Mijn promotie is een training voor de toekomst

Verslag | door Frans van Heest
20 december 2017 | In twee studies tegelijk afstuderen en daarnaast promoveren, Chinar Rahmattulla deed dat en vertelt met haar promotiebegeleider Jan Anthonie Bruijn over de voorwaarden voor een goed promotietraject.

Haar begeleider is Jan Anthonie Bruijn, hoogleraar immunopathologie. Bruijn is voor Rahmattulla een voorbeeld omdat hij de geneeskunde weet te combineren met een politieke en bestuurlijke loopbaan. Samen vertellen ze over hun drijfveren en de voorwaarde voor een succesvolle promotie. Die is volgens Jan Anthonie Bruijn gelijkwaardigheid en “uiteindelijk moet je van mensen houden.”

Chinar Rahmattulla studeerde afgelopen najaar summa cum laude af in de geneeskunde aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Ze haalde gemiddeld een 9 en kreeg uitmuntende beoordelingen voor haar coschappen. Alsof dat nog niet genoeg is hoopt ze binnenkort ook af te studeren in biomedische wetenschappen en hoopt zij haar promotie in de geneeskunde te verdedigen. Zij promoveerde tegelijkertijd naast haar studies op haar onderzoek naar de behandeling van ANCA-geassociëerde vasculitis. Dat is een ontsteking van de kleine bloedvaten.

Dat was hun uitweg

Als kind vluchtte de nu 28-jarige Chinar Rahmattulla met haar ouders uit Irak via Frankrijk naar Nederland.  Naar eigen zeggen heeft zij van haar ouders geleerd om door te zetten. “Ik heb mijn ouders heel hard zien werken. Mijn moeder zat midden in de nacht Nederlandse taallessen te maken. Dat krijg je mee, hoe je het ook wendt of keert. Dat was hun uitweg en dat is ook de reden dat ze een huis hebben kunnen kopen. Het was ook de enige manier waarop ze drie keer een leven hebben kunnen opbouwen.”

Dat is volgens Rahmattulla ook de reden dat haar ouders haar altijd stimuleerden om door te studeren. “Mijn ouders zagen ook wel in dat het erin zat. Op het moment dat ik er echt doorheen zat zeiden ze altijd: ‘nee nu zet je door’. Dat deden ze niet omdat ze mij wilden pushen of omdat ik iets moest wat ik niet kon. Maar mijn ouders waren eerder bang dat ik te veel hooi op mijn vork zou nemen. Dat is eigenlijk nooit gebeurd, ik zie altijd alles als een uitdaging.”

Jij gaat hele hoge cijfers halen

Rahmattulla vertelt dat het haar met behulp van anderen gelukt is om zo ver te komen. “Ik heb altijd heel veel geluk gehad met de mensen die ik om mij heen had.  Van mijn docent natuurkunde kreeg ik €5000. Hij nam mij in december van het examenjaar apart en zei: ‘jij gaat hele hoge cijfers halen op je eindexamen en ik wil je dit geschenk geven. Ik denk dat jij het heel ver gaat schoppen en ik wil je daarbij helpen.’ Met die docent heb ik ook nog steeds heel goed contact. Hij was bij mijn afstuderen aanwezig en komt ook naar mijn promotie.”

Dat ze naast haar studie wilde promoveren wist ze al op jonge leeftijd. “Mijn vader is gepromoveerd toen ik zes was; dat was in Frankrijk. Wat dat promoveren inhield wist ik daardoor al op jonge leeftijd en dat wilde ik ook.”

Haar promotiebegeleider Jan Anthonie Bruijn zegt hoe uniek het is dat zij naast haar promotie summa cum laude is afgestudeerd in de geneeskunde. “Niemand hier kan het zich herinneren dat er iemand voor alle vakken boven een negen is afgestudeerd, terwijl in het LUMC vierhonderd studenten per jaar afstuderen.”

Ondanks haar uitmuntende studieresultaten is Rahmattulla niet zelfverzekerder geworden. “Ik twijfel continu aan mijzelf, ik denk wel dat de reden is dat ik het zover heb geschopt, omdat ik mijzelf continu wil verbeteren.”

Twijfel is de moeder aller vooruitgang

Hoogleraar Bruijn die door Rahmattulla voortdurend ‘J.A.’ wordt genoemd vult aan. “Twijfel is de moeder aller vooruitgang, en een gezonde dosis faalangst kan ook een bron zijn van energie en van gezonde ambitie. Maar het kan ook doorslaan natuurlijk. Als je net de goede dosis hebt in combinatie met een flink aantal neuronen per kubieke millimeter in je hersenen, zoals bij jou het geval is, dan hoeft dat geen probleem te zijn.”

“Je faalangst en je twijfel vormen een enorme drijfveer die ik zelf ook wel herken. Als dat in een goed evenwicht is en het niet doorslaat naar bijvoorbeeld te veel zelfverzekerdheid, dan gaat het goed. Als het doorslaat houdt het op en is die batterij weg, maar het slaat bij jou ook niet door naar een ziekelijke twijfel; dat evenwicht is heel uniek. Ik denk wel dat je er een beetje onder lijdt, want je twijfelt altijd aan jezelf, maar je werkt daar ook ontzettend hard door. Als ik aan je vraag om een enorme pil samen te vatten dan werk jij een nacht door en dan ligt die samenvatting er de volgende dag.”

De gelauwerde student geneeskunde vult aan. “Ik heb geprobeerd om het beste eruit te halen. Dat neemt de twijfel aan jezelf niet weg. Ik denk niet dat ik er zelfverzekerder van ben geworden. Hoe meer je weet, hoe meer je ook niet weet. Dat is echt zo.”

Volgens Rahmattulla heeft zij tijdens haar promotie veel geleerd in Leiden, daar kwam ze ook wel achter toen ze een half jaar in Cambridge zat voor een uitwisseling. “Ik heb een half jaar in Cambridge onderzoek gedaan en toen miste ik de bijeenkomsten die wij drie keer per week hier hebben met het team. Die gaan niet alleen over mijn onderzoek, maar ook over het onderzoek van de overige promovendi.  Dan denk je mee met anderen en krijg je feedback op alles wat je doet.”

Die samenwerking in de onderzoeksgroep werkt goed omdat het een veilige omgeving is. “Dit is echt een hele fijne groep, waarbij we ons onderzoek bespreken en heel kritisch feedback op elkaar geven. Wij worden daar ook echt beter van. Ik heb gehoord dat dit niet overal zo is, we kunnen echt met collega’s meekijken. Ik denk ook dat het komt omdat J.A. ons traint voor de toekomst. Jij kijkt breder dan het LUMC. Ik vind dat wij heel goed begeleid worden.”

Maakt niet of je promovendus bent of professor

Bruijn legt uit wat er voor nodig is om zo’n veilige omgeving te creëren. “Het maakt niet uit of je promovendus bent of student of professor. Iedereen moet vrijuit kunnen zeggen wat hij of zij denkt. Je hebt iedereen nodig. Met elkaar kijken we dan naar een onderwerp en diepen dat uit. Daardoor leer je dat je in een veilige omgeving elkaar best tot op het bot kunt doorzagen en kritisch kunt zijn, zonder dat het persoonlijk wordt. Dat is het beste om verder te komen in je leven, in je denkproces, in je ontwikkeling en in je bijdrage aan de geneeskunde en de samenleving. Het gaat dus om zuiver denken en communiceren. Daardoor is het een permanente leerschool, want een PhD-traject is dat.”

Mensen moeten dus open durven zijn, dan ga je tot op het bot, waarbij je elkaar kritisch bevraagt en zegt: ‘dit is niet waar, wat je zegt’, of: ‘waar haal je dit vandaan?’ Er vloeien daarom ook weleens tranen. Rahmattulla bevestigt dat: “Ik weet dat J.A. en de andere onderzoekers altijd achter mij staan, zij zijn ervoor om ons bij te poetsen, zonder wrijving geen glans.”

Dat klinkt als een open deur

“Een eerstejaars promovendus is geïmponeerd door de omgeving hier op het LUMC”, legt Bruijn uit. “De kunst is omdat zo snel mogelijk ongedaan te maken, door te zeggen: jouw bijdrage is net zo belangrijk als de mijne, je bent niet meer of minder, slimmer of dommer. Hoe sneller je dat open krijgt, hoe sneller je van elkaar kunt leren.”

“Dat klinkt als een open deur, maar het is heel moeilijk om zo’n open sfeer te maken en te behouden, dat vergt permanent onderhoud. Je moet kijken hoe de mensen zich voelen. Als iemand zich niet prettig voelt in een discussie dan is er al iets niet goed en dan moet je daar iets mee. Daar bouw je ervaring mee op door de jaren, maar uiteindelijk moet je van mensen houden.”

De LUMC-professor heeft geleerd vanuit verschillende landen waar hij gewerkt en gestudeerd heeft dat die veilige omgeving niet altijd vanzelfsprekend is. “Ik heb in een flink aantal landen gewerkt en in verschillende omgevingen, dan kun je het ook vergelijken. Toen heb ik ook gezien wat wel en niet werkt. Daar heb ik ook geleerd dat als je die veilige omgeving niet hebt je toch iemand heel makkelijk beschadigt of onzeker kunt maken.”

