VVD wil onderzoek naar gevolgen leenstelsel voor woningmarkt

Minister Ollongren trekt invloed van de studielening op hypotheek in twijfel

Nieuws | door Frans van Heest
12 december 2017 | De VVD wil dat het Nibud onderzoek gaat doen naar de gevolgen van het leenstelsel voor de kansen van starters op de woningmarkt. Dit werd duidelijk bij een debat in de Kamer over de woningmarkt waarbij de ChristenUnie coalitiegenoot VVD hard aanviel op de invoering van het leenstelsel.

Maandag werd er een Algemeen Overleg gevoerd in de Tweede Kamer over de woningmarkt. Daarbij kwam ook de kredietwaardigheid van starters ter sprake en hun kans op de woningmarkt na de invoering van het leenstelsel in 2015. De VVD, bij monde van de woordvoerder wonen Daniel Koerhuis, nam het op voor starters op de woningmarkt die te maken hebben met een studieschuld.

Deze jongeren komen nu veelal in de knel volgens de VVD’er. “De hypotheekwensen van starters, zzp’ers en senioren liggen ver uit elkaar. Hypotheekverstrekkers kunnen maatwerk bieden, maar doen dit nu nog te weinig. Er zijn echter nog enkele problemen, zoals, studieleningen. Op dit moment telt je studielening nog zwaar mee in de berekening van je maximale hypotheek. Dat maakt het extra moeilijk voor veel mensen die net afgestudeerd zijn om een huis te kopen.”

Spijt van ‘leven lang lenen’?

De ChristenUnie dacht wat spijt te bespeuren bij coalitiepartner VVD omdat zij het leenstelsel hadden ingevoerd. Carla Dik-Faber wilde duidelijkheid op dit punt. “Begrijp ik goed dat de VVD’er toch een klein beetje spijt van heeft dat een leven lang leren, een leven lang lenen is geworden, omdat we mensen die starten op de woningmarkt met een studieschuld hebben opgezadeld?”

De VVD’er Koerhuis verweerde zich door erop te wijzen dat de voorwaarden van studieleningen heel gunstig zijn. “We hebben het hier over de positie van starters op de woningmarkt. Die geef ik ook graag een kans. De studieleningen in het sociaal leenstelsel zijn heel zachte leningen. Dat is op de hypotheekmarkt helaas nog niet zo. Studieleningen hebben een lage rente, je kan ze tijdelijk stopzetten en je kan ze inkomensafhankelijk terugbetalen. Daarom wil ik dat de studielening niet te zwaar meetelt in de berekening van je maximale hypotheek.”

Koerhuis die deze vraag vanuit de Kamer kennelijk verwacht had en het antwoord netjes van papier voorlas was nog niet van Faber af. “Dat was een keurig voorbereid antwoord, maar mijn vraag blijft wel staan. Heeft de VVD-fractie er nou geen spijt van? Het punt blijft dat je jonge mensen die zijn afgestudeerd de woningmarkt op jaagt met een studieschuld waardoor het lastiger is om een hypotheek af te kunnen sluiten. Daar wil ik graag een antwoord op hebben. Ziet de VVD dat niet als problematisch? Heeft de VVD er toch geen spijt van dat we jonge mensen opzadelen met een schuld en dat een leven lang leren, een leven lang lenen is geworden? Heeft u spijt, meneer Koerhuis?”

“Ik heb er geen spijt van dat ik bij het begrotingsoverleg Wonen sta, dat ik het graag heb over de positie van starters op de woningmarkt en dat ik die graag een kans geef.” Besloot de VVD dit debat.

Minister: studielening geen invloed op hypotheek

Ook het CDA bleek tijdens het debat de studieschuld van starters problematisch te vinden. Erik Ronnes vroeg hier aandacht voor. “Jongeren met studieschulden en een flexibel dienstverband kunnen een lagere hypotheek krijgen dan mensen die dit niet hebben, terwijl huren vaak meer maandlasten met zich meebrengt.”

