Een kwalitatieve keuze afdwingen bij de student

Research & Graduate School moet Saxion profiel geven als University of Applied Sciences

Interview | door Tim Cardol
16 januari 2018 | “Het gaat in het hbo nog te enkelvoudig over onderwijs. Het aandeel onderzoek is nog steeds te klein.” Als interim-directeur van de Research & Graduate School van Saxion wil Frans Pol het onderzoek in de hogeschool meer gewicht geven. Op die manier moet de hogeschool een nadrukkelijk profiel krijgen.
Frans Pol

Om de ambitie om te komen tot een University of Applied Sciences nog meer gestalte te geven, heeft Saxion sinds 1 januari 2018 het masteronderwijs, corporate praktijkgericht onderzoek en de promoties ondergebracht in de Research & Graduate School. “We hebben de afgelopen jaren goede stappen gezet en met deze keus verwachten wij dit alles nog beter te kunnen doen,” vertelt Pol. Hij hoopt dat het nieuwe instituut een impuls geeft aan het praktijkgericht onderzoek.

Als kwartiermaker van de Saxion Research & Graduate School heeft Pol, samen met een kwartiermakersgroep, het afgelopen jaar in de hogeschool ervoor gezorgd dat het Saxion corporate onderzoeksprogramma nu sterker in de organisatie is vastgelegd. “Het is niet zozeer dat we iets heel nieuws doen, als wel dat we bestaande plannen verder uitbouwen. Het gaat er om dat de uitvoering en het beleid geborgd zijn en de nieuwe academisch directeur daar op kan voortbouwen.” Dit alles nog meer in relatie met onze geïntegreerde visie op onderzoek en onderwijs: “Doeners met Denkkracht”.

In de Research & Graduate School zijn vier aandachtsgebieden geformuleerd. Zo moet het thema living technology, smart solutions in de hele hogeschool in het onderwijs en onderzoek leidend zijn. Ook wordt het masteronderwijs dat nu uit vijftien opleidingen bestaat verder uitgebreid en nadrukkelijker in verbinding gebracht met de corporate strategie. En er komt nadrukkelijk aandacht voor medewerkers die willen promoveren. Ook gaat er meer gekeken worden naar hoe de kwaliteit van praktijkgericht onderzoek verbeterd en geborgd kan worden.

Meer ruimte voor onderzoek hbo

Volgens Pol zijn we in de discussie over onderzoek in het hbo inmiddels de vergelijking met de universiteiten voorbij. “Je ziet dat de aandacht voor praktijkgericht onderzoek zowel nationaal als internationaal ontzettend toeneemt. Het gaat overal over impact en valorisatie. Ik denk dan ook dat er voldoende ruimte is voor het hbo.”

Pol wijst onder meer op het Horizon 2020 en daaropvolgende KP9 programma van de EU. “Ook daar wordt de impactvraag steeds nadrukkelijker gesteld. Ik denk echt dat als het hbo dat goed aanpakt, daar voor ons heel veel te halen valt.” Pol wijst er op dat in de eerste jaren van Horizon 2020 de Nederlandse universiteiten en research instellingen €1 miljard uit Horizon 2020 hebben weten op te halen, tegenover €7 miljoen voor de hogescholen. “Dat is absoluut een heel groot verschil, maar relatief valt het mee. Als je ziet hoeveel de universiteiten kunnen investeren in bijvoorbeeld het indienen van die aanvragen.”

“De nationale en internationale extra financieringsmogelijkheden kunnen ons helpen in onze ontwikkeling als University of Applied Sciences”, licht Pol toe. “Daardoor kunnen wij onze maatschappelijke opdracht zowel naar bedrijven, instellingen alsook naar studenten nog beter uitvoeren”. Er valt nog een wereld te winnen en dat doet Saxion ook door samen te werken met onder andere de Universiteit Twente. “We werken samen in de ontwikkeling van masterprogramma’s, maar trekken ook samen op bij het vinden van investeringen”, legt Pol uit. “We organiseren bijvoorbeeld samen een ‘grants week’ met workshops en ideeënuitwisseling voor het vinden van financiering van ons onderzoek.”

Werken aan kwaliteitszorg

Die inspanningen hebben er toe geleid dat van de 116 voorstellen in het kader van Horizon 2020 die het Nederlandse hbo het afgelopen jaar deed er 19 werden goedgekeurd. “Dat is toch 16 procent”, zegt Pol die beaamt dat het aantal aanvragen de komende jaren omhoog moet. “We moeten nog steviger samen optrekken en meer middelen vrijmaken voor praktijkgericht onderzoek. Wat dat betreft ben ik blij dat de minister expliciet heeft uitgesproken te willen investeren in praktijkgericht onderzoek.”

Pol vertelt dat een aantal hogescholen in Nederland bezig is om het praktijkgericht onderzoek steviger uit te bouwen. “Vanuit de gedachten ‘samen sterk’ zijn we vanuit de Vereniging Hogescholen twee jaar terug gestart met de UAS10 Een aantal Nederlandse hogescholen heeft de handen ineen geslagen om samen een sterkere vuist te maken in Brussel: de UAS10. Deze hogescholen hebben als gemene deler het belang van de gezamenlijke profilering van een UAS en de daarbij behorende Europese onderzoek ambities. De hbo strategische onderzoeksagenda (augustus 2016) vormt een mooi vertrekpunt voor het UAS10 platform om het onderzoek aan hogescholen gezamenlijk verder op Europees niveau te brengen. De tien thema’s zoals genoemd in de agenda krijgen zo een Europese doorontwikkeling en bieden het UAS10 platform de mogelijkheid om de lobby, kennisdeling en het vormen van partnerschappen op de tien inhoudelijke thema’s voort te zetten. waarin die hogescholen samen optrekken in hun doelstelling om zich verder te ontwikkelen als een University of Applied Sciences.

Om het praktijkgericht onderzoek verder uit te breiden in het hbo en in de hogeschool, wil Saxion ook een kwaliteitsslag maken. “We zijn nu zo’n 15 jaar bezig met onderzoek in het hbo, maar over hoe wij onderzoek doen wordt nog maar weinig gepubliceerd. Er zijn nu wel goede voorbeelden van lectoren die specifiek hier mee bezig zijn, maar dat moeten we nog meer doen om de kwaliteit te verbeteren.”

Een voorbeeld van hoe Saxion samen met andere hogescholen de kwaliteit van het onderzoek probeert te verbeteren is de leergang ‘Bouwstenen voor praktijkgericht onderzoek’. “We doen dat nu met acht hogescholen, maar we willen toe naar landelijke dekking. Het enthousiasme is groot. Tegelijkertijd zijn we ook binnen Saxion zelf bezig om via intervisie, scholing en onderlinge reviews het niveau van het onderzoek naar een hoger plan te tillen. Ook wordt stevig gewerkt aan de professionalisering van de “Keten Onderzoek” met haar diverse onderdelen. Zo hebben wij het afgelopen jaar de Keten Subsidiemanagement ontwikkeld en kreeg Research Data Management met open acces de volle aandacht.”

Hbo-master complementair aan het wo

 De profilering als University of Applied Sciences betekent voor Frans Pol ook dat er bovenop het reguliere bacheloronderwijs nog een volwaardig masterprogramma komt. Op dit moment heeft Saxion vijftien masterprogramma’s maar wat Pol opvalt is dat de hbo-master nog onvoldoende gekend wordt. “Zowel studenten en werkgevers weten ons nog te weinig te vinden.”

En dat terwijl de hogeschool wel degelijk wat te bieden heeft, vindt Pol. Hij wijst daarbij als voorbeeld op de master ‘Applied Nanotechnology’. “Daarin hebben we nauw samengewerkt met de UTwente. Volgens mij komt daar heel mooi in naar voren dat we echt iets anders doen dan de universiteit. We trekken dan ook niet alleen studenten van het hbo, maar ook uit het wo. Dat zijn studenten die veel meer in de doe-stand staan en niet het echt fundamentele onderzoek in willen.”

Volgens Pol is het zaak dat die meerwaarde van het hbo-masteronderwijs nog meer voor het voetlicht wordt gebracht. Dat betekent ook dat het aanbod omhoog moet. Vorig jaar kondigde minister Bussemaker nog aan dat ook het hbo-masteraanbod bekostigd gaat worden, maar nu het nieuwe kabinet is begonnen ziet Pol dat dit nog niet is geregeld. “Toch zie je dat hogescholen wel zijn begonnen met bekostigde masteropleidingen.”

Kwalitatieve keuze afdwingen

Zowel het onderzoek dat een hogeschool doet, als het aanbod aan bachelors en masters moet volgens Pol ook een afspiegeling zijn van het zwaartepunt dat de instelling heeft gekozen. “Als je zegt: we zijn goed op dat thema, dan vind ik dat je daarin ook het beste promotieonderzoek en het beste masteronderwijs in te bieden moet hebben. Dat bereik je niet in een paar jaar, maar dat is wel een punt aan de horizon.”

“Het is natuurlijk maar vijf procent van wat we hier allemaal doen – de hoofdmoot is nog steeds ons bacheloraanbod – maar ik vind dat we de vijf procent nodig hebben om ons strategische doel te bereiken”, zegt Pol. “Dat besef tref ik in het Nederlandse hbo nog te weinig aan.”

Echte profilering op een zwaartepunt, dat voor studenten herkenbaar en aantrekkelijk is dus. “Toen ik nog directeur was bij de gezondheidsopleidingen, zijn we daar begonnen met een leergang gezondheid en technologie. Die leergang was en is echt populair en als er nieuwe inschrijvingen waren keek ik altijd even naar de postcodes. Dan zaten er ook studenten uit Zeeland tussen. Die maken dus echt een kwalitatieve keuze. Zoiets moet je als hogeschool dus proberen af te dwingen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK