Leenstelsel levert 200 miljoen euro minder op

Suggesties van Poelgeest: spitsheffing voor studenten of eigen bijdrage OV-kaart.

Nieuws | door Frans van Heest
22 december 2017 | De minister meldt dat de beloofde opbrengsten van het leenstelsel €200 mln. lager uit gaan pakken dan eerder was beloofd. In het project ‘Beter Benutten’ onder leiding van Maarten van Poelgeest werd onderzocht of er op creatieve wijze bezuinigd kon worden op de ov-kosten. Nu blijkt dat er geen mogelijkheden zijn om de miljoenenbezuiniging waar te maken.
Foto: Ad Meskens

“Studievoorschot maakt investering tot €1 miljard mogelijk.” Was het persbericht toen de PvdA, GL, D66 en de VVD in 2014 het leenstelselakkoord presenteerden. Dat lijkt nu definitief niet te gaan lukken. Het plan was dat bovenop de opbrengsten van het afschaffen van de basisbeurs ook de kosten zouden komen van de  versobering van de OV-kaart. Voor de toenmalige onderwijswoordvoerder van de VVD, Pieter Duisenberg een belangrijk punt. Hem was het een doorn in het oog dat het ministerie van onderwijs een bedrag oplopend naar €1 miljard ieder jaar overmaakt aan de ‘bedrijfsvoering van de NS’ in plaats van dit bedrag te investeren in de kwaliteit van onderwijs.”

Daarom hadden GL, VVD, D66 en de PvdA afgesproken dat bij het akkoord om het studievoorschot ook de OV-kaart betrokken zou worden. Door het beter benutten van de onderwijsgebouwen in het hoger onderwijs en spitsmijding door studenten zou het spoor ontlast kunnen worden en op die manier zouden de vervoersbedrijven een korting accepteren van €200 miljoen. Dit bedrag zou bovenop de opbrengsten van het studievoorschot komen. De opbrengsten van het leenstelsel zouden daardoor oplopend en incidenteel 1 miljard euro opleveren.

Opdracht van Maarten van Poelgeest

De VSNU had al in een vroeg stadium voorspeld dat dit beloofde bedrag weinig realistisch was. Ook vanuit hbo-bestuurders was veel wrevel over deze beloofde opbrengsten. Bestuursvoorzitter van de Hogeschool Rotterdam, Ron Bormans voelde er bijvoorbeeld niet veel voor om de lestijden aan te passen om op die manier deze investering vrij te kunnen spelen.

Minister Bussemaker hield desondanks voet bij stuk en stelde de oud-wethouder van Amsterdam en oud-LSVb-bestuurder Maarten van Poelgeest aan om als kwartiermaker de mogelijkheden te verkennen en om  plannen uit te werken. Van Poelgeest kreeg in 2017 en 2018 de tijd om de mogelijkheden te verkennen en om tot afspraken te komen. Om op die manier de rijksuitgaven aan het studentenreisproduct op € 750 mln. per jaar te maximeren vanaf 2025. Met als tussenliggende stap tot € 850 mln. in 2020, maar met behoud van de huidige OV-kaart.”

In de tussentijd zijn er veel pilots gestart. Zo konden studenten door buiten de spits reizen punten sparen voor een Netfix-abbonement, of werden er e-bikes voor studenten ter beschikking gesteld. Deze pilots blijken nu onvoldoende effect te sorteren schrijft de minister aan de Kamer. “Dhr. Van Poelgeest constateerde dat de betrokken partijen in beweging willen komen wanneer sprake is van serieuze bereikbaarheidsproblemen. In een beperkt aantal regio’s met grote piekdrukte in de ochtendspits van het openbaar vervoer en/of waar de bereikbaarheid van onderwijsinstellingen onder druk staat, wordt gewerkt aan experimenten voor het beïnvloeden van het reisgedrag van studenten.”

Spitsheffing en eigen bijdrage?

In de regio’s waar er minder problemen zijn met een drukke spits lijkt het aanpassen van de lestijden omwille van een goedkopere ov-kaart dan ook weinig op te leveren. Van Poelgeest verbindt daar dan voor studenten een vervelende boodschap aan, laat de minister weten. “In regio’s waar echter minder problemen zijn met de bereikbaarheid en studentenmobiliteit, blijkt het heel lastig betrokken partijen (vervoerders, hogeronderwijsinstellingen en studenten) te motiveren met dit onderwerp aan de slag te gaan. Dhr. Van Poelgeest heeft op datzelfde moment ook geconstateerd dat de financiële doelstelling alleen behaald kan worden wanneer het bestaande reisrecht wordt aangepast. Daarbij moet gedacht worden aan aanpassingen zoals een spitsheffing of een eigen bijdrage voor het studentenreisproduct.”

De nieuwe minister ziet vooralsnog geen andere optie dan door te zetten. “Vooralsnog houd ik wel vast aan de doelstelling om een besparing van € 200 miljoen op het OV-contract en het gebruik van gebouwen te realiseren ten gunste van investeringen in de kwaliteit van het (hoger) onderwijs en aan onderwijs gerelateerd onderzoek.”

Van Engelshoven zegt daarbij dat versobering van de ov-kaart nu nog niet aan de orde is, maar dat dit wel afhangt van de bijdrage die de koepels en studentenbonden op dit punt leveren. Daar verwacht zij duidelijk beweging: “Daarbij is een belangrijke bijdrage van onderwijsinstellingen, de vervoersbedrijven en de studentenorganisaties onontbeerlijk. Ik ga mij beraden op welke wijze een dergelijke besparing gerealiseerd kan worden. Alternatieve maatregelen waarbij ingegrepen wordt in het studentenreisrecht om een dergelijke besparing te realiseren, vind ik nu niet opportuun.”

Vooralsnog schuift OCW de uiteindelijke beslissing nu op de lange baan. “Gegeven de complexiteit van de bovenstaande uitgangspunten, verwacht ik eind 2018 bij u terug te komen op dit onderwerp.”Dat Beter Benutten niet heeft geleverd wat het beloofd had heeft overigens geen directe consequenties voor de OCW-begroting omdat de opbrengsten voor de aankomende jaren van Beter Benutten nog niet waren ingeboekt. Wel zijn deze opbrengsten verrekend bij de lange termijn investeringen in het hoger onderwijs.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK