Kamer moet zich niet bemoeien met halvering collegegeld

Nieuws | door Frans van Heest
31 januari 2018 | Het invoeren van de halvering van het collegegeld voor eerstejaarsstudenten kan alleen volgens planning verlopen als het parlement zich niet bemoeit met de wetgeving. Dat is de onderliggende conclusie van de analyse die OCW liet maken van de maatregel. Vanuit de Kamer wordt er echter al aangedrongen op uitbreiding van de regeling.
UB Universiteit Utrecht

Het consultancy kantoor Andersson Elffers Felix heeft in opdracht van het ministerie van onderwijs een impactanalyse gemaakt. Deze analyse heeft bekeken of de invoering van de halvering van het collegegeld die voor aankomend collegejaar gepland staat uitvoerbaar en ook haalbaar is. Deze maatregel is door Rutte III aangekondigd om eerstejaarsstudenten tegemoet te komen nadat het leenstelsel is ingevoerd.

Er heerst nog veel onduidelijkheid over de nieuwe wet en de precieze uitwerking ervan. De studentenbonden worden ook overstelpt met vragen over deze nieuwe maatregel van Rutte III.

Haastige spoed

De halvering van het collegegeld moet het aankomende collegejaar, dus per september 2018, ingaan en duidelijk is al dat dit een lastige opgave wordt. Veel wijzigingen moeten in gang worden gezet alvorens de wetgeving door beide Kamers wordt behandeld. In essentie betekent dit dat er tijdens het wetgevingsoverleg geen wijzigingen meer doorgevoerd kunnen worden.

Wanneer de complexiteit toeneemt kan dit ertoe leiden dat de verlaging van het collegegeld alleen ingevoerd kan worden door studenten later het te veel betaalde collegegeld terug te betalen. Dit laatste vinden alle betrokken partijen geen wenselijke optie. Studentenbonden vrezen ook dat dan ook het beoogde effect; het verhogen van de toegankelijkheid in ieder geval voor volgend jaar nog niet zal optreden.

Bovendien zorgt vertraging voor veel administratieve last en oplopende invoeringskosten. OCW heeft aan de hoger onderwijsinstellingen laten weten dat het ministerie garant zal staan voor extra kosten die gemaakt worden bij vertragingen.

Complexiteit grootste vijand

De maatregel zoals die in het regeerakkoord staat is in december door de minister al uitgebreid. Niet alleen de pabostudenten krijgen twee jaar korting op hun collegegeld, maar ook de rest van de lerarenopleidingen. Met deze laatste wijziging heeft het consultancybureau nog geen rekening kunnen houden in hun impactanalyse. De regering wil met de tweejarige korting op het collegegeld bij de lerarenopleidingen het beroep van leraar aantrekkelijk maken.

Het wetsvoorstel ligt nu bij de Raad van State alvorens deze naar het parlement wordt gestuurd voor behandeling. De halvering van het collegegeld betreft circa 140.000 studenten. De invoering heeft effect op de hele uitvoeringsketen van DUO, tot softwareleveranciers en hogescholen en universiteiten. Ook andere factoren dragen bij aan de complexiteit. Zo wordt bij de Open Universiteit niet per collegejaar betaald maar per module. Daarnaast zijn er de University Colleges en de opleidingen met een bijzonder keurmerk kleinschalig en intensief onderwijs. Deze opleidingen mogen een hoger collegegeld vragen. Daarvoor zal dan ook een ander tarief gaan gelden.

Alleen de voorkeursvariant is haalbaar

De analyse werkt met een voorkeursvariant, mocht deze niet haalbaar zijn dan zijn er nog een aantal opties om op terug te vallen. Die zijn in de uitvoering complexer, tijdintensiever en daarom ook duurder en fraudegevoeliger.

De voorkeursvariant houdt in dat studenten het gereduceerde collegegeld overmaken aan de instelling en ook worden ingeschreven voor de opleiding. Deze variant brengt ook de minste complexiteit met zich mee, omdat het nieuwe beleid volledig ingevoerd kan worden zonder extra administratieve lasten. De uitvoeringskosten lopen in deze variant op tot maximaal €1,7 mln. zo is de verwachting. De andere varianten zijn duurder en hebben ook een grotere onzekerheidsmarge.

Opteren voor deze voorkeursvariant brengt wel een groot risico met zich mee; namelijk het onvoorspelbare wet- en regelgevingsproces. Wanneer wijzigingen worden aangebracht in de definitie of toepassingen voor specifieke doelgroepen dan heeft dat direct consequenties voor de uitvoering. Daarnaast zal er tijdige besluitvorming in het parlement plaats moeten vinden en tijdens het wetgevingsoverleg zal er begonnen moeten worden met de voorbereidingen.

Als de voorkeursvariant wordt uitgevoerd dan kunnen er door het parlement feitelijk geen wijzigingen meer worden doorgevoerd. Deze politieke keuze moet duidelijk in overweging worden genomen door het ministerie, zo geven de consultants te verstaan.

De voorkeursvariant kan alleen maar slagen als er in de hele keten van student, universiteit tot DUO geen fouten worden gemaakt en de systemen voor 1 mei worden aangepast. Dat is namelijk het moment waarop de meeste ho-instellingen de betalingsmogelijkheden openzetten voor studenten.

Amendementen liggen op de loer

Dat er alsnog wijzigingen gaan plaatsvinden is niet geheel ondenkbaar, voorstellen daartoe zijn al gedaan. GroenLinks heeft deze week aan de minister gevraagd om studenten die tussen 2015-2017 met hun studie begonnen alsnog €1000 korting te geven. Omdat uit een rapport van de Rekenkamer bleek dat het hoger onderwijs maar voor de helft de afspraken is nagekomen van de voorinvesteringen in kwaliteit naar aanleiding van het leenstelsel. Dit voorstel zal dan ook meegenomen worden in het debat dat de Kamer binnenkort houdt over de voorinvesteringen.

Mochten er toch wijzigingen worden doorgevoerd in het wetgevingstraject dan heeft het de voorkeur van alle betrokkenen om de invoering niet uit te stellen. Studenten zullen dan het te veel betaalde bedrag teruggestort krijgen. Deze variant is wel fraudegevoelig en kan leiden tot veel bezwaarprocedures van studenten. Studenten kunnen zich voortijdig uitschrijven voor een studie waarbij de kans bestaat een te hoog bedrag terugkrijgen. Dit moet allemaal gecontroleerd worden door DUO en de instellingen waardoor de uitvoeringskosten aanzienlijk stijgen.

Strategisch studiegedrag

In het rapport is ook gekeken naar de gedragseffecten. Zo kan er in de bachelors een hogere instroom worden verwacht. Studenten zullen naar verwachting namelijk eerder beslissen om door te studeren na het mbo of het voortgezet onderwijs. Wel kan de februari-instroom van dit jaar lager uitvallen. Studenten zullen liever een half jaar wachten op het lagere collegegeld. Vooral mbo’ers stromen in februari in bij een bachelor.

Mocht er toch lang nog onduidelijkheid blijven bestaan over de maatregel, dan zullen studenten zich ook bedenken en het studeren een jaar uitstellen en een tussenjaar nemen, zo voorspelt Andersson Elffers Felix. Wat dat betreft brengt de invoering van de collegegeldhalvering de invoering van het leenstelsel in herinnering.

Voor de lerarenopleidingen zullen deze effecten groter zijn, omdat het hier om een halvering van het collegegeld geldt voor de eerste twee jaar. Ook de wet die gaat gelden voor de academische lerarenopleidingen brengt extra complexiteit met zich mee omdat die studenten zowel staan ingeschreven aan een hbo-opleiding als ook aan een wo-opleiding pedagogiek.

Opleidingen die meedoen met de pilot met vraagfinanciering kunnen ook een terugval verwachten van de instroom. Studenten krijgen bij deze pilot vanuit de overheid een voucher van €1250 en kunnen bij een aantal opleidingen korting krijgen voor modules. Een aantal hogescholen doet mee aan deze pilot, zoals de HAN, Fontys en de Hanze. Die kunnen een lagere instroom verwachten omdat deze studenten niet in aanmerking komen voor een lagere collegegeld tarief.

Andere onvoorziene gevolgen

Door deze maatregel wordt het verschil in tarief ten opzichte van de collegegelden in de buurlanden België en Duitsland ook kleiner. Dit kan ertoe leiden dat minder studenten naar het buitenland gaan. Andersom kan het ook betekenen dat Nederland de drempel verlaagt voor studenten elders uit Europa om hier te gaan studeren, met name uit de buurlanden.

Het advies in het rapport aan OCW is dan ook om zo snel mogelijk tot een besluit te komen. De uitvoering kan niet wachten op de besluitvorming en daarom moet er zo snel mogelijk begonnen worden met de voorbereidingen. Ook wordt het advies gegeven om snel in gesprek te gaan met studentenorganisaties.

Het is namelijk mogelijk dat studenten nu al een te hoog collegegeld moeten betalen als zij zich willen inschrijven. Zeker voor de opleidingen die werken met een numerus fixus en waarvan de deadline om in te schrijven op 15 januari jongstleden verliep.

Als in dit geval alsnog het normale collegegeld aan eerstejaars studenten wordt gevraagd, kan dit tot onrust leiden met veel bezwaarschriften tot gevolg. Desgevraagd laten studentenorganisaties weten aan ScienceGuide dat zij nog niet betrokken zijn bij deze besluitvorming en dat zij zijdelings worden geïnformeerd. Ook zijn er nog geen instellingen die naar buiten communiceren over het verlaagde collegegeld, zo blijkt uit een rondgang.

Instellingen wordt geadviseerd om de module voor het betalen van het collegegeld niet te activeren voor 1 mei. Dit kan er namelijk toe leiden dat studenten een machtiging afgeven voor een te hoog collegegeld. Dit is volgens het rapport onwenselijk, omdat instellingen dan later handmatig correcties moeten doorvoeren.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK