Nieuwe minister gaat voor kruisbestuiving in de wetenschap

Nieuws | door Frans van Heest
24 november 2017 | Van Engelshoven belooft dat een groot deel van het extra geld voor wetenschap besteed wordt aan de interdisciplinaire Wetenschapsagenda. Tegelijkertijd zegt zij ook te hechten aan fundamentele wetenschap.

Bij het Impactfestival van de VSNU lichtte minister van Engelshoven een tipje van de sluier op ten aanzien van de extra investeringen in de wetenschap onder Rutte III. Ook maakte zij van de mogelijkheid gebruik om berichtgeving van ScienceGuide over declarerende bestuurders in het hoger onderwijs te recenseren. In dat verband waarschuwde zij voor nepnieuws en de taak die wetenschappers hierbij kunnen spelen omdat tegen te gaan.

Op het podium werd zij geïnterviewd door de voorzitter van de VSNU, Pieter Duisenberg. Die wilde als eerst weten wat de wetenschappelijke achtergrond van de nieuwe minister is. “Ik heb op twee plaatsen gestudeerd, ik ben begonnen in Nijmegen aan de Radboud Universiteit dat toen nog de Katholieke Universiteit Nijmegen heette. Ik ben daar begonnen met de doctoraalfase aan de faculteit ‘experiment beleid en bestuur’, later heb ik als deeltijdstudent rechten gestudeerd in Leiden.”

De enige niet-bèta

De D66-bewindsvrouw moest wel toegeven dat zij met deze studiekeuze uniek was in haar familie. “Ik moet bekennen dat ik de enige niet-bèta ben uit mijn familie. Ik ben thuis opgegroeid met een televisie die er vooral was om te kijken of je hem uit elkaar kon halen en weer in elkaar kon zetten. Dat deed je ook met motoren. Bij ons thuis kon er eindeloos geëxperimenteerd worden, dat is toch wel iets wat erg bij mij past.”

Van Engelshoven vindt wetenschap vooral interessant omdat het gedreven wordt door voortdurende nieuwsgierigheid. “De mooiste eigenschap van de mensen is dat wij nieuwsgierig kunnen zijn. Dat is natuurlijk iets wat wetenschappers bij uitstek hebben. Het is weleens jammer dat kinderen wordt geleerd om te stoppen met vragen waarom dingen zo zijn. Dat is eigenlijk wat de wetenschap moet blijven doen en daar komen prachtige dingen uit voort.”

Volgens de nieuwe OCW-minister moet de wetenschap daarom ook vooral bijdragen aan antwoorden op maatschappelijke uitdagingen. “Wat ook fascinerend blijft in deze tijd zijn de maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan: hoe houden we ook in een divers land als Nederland de samenleving een beetje bij elkaar? Dat zijn grote maatschappelijke vragen waar wij alleen met behulp van de wetenschap oplossingen dichterbij kunnen brengen.

Opdracht voor het nieuwe kabinet

Op de vraag vanuit de zaal hoe de minister gaat zorgen voor kruisbestuiving tussen wetenschap en de praktijk antwoordde zij dat dit ook vooral een opdracht is van het nieuwe kabinet. “Wat natuurlijk heel mooi is in dit regeerakkoord is dat er heel veel geld wordt vrijgemaakt voor wetenschap. Dat is heel goed voor Nederland en daar zit ook een opdracht in om die kruisbestuiving tussen onderzoek en de praktijk te versterken om zo de impact van wetenschap te versterken. Daar hebben we ook een prachtig vehikel voor: de Nationale Wetenschapsagenda die alleen tot stand is gekomen door een kruisbestuiving tussen wetenschap en praktijk.”

De minister beloofde in dat verband dat de extra investeringen in de wetenschap van €400 miljoen zal lopen via de lijnen van de Wetenschapsagenda. “Volgens mij is die agenda een heel mooi vehikel om in de komende jaren die uitwisseling te versterken. Ik mag er nog niet veel over zeggen, want ik moet nog met een brief komen, over hoe we het geld gaan verdelen. Nou ik kan dit zeggen: dit wordt er een van.”

In dit verband gaf de minister aan dat zij notie had genomen van de oproep van kenniscoalitie om extra investeringen. “Ik heb de brief van de kenniscoalitie heel goed gelezen. Volgens mij zitten we daar ook echt op dezelfde lijn. Ja, de basis moet versterkt worden. Ja, er moet ook ruimte zijn voor fundamenteel onderzoek. Daarnaast moet er ook ruimte zijn voor de verbinding met de praktijk en de impact.  Volgens mij ga ik met een reactie komen waarin wij elkaar prima kunnen vinden.”

De kersverse minister maakte ook van de mogelijkheid gebruik om te reageren op een bericht van ScienceGuide. ScienceGuide had van ambtelijk OCW te horen gekregen dat ze op het ministerie ‘keihard waren teruggefloten’ door de minister inzake declaraties van bestuurders. OCW-ambtenaren hadden een conceptbrief geschreven die in lijn was met haar voorgangster Bussemaker. Echter de ambtenaren kregen te horen van de minister dat er een mildere koers gevaren moest worden en dat hogescholen en universiteiten eerst de kans zouden krijgen om zelf met nieuwe declaratievoorschriften te komen, alvorens zij tot wettelijke maatregelen zou overgaan, zoals haar voorgangster in een venijnige brief aan de Kamer had geschreven.

“Volgens mij is ScienceGuide hier ook en als zij hier dan toch zijn: ze hadden gisteren een bericht geplaatst over iets wat ik zou vinden en dat klopt niet, dat wil ik wel even rechtzetten. Zij schreven dat ik in tegenstelling tot mijn voorgangster heel soepel zou willen zijn met de declaraties van bestuurders. Terwijl ik op de nota had geschreven: ‘eens met mijn voorgangster,’ hoe helder wil je het hebben? Ik hecht er toch ook altijd wel aan dat je dit soort dingen goed neerzet.”

Waar wetenschap en praktijk elkaar tegenkomen

Na deze opmerking aan het adres van ScienceGuide maakte de nieuwe minister het bruggetje naar nepnieuws en de rol die de wetenschap daarin te vervullen heeft. “Als je het dan toch hebt over de digitale agenda en maatschappelijke uitdagingen van deze tijd.  Hoe gaan we in dit digitale tijdperk om met nieuwsgaring, wat doet dat met ons, hoe maken we onderscheid tussen echt nieuws en nepnieuws en wat betekent dat voor de samenleving en wat betekent dat voor de democratie? Dat zijn hele mooie vragen waar wetenschap en de praktijk elkaar tegenkomen en elkaar ook heel hard nodig hebben.”

Tot slot kreeg de minister de vraag hoe zij probeert om zelf mensen enthousiast te krijgen voor de wetenschap. Van Engelshoven kwam vervolgens met een huiselijk voorbeeld. “Ik heb een 18-jarige dochter die op zes-vwo zit en nu een keuze moet maken voor een volgende studie. En het wil nog niet zo lukken, met het enthousiast maken voor de wetenschap. Ik vind het eerlijk gezegd een hele opgave hoewel je gelukkig ziet dat steeds meer jongeren voor de wetenschap kiezen. Je ziet ook dat de profielen in het onderwijs versterkt worden op dat punt. Maar om te laten zien hoe het echt werkt in de wetenschap daar hebben we nog wel opgave liggen.  Uw tips daarvoor zijn dan ook van harte welkom.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK