Ministers enthousiast over circulaire carrières

Verslag | de redactie
30 januari 2018 | Er valt nog een schare aan docenten te winnen als het werk te combineren valt met een carrière in het bedrijfsleven. Bij Fontys in Brabant werd het afgelopen jaar werk gemaakt van deze circulaire carrières. “Het gaat er om dat je die twee werelden echt bij elkaar brengt,” zegt Fontys-voorzitter Nienke Meijer.
Ministers Arie Slob en Ingrid van Engelshoven bij de lancering van het rapport Circulaire Carrières in Zuidoost-Nederland, Foto: Giel Dalessi

In opdracht van Platform Bèta Techniek (PBT) deed bureau Motivaction onderzoek naar de drijfveren van mensen om eventueel in het onderwijs aan de slag te gaan. Daaruit blijkt dat veertig procent van de werkenden wel te porren is voor een baan als docent. Een percentage dat velen positief verraste. Op het gebied van arbeidsvoorwaarden en kansen om carrières te combineren moet er voor deze groep wel wat veranderen.

Maak ruimte voor circulaire carrières in het onderwijs.

Als trekker van het Techniekpact ging Doekle Terpstra twee jaar geleden al op zoek naar alternatieve routes naar het technisch docentschap. “Er was eigenlijk maar een regio die daarvoor bij uitstek geschikt was. Dat was de omgeving van Eindhoven,” vertelt Terpstra. Samen met Fontys sloeg hij daarom de handen ineen voor een alternatieve route waarbij ruimte was voor dubbele loopbanen.

Niet in het regeerakkoord, wel prioriteit

In Eindhoven werden gisteren de resultaten van dat programma gepresenteerd aan OCW-ministers Van Engelshoven en Slob. “Er staat niets in het regeerakkoord over het lerarentekort, maar dat betekent niet dat het geen prioriteit heeft, integendeel,” stelde Slob die sprak met twee technici die een carrière in het onderwijs overwegen

Slob deelde allereerst zijn eigen ervaringen met het docentschap in het voortgezet onderwijs. Hij reflecteerde daarbij op de vraag waarom hij zelf het onderwijs had verlaten. “Dat was een tijd waarin de docenten die het langste zaten altijd de beste klassen kregen. De ‘restjes’ die over waren, de moeilijke klassen, die waren voor de starters. Er was totaal geen beleid rond HRM of personeelszaken.”

Dit gegeven paste Slob ook toe op de vraag waarom geïnteresseerden vanaf buiten uiteindelijk niet de stap naar het onderwijs maken: “Liefde voor jongeren hebben, dat is een gegeven bij veel van deze mensen, maar mensen zijn ook niet gek. Ze willen wel onder bepaalde voorwaarden kunnen werken, en dat moet je faciliteren.” Slob was dan ook erg positief over de voorbeelden van de hybride docent en de circulaire carrière.

Terpstra vertelde over andere barrières tussen het bedrijfsleven en docentschap. Zo sprak hij een ICT’er die hij sprak die in het vmbo was gaan werken en daar docent van het jaar was geworden. “Zij vertelde dat ze zich ook met de ICT-praktijk wilde blijven verbinden, maar dat dit bijna niet meer mogelijk was. Als je een paar jaar in het onderwijs hebt gezeten ben je voor die bedrijven niet meer interessant. Daar moeten we iets aan doen als we echt die circulariteit willen krijgen.”

Die twee werelden bij elkaar krijgen is dan ook de doelstelling. Nienke Meijer was ook blij te zien dat er na de proef bij Fontys ook op andere plekken in Nederland gekeken wordt naar circulaire carrières. “Je ziet nu dat ze bij Windesheim met behulp van een Opleidings- en Ontwikkelfonds ook veertien mensen uit de beroepspraktijk aan het opleiden zijn tot docent. Het is goed dat er geleerd wordt van hetgeen wij hier hebben ontwikkeld.”

‘Vier keer ja’ van Van Engelshoven

OCW-minister Van Engelshoven was zichtbaar positief verrast met wat ze in Eindhoven hoorde. “Ik denk dat we heel goed moeten luisteren naar wat mensen nodig hebben. Dit vind ik daar een heel goed voorbeeld van. Ik denk ook dat we moeten bedenken wat dit gaat betekenen voor onze eigen lerarenopleidingen.” Ze voegde daar aan toe: “Met veel hiervan kunnen we direct aan de slag, daar hoeven we geen uitgebreide nota’s meer over te schrijven.”

Bij het aanbieden van het rapport rond circulaire carrières drukte Gerard Lenssen, directeur van de technische lerarenopleiding bij Fontys, de ministers dan ook op het hart om de ruimte te geven voor alternatieve routes als die bij Fontys. Daarnaast werd OCW gevraagd nog eens kritisch te kijken naar het bevoegdhedenstelsel in het onderwijs, de regio een voortrekkersrol te geven en te bezien of de huidige subsidieregeling meer als een integraal geheel kunnen gaan functioneren. Met een overtuigd ‘vier keer ja’ gaf minister Van Engelshoven aan welwillend tegenover die wensen te staan.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK