Zorgvuldig Nederlands biedt toegang tot het publieke domein
Leer studenten hun specialisme te verbinden met de gemeenschappelijke taal
Die regel heeft nog al wat discussies teweeg gebracht. Het zou een niet passende regel zijn in een diverse stad als Rotterdam, het zou de hogeschool in een eng nationalistisch kader plaatsen, het zou mensen verbieden hun identiteit te tonen, het zou miskennen dat de wereld afstevent op het Engels als voertaal. Ik heb het waarom van deze regel proberen uit te leggen een essay dat vorig jaar verschenen is, met verwijzing naar mijn eigen geschiedenis en achtergrond: ik kom uit Zuid-Limburg en sprak ‘plat’ thuis.
(Uit het essay)
“Ik sprak vroeger thuis in de familie Limburgs, dat was de taal van ons ‘private’ domein, in een overigens meertalige omgeving. Het Frans was de taal van de handel: mijn grootvader verhandelde stro in het nabijgelegen Wallonië en ik reed wel eens mee met hem of een van mijn ooms. Het Duits was de taal van de vooruitgang (die hadden drie zenders op de televisie en in Aken kochten we de ‘mooie spullen’).
Het Nederlands was de taal van de beambten, de witteboordenmedewerkers van de mijn. Wij spraken Limburgs, mijn vader was mijnwerker. Maar Nederlands was ook de taal van de school. En de school bemiddelde daarmee tussen mijn private wereld en de publieke, op de Nederlandse taal gebaseerde wereld. Het dialect verbindt me nog steeds met een deel van mijn identiteit (Limburgers praten graag Limburgs met elkaar, soms op het onbeleefde af in de richting van de ‘Hollanders’…), maar maakt niet de verbinding voor mij met het publieke domein.
Zo kan ook Turks, Berbers, Papiamento of een van de vele talen in het superdiverse Rotterdam, mensen in hun private domein verbinden. Maar hen ook isoleren in of ten opzichte van het publieke domein. De eerder genoemde transnationaliteit staat in dat geval cohesie in de weg, tenzij we ‘afspreken’ dat Nederlands in het publieke domein de taal is en daar ook naar handelen. Formeel doen we dat, maar materieel gaan we er soms wat slordig mee om.”
Koester het Nederlands als taal van ons publieke domein
Het verbinden van taal met domeinen die van belang zijn in het leven van mensen, maakt het mogelijk betrekkelijk eenvoudig te redeneren over taal. Als Nederlands de taal is van ons publieke domein, dan moeten scholen, in het bijzonder universiteiten en hogescholen dat Nederlands koesteren als ze willen dat hun studenten en alumni zich voor het publieke domein inzetten.
Je vaktaal en specialisme (ook) in het Nederlands leren is zo een vorm van burgerschapsvorming. Het is in mijn ogen een kwestie van smaak hoe ver je gaat in het normatieve standpunt. Hoe streng je moet zijn, als het gaat om kwesties als grammatica en dergelijke. Maar als Nederlands de taal is van ons publieke domein, dan moeten we Nederlands op een hoog niveau doceren. Dat betekent dus ook dat we niet te gemakkelijk mee moeten gaan in het ‘Verengelsen’ van het hoger onderwijs.
Nederland is een klein land, dat omgeven wordt door een veel grotere publieke ruimte waarin het Engels de taal is. Om verbinding te kunnen maken met dat deel van het publieke domein, is het doceren van Engels een must en moet je ook toejuichen dat een deel van het onderwijs in het Engels verzorgd wordt. Maar dat moet niet de norm of gewoonte worden. In dat geval zal het hoger onderwijs, nog meer dan nu het geval is, elitair van karakter zijn en mensen eerder isoleren dan integreren.
Als je mensen toegang wil geven tot het publieke domein in ons land, en als je wilt dat je als openbare instelling met jouw studenten en afgestudeerden bijdraagt aan dat publieke domein, dan moet je zorgen dat je studenten leren hun specialisme met de gemeenschappelijke taal te verbinden. Als je je realiseert dat de communicatie in dat publieke domein een zakelijke kant heeft, maar ook een culturele, sportieve en sociale kant, dan is het slordig omgaan met het Nederlands een maatschappelijke blunder van de eerste orde. Dan sla je het zoveelste fundament weg onder een samenleving die sowieso al kraakt onder de fragmentatie en waarin exclusie het dreigt te winnen van inclusie.
Literatuurverwijzingen
Meest Gelezen
‘Compensatoir toetsen komt kwaliteit hoger onderwijs wél ten goede’
Wet leeruitkomsten: Doorgeschoten individualisering of broodnodige keuzevrijheid?
‘Juist bij flexibiliteit heeft student behoefte aan structuur’
Minister: “Verengelsing ondermijnt de toegankelijkheid van universiteiten”
Kamer zet voorlopig streep door volgende ronde Groeifonds