Sandra Beckerman (SP) had een goede middag, zij proefde wrevel binnen de coalitie over de effecten van het leenstelsel. Beckerman kon het niet laten om het CDA erop te wijzen dat ook de huidige coalitie het leenstelsel niet heeft afgeschaft. “Wat ik in dit debat eigenlijk het interessantste tot nu toe vind, is dat zowel mevrouw Dik-Faber als de heer Ronnes een beetje spijt lijken te hebben. Ze lijken er spijt van te hebben dat ze jongeren met zo’n enorme schuld aan het opzadelen zijn, waardoor die jongeren zo veel moeite hebben om er op de koopmarkt nog tussen te komen. Heeft u er spijt van dat jongeren te kampen hebben met zulke grote studieschulden?”

Het CDA hield vast dat zij het leenstelsel niet hadden ingevoerd maar dat dit beleid was van het vorige kabinet. “Nou, als wij daar invloed op uit hadden kunnen oefenen, zou dat zeker zo zijn. Het is ons in de vorige periode alleen niet gelukt om een meerderheid te krijgen van mensen die daar tegen waren. De studielening is dus een feit.” Ronnes wees er bovendien op dat het CDA in het nieuwe kabinet nog wel iets had gedaan om de toegankelijkheid te verbeteren. “U ziet ook dat dit een rol heeft gespeeld bij onder andere de € 1.000 korting in het eerste jaar, maar ik denk dat de studielening een onderdeel is dat we hier verder niet inhoudelijk hoeven te bespreken.”

De minister van Binnenlandse Zaken, die tevens over wonen gaat, Kajsa Ollongren (D66) ontkende aan het adres van de VVD dat studieschulden problematisch zijn voor starters op de woningmarkt. “Voor studieleningen geldt een lager wegingspercentage vanwege het sociale karakter. Dit is een heel ander wegingspercentage dan bijvoorbeeld voor een consumptief krediet. Maar het klopt wel dat het meetelt. Of dat een groot probleem is, betwijfel ik. Ik denk dat we dan beter met elkaar ervoor kunnen zorgen dat de woningmarkt beter functioneert, dat er een groter aanbod is et cetera. Maar het is waar dat de lening meetelt, maar dat is slechts voor 0,45%.”

De VVD was niet tevreden met dit antwoord en wilde dat er middels een motie onderzoek werd gedaan naar het effect van studieschulden op de kredietwaardigheid van starters op de woningmarkt. “Ik wil de positie van starters op de woningmarkt verbeteren. Zo verdedigde hij zijn motie waarin Koerhuis. Ik wil dat studieleningen niet te zwaar meetellen in je maximale hypotheekbedrag.” De motie die de VVD inbracht luidde als volgt:

“De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat starters vaak moeilijk een hypotheek kunnen krijgen; constaterende dat de studielening soms onevenredig zwaar wordt meegenomen in de maximaal mogelijke hypotheek; constaterende dat een studielening tot een te lage hypotheekofferte leidt, wat de positie van starters alleen maar moeilijker maakt; verzoekt de regering het Nibud hierover onderzoek te laten doen en een brief te sturen met een voorstel hoe dit op te lossen, en gaat over tot de orde van de dag.”

In de reactie op deze motie liet de minister weten deze motie niet nodig te vinden maar het oordeel aan de Kamer te laten. “Ik laat deze motie graag aan het oordeel van de Kamer. Ik heb betoogd dat de studieschuld wordt meegewogen, maar dat die een relatief lage wegingsfactor heeft. Maar ik ben best bereid om dit aan het Nibud te vragen.”

Eerder dit jaar bracht het Nibud al een rapport (rapport onder rode knop) uit over de financiele situatie van studenten waarin ook het leengedrag is opgenomen. Uit die inventarisatie bleek dat 70% van de respondendenten weet dat een lening bij DUO gevolgen heeft voor de maximale hypotheek die zij af kunnen sluiten. Uit dat onderzoek bleek tevens dat bijna de helft van de studenten leent om na de studie iets achter de hand te hebben. 15% spaarde voor de aankoop van een huis (in de toekomst).


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK