Het land wacht op u
Deze week debatteerde de Tweede Kamer over de Voorjaarsnota. Daarbij werd uitgebreid stilgestaan bij de tekorten op de OCW begroting die voor 2018 oplopen tot bijna een half miljard euro. Jeroen Dijsselbloem hoopt niet meer als minister van financiën met Prinsjesdag een begroting met een gat er in, in te moeten inleveren voor 2018. Hij doet dan ook een oproep aan de formerende partijen om snel met een regeerakkoord te komen, zodat Rutte-III zelf kan invullen hoe dit gat op de begroting voor onderwijs moeten worden gedicht.
Vanuit de Kamer kwam ook veel kritiek op Dijsselbloem. De hoofdreden hiervoor was dat Lodewijk Asscher had gedreigd om op te stappen met het PvdA-smaldeel als er bij de begroting van 2018 geen extra geld zou gaan het salaris van leraren in het primair onderwijs.
De boel netjes achterlaten
Bij de vorige Algemene beschouwingen in september vorig jaar had Alexander Pechtold met een brede steun van de Kamer bedongen dat de toen al oplopende tekorten bij OCW niet zou worden ingeboekt voor het jaar 2017.
Steven Van Weyneberg (D66) verwees naar deze motie van partijgenoot Pechthold, maar hield Dijsselbloem wel voor dat er voor 2018 nog een tekort op de begroting staat. “Voor dit jaar wordt de motie-Pechtold uitgevoerd. Er wordt niet bezuinigd op het onderwijs. Vindt de minister dat hij de boel netjes achterlaat met nog een open taakstelling op die OCW-begroting van 467 miljoen? Is dat verantwoord begroten?”
Daarom kon Van Weyenberg ook niet het dreigement van Asscher geloven die zei dat hij met de PvdA zou opstappen als er niet meer geld naar salarissen zou gaan in het primair onderwijs. “Ik begrijp PvdA-leider Asscher niet die hier in de Kamer dreigt dat zijn ministers de begroting niet zullen tekenen als er geen geld komt voor hogere lerarensalarissen, terwijl hij als vicepremier Asscher in de Trêveszaal zijn handtekening zet onder een Voorjaarsnota met bijna een half miljard aan bezuinigingen op het onderwijs voor volgend jaar. Dat gaat mijn pet te boven.”
Hete soep
Volgens Dijsselbloem werd de soep niet zo heet gegeten en komt er voor 2018, als hij nog verantwoordelijk minister is een nette oplossing voor dit tekort dat sinds 2016 is opgelopen. “Die taakstelling is verder verhoogd door de tegenvaller, die eigenlijk een meevaller is, op de leerlingenramingen. Waaronder 11% meer internationale studenten. We hebben daarvan afgesproken dat we die voor het lopende jaar dekken. Wij zijn immers nog verantwoordelijk voor de begroting. Als wij op Prinsjesdag een nieuwe begroting moeten presenteren, zullen we natuurlijk ook de begroting van 2018 netjes sluitend maken, ook voor OCW. Het dilemma is hoe we omgaan met de langeretermijntaakstellingen.”
Ook Pieter Omtzigt was hogelijk verbaasd over de woorden van de vicepremier Lodewijk Asscher. En vroeg of Dijsselbloem Asscher achterna gaat als er niet meer geld gaat naar de onderwijsbegroting. “Wat bedoelt minister Asscher als hij zegt: ik trek de PvdA-bewindspersonen terug uit het kabinet als er niks gebeurt met de salarissen in het primair onderwijs? Is dat een PvdA- of kabinetsbesluit of kijken we wel wat er gebeurt?”
Dijsselbloem hoopte vooral dat het niet zover zou komen en dat nu de onderhandelden partijen de financiering voor meer salaris kunnen gaan regelen. “Het is vrij simpel. Zolang de Partij van de Arbeid verantwoordelijkheid moet dragen voor de begroting, zal zij die verantwoordelijkheid moeten willen en kunnen dragen. Dat gaat natuurlijk gepaard met politieke wensen. Ik heb er twee genoteerd evenwichtig koopkrachtbeeld en de salarissen in het primair onderwijs. Ik roep de heer Omtzigt en zijn collega’s op: maakt u haast, maakt u voort, het land wacht op u. Dan kunt u zelf de begroting maken. Dat zou mij ook enorm opluchten.”