Mijn politieke leermeester willen zijn

Daarnaast is ‘J.A.’ ook een voorbeeld voor Rahmattulla op de manier hoe hij zijn vak als arts combineert met de politiek. “Ik zou een dergelijke combinatie met geneeskunde en politiek geweldig vinden. Ik vind het een enorme inspiratie dat jij een keer in de week in de Eerste Kamer zit; het lijkt me een uitdaging om die beide werelden mee te kunnen maken. Wellicht zou J.A. in de toekomst wel mijn politieke leermeester willen zijn.”

Daar wordt de hoogleraar bescheiden van, maar hij zegt wel dat politiek en wetenschap veel raakvlakken hebben. “Ik denk dat jij een leermeester in die zin niet nodig hebt. Ik kan je wel wat vertellen over de politiek. Het is een ambacht en het is echt buffelen. Het lijkt overigens heel erg op wetenschap, het is kritisch kijken naar dingen met je gezonde verstand en het is veel communiceren met mensen. Vooral jezelf ook niet belangrijk gaan vinden, maar dat gevaar is er bij jou niet.”

“Zo’n wetenschappelijke discussie die wij hier hebben in de onderzoeksgroep dat lijkt ook heel erg op de discussie die wij in de Kamer hebben. Daarnaast is het in de politiek en in de wetenschap heel erg belangrijk dat je vanuit integriteit handelt. Je moet kunnen uitleggen wat je vindt, wat je doet en voor wie je dat doet. Het mooie van de wetenschap en de politiek is dat je echt iets kunt bijdragen aan de vooruitgang. Of dat nou over nierziektes gaat of over een beleidsmaatregel in de politiek. Het is allebei maatschappelijk relevant. Je bent altijd met positieve dingen bezig. Ik ervaar de politiek zo, maar ook de wetenschap.”

Ontspannen en relaxen mag ik nog wel aan werken

Rahmattulla geeft aan dat ze nadat ze gepromoveerd gaat reizen en nog moet bedenken wat ze daarna precies gaat doen. “Het lijkt mij nu vooral geweldig om andere culturen te zien, ik denk dat ik daar nog veel van van kan leren. Maar ontspannen en relaxen daar moet ik nog wel aan werken. “

Daarna moet zij nog even kijken maar het pad van J.A. volgen dat denkt ze van niet. “Snijden ga ik sowieso niet doen. Mijn hart ligt daar niet. Ik vond het geweldig om tijdens de coschappen mee te kijken, maar ik zou het niet voor de rest van mijn leven willen doen. Ik ben meer een denker en ik vind het mooi om te puzzelen om voor de patient de juiste diagnose te kunnen stellen, dus pathologie zou een goede mogelijkheid zijn. Ik wil wel in het onderzoeksveld blijven, maar het specialisme daar ben ik dus nog niet uit. Maar betrokken blijven bij deze onderzoeksgroep lijkt mij fantastisch.”

Tot slot legt Bruijn uit dat Rahmattulla een voorbeeld is door hoe zij als vluchteling naar Nederland kwam en nu zover is gekomen. “Ik vind de verticale mobiliteit die je bij jou ziet mooi. Dat je twintig jaar geleden naar Nederland kwam en dat je alle kansen die je had gegrepen hebt dat vind ik uniek. Ik ben er extra trots op dat wij als LUMC daar een rol in spelen. En dat doe jij, dat doe ik niet. Dit is de manier hoe het moet, jij doet dat zelf. Jij regelt je eigen inclusiviteit, wij geven je de mogelijkheid en de support. Dat is onze plicht, maar ook een groot plezier.”

Heb nooit iets gemerkt van mijn tijd in een asielzoekerscentrum

Rahmattulla heeft dat zelf zo nooit ervaren en ze vindt het ook een beetje jammer als naar haar afkomst wordt gekeken. “Zo heb ik dat nooit gevoeld. Ik begrijp het best wat J.A. zegt maar ik heb het nooit om die reden bewust gedaan. Ik heb er als kind nooit iets van gemerkt dat we in een asielzoekerscentrum hebben gezeten. Ik vind het ergens wel jammer dat dit in de samenleving vaak zo benadrukt wordt.”

Ook op de sociale media kreeg zij hier opmerkingen over, toen bekend werd gemaakt dat zij summa cum laude was afgestudeerd. “Je krijgt natuurlijk altijd kritiek over je heen op het moment dat er iets over je wordt gepubliceerd. Toen het persbericht op de website van LUMC stond, stond er een Facebookbericht onder met de boodschap: ‘Jij bewijst dat politieke partij X ongelijk heeft.’ Maar toen dacht ik: dat is wel heel jammer. Jij zet mijn summa cum laude in een context waar ik niet wil staan. Dit heeft niets te maken met mijn achtergrond. Het heeft het er wel deels aan bijgedragen dat ik mijn ouders altijd heel hard heb zien werken. Dat heeft meer met mijn ouders te maken dan met mijn culturele achtergrond.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK