheersing van de Nederlandse taal essentiële voorwaarden waren voor succes. Vanuit het werkveld werd dan ook een balletje opgeworpen meer met Inholland samen te werken om alle studenten beter voor te bereiden op het toekomstige werkveld.”

Rachid Bal voorzitter Contactorgaan Moslims en Overheid sprak over de moeilijke situatie waar moslim-studenten in terecht kunnen komen tijdens hun opleiding. “Een studie maakt studenten mondig. Als moslimstudenten beginnen aan een studie dan worden ze geconfronteerd met het feit dat zij een proces van mondigheid moeten doormaken, maar ze zijn helemaal niet mondig als het gaat om hun religieuze identiteit. Dus tot hun stomme verbazing komen ze erachter dat mensen hun vragen gaan stellen over hun achtergrond. Dan komen ze er ook achter dat dat zij behoorlijk onbekend zijn met hun eigenheid en eigen overtuiging.”

Daarnaast speelt volgens Bal ook mee dat door incidenten moslimjongeren zich steeds meer gaan identificeren met hun religieuze achtergrond. “De tweede en derde generatie moslimjongeren die nu op het hbo en de universiteit studeren die maken als gevolg van een reeks incidenten een beweging naar religiositeit.”

Die diversiteit veroorzaakt ook verwarring volgens de de voorzitter van het Contactorgaan Moslims. “Bij moslims heeft dat begrip diversiteit ook nog eens een keer een sterke associatie met verdeeldheid. Docenten die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van studenten die moeten naar mijn overtuiging hierop reageren. Die moeten aan de slag met de vraag hoe in de perceptie van docenten en studenten diversiteit sterk kan worden geassocieerd met creativiteit.”

Eric Westhoek, domeindirecteur Business, Finance & Law van Inholland, sloot de middag af en beloofde om met de aanbevelingen van Machteld de Jong aan de slag te gaan. “Jullie geven een aantal aanbevelingen die te maken hebben met personeelsbeleid. Natuurlijk zouden we heel graag willen dat we nog veel meer rolmodellen binnen onze hogeschool zouden hebben. Onze docenten zijn dat nog niet. Zoals ik eruit zie zo zien er heel veel van onze docenten er ook uit. Het zou mooi zijn om daar meer diversiteit in aan te brengen. Ook in het curriculum moeten daar stappen worden gezet.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK