Waken voor nationalisme bij internationalisering

Nieuws | door Frans van Heest
21 december 2017 | Minister Van Engelshoven hoopt de studieleningen voor Nederlandse studenten in het buitenland te kunnen uitbreiden. Dit heeft ze voorzichtig toegezegd tijdens een bijeenkomst georganiseerd door de vereniging Nederlandse Studenten Wereldwijd.

Nederlandse Wereldwijde Studenten (NWS), een netwerk van Nederlandse studenten die een studie volgen in het buitenland, organiseerde woensdag een symposium op het ministerie van OCW. Zij hadden hiervoor ook de minister uitgenodigd om een bijdrage te leveren. In haar speech liet zij haar licht schijnen over haar nieuwe internationaliseringsbeleid en ging ook kort in op de actuele discussie over verengelsing van het hoger onderwijs.

Van Engelshoven heette allereerst de studenten welkom op haar eigen departement. “Wat fijn dat het ministerie jullie dag mag hosten, het is toch ook jullie moederdepartement, OCW. Jullie zijn op die manier toch een beetje van ons, of ik als minister van jullie, zo zou je het ook kunnen zeggen.”

Internationals zijn een inspiratie

De minister greep de mogelijkheid aan om nog maar eens te onderstrepen dat zij en haar ambtenaren volledig achter NSW staan. “Het is goed om op dit moment te onderstrepen waarom wij het belangrijk vinden dat Nederlandse studenten in het buitenland zich organiseren. Wij willen dat als departement ook graag ondersteunen. Wat jullie doen kan een inspiratie zijn voor al die studenten die de spannende stap moeten nemen. Waarvan ik hoop dat heel veel studenten in de toekomst dat ook blijven doen.”

Daarnaast benadrukte de minister hoe belangrijk het is om in het buitenland te studeren. “Het is een fantastische ervaring voor je studie, maar ook in je leven, als je naar het buitenland gaat. Jullie kunnen ook hier inspirerend zijn voor nieuw beleid, ik nodig jullie ook van harte uit om met ons mee te denken. Jullie ervaren als geen ander aan den lijve hoe het is om in het buitenland te studeren en wat daar anders en misschien beter of slechter is en wat wij daarvan kunnen leren. De prachtige loopbaan die jullie ongetwijfeld tegemoet gaan zal ook inspirerend zijn voor verdere internationalisering van Nederland.”

Tegen nationalisme en protectionisme

De minister had een waarschuwing als het gaat om de tegenreacties die internationalisering op kan roepen in de samenleving. “Ik ben heel blij dat in het regeerakkoord staat dat wij internationalisering belangrijk vinden en ook blijven vinden. Naast internationalisering zien we natuurlijk ook trends in de samenleving van nationalisme en protectionisme. In het debat is er ook de nijging om meer naar binnen te keren en om hekken om Nederland heen te zetten.”

De minister kiest tegen deze trend in een andere weg. “Ik wil blijven stimuleren om de ramen open te zetten om mensen naar buiten te laten gaan. Om op die manier de ervaring vanuit het buitenland terug mee te brengen naar Nederland. En om ook echt actief aan de slag te gaan om de horizon te verbreden.”

De minister wil in dit verband ook Europa als vehikel gebruiken om internationalisering aan te jagen middels beurzenprogramma’s. “Daarom geloof ik ook heilig in Europese samenwerking waarin we stappen zetten om het makkelijker te maken om diploma’s te erkennen. Laten we volop blijven inzetten op Erasmus+ waardoor heel veel studenten ervaring op kunnen doen en kunnen ruiken en proeven aan studeren in het buitenland. Hoe de toekomst van Erasmus+ eruit zal zien, zal dit jaar duidelijker worden. Ik zal regelmatig naar Brussel afreizen om ervoor te zorgen dat Erasmus+ blijft, maar het liefst wil ik dat het nog wordt uitgebreid. Dat ga ik ook doen met alle partners die we hebben, Nuffic, de VSNU, VH en VNO-NCW.”

De internationale studenten hadden ook nog een wensenlijstje voor OCW.  Zo willen zij dat de studieleningen flexibeler kunnen worden ingezet, zodat grote bedragen voor bijvoorbeeld hoog collegegeld incidenteel geleend kunnen worden. De minister beloofde hiernaar te gaan kijken. “De manier waarop we het hier doen met de studiefinanciering past natuurlijk heel goed in Nederland. Maar niet ieder land past zich aan de Nederlandse systematiek. Daar moeten we naar kijken hoe we die leningssystematiek van studenten zo aanpakken dat het jullie ook lukt om in het buitenland te kunnen studeren. Daar gaan we serieus naar kijken.”

Houdbaarheid van de overheidsfinanciën

Zoals eerder in de verkiezingscampagne door Van Engelshoven zelf was aangekondigd wil zij ook gaan kijken naar de mogelijkheden om het leenbedrag verhogen voor studenten in het buitenland. Hier komt echter Wopke Hoekstra, de minister van Financiën om de hoek kijken. “Een ander punt en dat is iets ingewikkelder maar daar ga ik nog wel naar kijken is de hoogte van leningen. De minister van Financiën wijst mij ook voortdurend op de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en de begrotingsregels. Maar studeren in het buitenland is gewoon duurder. Die verschillen met het buitenland kunnen aanzienlijk zijn en het is niet zo dat de duurste universiteit in het buitenland noodzakelijkerwijs ook de beste is. We kunnen wel voorstellen dat er dusdanige verschillen zijn in de kosten waarbij wij ons kunnen afvragen hoe we daar een mouw aanpassen.”

Maar een harde toezegging op dit punt werd er niet gedaan. “Daar gaan we goed naar kijken. In mijn brief in het voorjaar ga ik daar ook verder op in en een antwoord op formuleren. Ik zeg niet toe dat alles lukt, maar ik vind het wel een serieuze vraag waar wel een serieus antwoord op nodig is.”

Je bent voor of tegen

Het laatste punt van de minister ging over verengelsing en daar werd een oproep gedaan. “Ik hoor ook veel over die verengelsing en tegen de aanwezige journalisten in de zaal zou ik zeggen: laten we ook die discussie met nuance voeren. Ik merk dat we heel snel in deze discussie worden getrokken met de tegenstelling: ‘je bent voor, of je bent tegen.’ We moeten er gewoon heel goed naar kijken Engelstalig onderwijs kan van meerwaarde zijn en soms ook niet, maar het moet in ieder geval altijd van kwaliteit zijn. Dat staat voor mij voorop.”

Voor de minister weer naar een ander overleg moest, wees zij er wel op dat zij zelf op dit punt een spijtoptant is. “Ik ben in België opgegroeid, en op de middelbare school was alles om de hoek, maar het leek wel allemaal erg op elkaar. Als ik ergens spijt van heb dan is het wel dat ik niet in het buitenland ben gaan studeren. Misschien was ik dan wel een veel betere minister geworden, wie weet?”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK