Van Engelshoven wil weg van het wantrouwen

Nieuws | de redactie
17 januari 2018 | De campagnetijd is begonnen. En dus draagt ook onderwijsminister Ingrid van Engelshoven haar steentje bij. Op het Marcanti College in Amsterdam neemt zij het onderwijsprogramma van D66 Amsterdam in ontvangst en beantwoordt vragen uit de zaal.
Ingrid van Engelshoven op het Marcanti College

Als eerste onderwijsminister voor D66 is Van Engelshoven trots op de 1,7 miljard die zij samen met collega Slob mag investeren in onderwijs. “Ik weet, het is zo op, maar we geven een goed signaal af.” Tijdens de onderhandelingen van wat de minister zelf ‘het kenniskabinet’ noemt bleek dat veel partijen onderwijs belangrijk vinden, “maar wacht tot de middelen worden verdeeld, dan zijn er niet zo heel veel partijen die knokken voor meer geld voor onderwijs.”

Onderwerp van de avond is de Gelijke kansen voor kinderen, een thema dat ook in Amsterdam in de grootstedelijke context een grote rol speelt.  “Waar we de meeste ongelijkheid zien is in de overgang in de harde knip die je ziet als je 12 bent. Heel veel kinderen zijn nog niet toe aan een definitieve keuze op deze leeftijd. Daarom gaan we kijken of het mogelijk is om bredere scholen te ontwikkelen. Zodat er bredere en langere brugklassen kunnen ontstaan en je die keuze ook wat kunt uitstellen.” zo opent de minister.

Kentering in het rendementsdenken

Van Engelshoven wil herinnerd worden voor een kentering in het rendementsdenken. “Deze manier van denken leidt ertoe dat er steeds meer kinderen op de snelste manier door het onderwijsgebouw worden gejast. Wat je ziet is dat voor heel veel kinderen die mal, de Koninklijke route, niet die juiste is. Als zij soms niet vier jaar over het vmbo doen maar vijf jaar, hoe erg is dat op een mensenleven?”

De minister wil weg van het rendementsdenken, en het vertrouwen teruggeven aan schoolleiders en docenten met als doel meer gelijke kansen. Ze was onaangenaam verrast over uitspraken die de VVD had gedaan bij de begrotingsbehandeling van OCW in de Tweede Kamer. Die zeiden volgens van Engelshoven: “Dan gaan instellingen allemaal achter overleunen en dan worden ze lui. Dat is nu precies het wantrouwen, wat heel lang op het onderwijs heeft gelegen waar ik vanaf wil. Je zou maar een docent zijn en elke dag de boodschap krijgen dat je je werk alleen goed doet als je een financiële prikkel krijgt.”

De vraag vanuit de samenleving over de besteding van de onderwijsbudgetten vindt de minister wel legitiem. “Het geld moet daadwerkelijk naar de leraren gaan. Wat wij wel aan de instellingen gaan vragen; dat zichtbaar wordt waar dat geld naartoe gaat. Ik roep instellingen ook op ‘doe dat nou goed’! Want we zien iedere keer discussie opkomen over de lump sum, maar we willen ook niet terug naar een situatie waarin je elk potlood bij het ministerie moet declareren.”

Kwaliteitsafspraken hogescholen

Een docent van de Hogeschool Rotterdam vraagt zich af of de minister ook zicht heeft op de uitdagingen die grote steden met zich mee brengen en het spanningsveld met de kwaliteitstoetsing. Is er ruimte voor extra begeleiding, als dit nodig is? “Ik ben nu in gesprek met de Vereniging Hogescholen over de kwaliteitsafspraken. Hoe gaan zij de middelen uit het studievoorschot inzetten voor kwaliteit? Hier ga ik niet tussen zitten. Ik ga niet naar instellingen toe om te zeggen wat kwaliteit is en wat ze daaraan moeten doen.”

De minister benadrukt de rol van medezeggenschap op het gebied van kwaliteitsafspraken. Het zichtbare gesprek tussen instellingen en studenten onderling, daar moeten de afspraken tot stand komen. Als studenten en docenten zeggen ‘Voor ons is goede kwaliteit dat er meer ruimte komt voor goede begeleiding, wie ben ik dan om te zeggen dat dat geen goede kwaliteitsafspraken zijn.’

Selectie aan de poort alleen op capaciteit

Vandaag debatteert de Tweede Kamer met de minister over de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Gisteravond herhaalde Van Engelshoven dat zij de numerus fixus niet zal aanpakken. In de beantwoording van de Kamervragen eerder deze week werd dit al duidelijk. “Eigenlijk moet iemand met een havo diploma gewoon toegang hebben tot het hbo en met een VWO diploma moet je naar de universiteit kunnen. Selectie is wel mogelijk als het gaat om een capaciteitsprobleem.”

Het regeerakkoord heeft volgens de minister ruimte gegeven om zeer kritisch naar selectie te kijken, en doormiddel van een wetswijziging daar waar nodig te verbieden. “Selectie op capaciteit kan, maar selectie op basis van aanvullende eisen daar moet je wel een heel goed verhaal voor hebben en daar ben ik heel terughoudend zijn. Bij hele kostbare masters vind ik dat het een legitieme vraag is als er maar voor iedereen een master beschikbaar is.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK