De Kamer schrapt excellente oordelen uit accreditatiestelsel

Nieuws | door Frans van Heest
7 februari 2018 | “Studenten krijgen ook een zes of een negen, waarom opleidingen dan niet?” De VVD stuitte op veel weerstand vanuit de Kamer en de minister om de NVAO-oordelen goed en excellent te behouden. Toch is er een brede Kamermeerderheid voor het schrappen van deze gedifferentieerde oordelen.
SGP-Kamerlid Roelof Bisschop

Gisteravond debatteerde de Kamer tot laat over het wetsvoorstel ‘Accreditatie op maat’. Alhoewel er brede steun was voor het wetsvoorstel was er wel veel discussie over het gedifferentieerde oordeel van ‘goed’ en ‘excellent’. Dit gedifferentieerde oordeel is ingevoerd in 2012 door toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra. Hij wilde  op deze manier onderscheid in waardering aanbrengen in het stelsel van hoger onderwijs, in lijn met rapport Veerman.

SGP wil niet tekenen bij het kruisje

Al eerder waren de NVAO en de Inspectie van het onderwijs kritisch op deze gedifferentieerde oordelen. Het verschil tussen goed en excellent zou moeilijk te bepalen zijn en leidde ook vaak tot bezwaarprocedures en daarmee tot extra lastendruk. De vorige minister wilde het oordeel aan de Kamer laten, maar die was gisteravond vrij resoluut. Er was brede steun om de differentiatie te schrappen uit het wetsvoorstel. De minister was daar blij mee, omdat ook internationaal Nederland uit de pas loopt.

De SGP had een amendement ingediend om de wet te wijzigen, dit amendement kon op brede steun rekenen vanuit de Kamer. Roelof Bisschop was staatkundig precies in zijn argumentatie met een kwinkslag. “Het voorliggende wetsvoorstel draagt de titel ‘Accreditatie op maat.’ Met zo’n verleidelijke titel heb je de neiging om te tekenen bij het kruisje. Wie wil dat nou niet, Accreditatie op maat? Toch zien wij als SGP hier en daar risico’s.”

Ten principale luidde de kritiek als volgt: “De overheid moet bepalen of een product voldoet aan de normen, over de smaak oordeelt de samenleving. De normen en de kwaliteit daar moet de overheid op toezien. Bij het invoeren van deze labels ‘excellent’ en ‘goed’ in het hoger onderwijs waren wij dan ook niet enthousiast. Het is niet alleen lastig om een grens te trekken tussen goed en voldoende, er ontstaan ook verkeerde prikkels. Daarom heb ik met het CDA en ChristenUnie, D66 en de SP een voorstel gedaan om de kwalificaties goed en excellent te schrappen.”

VVD ziet zesjescultuur

De VVD werd niet gelukkig van dit voorstel van de SGP, bij monde van onderwijswoordvoerder Judith Tielen. “Het door de SGP en SP ingediende amendement is dan ook niet iets waarvan wij in de lucht springen, om het maar zo te zeggen, want de sector zelf beoordeelt zijn studenten voortdurend op het verschil tussen een 6,5 en een 7+. Als je dat als sector kunt, moet je dat ook voor jezelf kunnen doen, zouden wij zeggen.”

Vrijwel alle partijen waren het niet met de VVD eens. GroenLinks woordvoerder Özdil volgde de lijn van de vele rapporten: “Mijn fractie onderschrijft het advies van de inspectie, de Onderwijsraad, de NVAO en anderen om de gedifferentieerde beoordeling aan te passen. Ook mijn fractie ziet dat in een systeem van zogeheten peer review de oordelen ‘goed’ en ‘excellent’ niet goed te onderbouwen zijn. Daarbij is het goede gesprek natuurlijk belangrijker dan die gedifferentieerde beoordeling.”

Frank Futselaar van de SP sloot zich hierbij aan en benadrukte daarbij dat het stelsel goed werkt. “Het Nederlandse accreditatiestelsel werkt in grote lijnen goed, de kwaliteit van het hoger onderwijs is over het algemeen goed te noemen en uitzonderingen daarop zijn zeldzaam.”

Wel had hij Futselaar als oud-docent van Saxion Hogeschool wel een paar kanttekeningen bij het huidige stelsel. “ Een aanzienlijk deel van het huidige stelsel is toch vooral papieren controle. En bij papieren controle, bij zelfevaluaties, loop je sterk het risico dat je meer toetst of opleidingen in staat zijn om beleidstaal te schrijven die past bij het vigerende onderwijsjargon op het ministerie dan dat je daadwerkelijk de kwaliteit van onderwijs toetst.”

Lastendruk komt ook uit instellingen zelf

Futselaar wees er daarnaast de lastendruk niet alleen vanuit overheidswegen komt. “Ook instellingen zelf zorgen ervoor dat er extra bureaucratie bij accreditatie komt, omdat zij ook hun eigen eisen stellen, mede omdat zij met argusogen kijken naar de lijstjes met: wie doet het goed, wie doet het excellent et cetera.” De SP steunde daarom van harte het amendement van Bisschop.

Lees ookIn een goed systeem mag best wat lastendruk zijn

Voor Harry van der Molen (CDA) ging dit wetsvoorstel nog niet ver genoeg en verwijst daarbij naar de Raad van State die dit wetsvoorstel eerder in behandeling nam. “De Raad van State heeft in zijn reactie al aangegeven geen overdreven verwachtingen te hebben, als ik het zo mag uitdrukken, van de bijdrage van dit wetsvoorstel bij het terugdringen van de ervaren administratieve last van hoe wij accreditatie georganiseerd hebben. Die verwachting hebben wij nog steeds. De minister neemt in deze wet vooral maatregelen met een symbolische waarde.”

Alleen Harm Beertema steunde in zijn inbreng  het betoog van de VVD. “Wij willen echt niet af van de gedifferentieerde predicaten. Als hier gesteld wordt dat die niet objectief gegeven kunnen worden en dat we er daarom maar vanaf moeten, zeg ik: ik vind dat zo defaitistisch. Laten we dan op zoek gaan naar een manier waarop het objectiever kan. Ik wil niet de keuze hebben tussen een Trabant en een Trabant in de kleuren wit en wit. Mensen willen weleens wat anders. Mensen willen meer te kiezen hebben. Dat bedoel ik met die grauwe eenheidsworst.”

In haar beantwoording was de minister heel over het gedifferentieerde oordeel. “ De Inspectie was daar gewoon heel helder over, de Onderwijsraad, de NVAO en het internationale panel van de ENQA ook. Zij zeggen eigenlijk: de gedifferentieerde oordelen zoals ze er nu zijn, moeten we eigenlijk maar niet doen, want die geven aanleiding tot discussie, die zijn eigenlijk niet goed vast te stellen, daar is veel ruis omheen en eigenlijk moet je dat niet doen.”

De minister wees er ook op dat wij internationaal als land met een gedifferentieerd stelsel buiten de pas lopen. “Ook internationaal gezien is het heel ongebruikelijk om met gedifferentieerde oordelen te werken. In Vlaanderen hebben ze het een tijdje geprobeerd, maar zijn ze erop teruggekomen. Ook in andere landen. Zweden heeft het een tijdje gehad en is er ook op teruggekomen.”

Nederland beweegt richting Vlaanderen?

Tot slot had het CDA ook nog een vraag over het Vlaamse stelsel, waarbij instellingen de verantwoordelijkheid hebben voor de opleidingsvisitaties. Van der Molen wilde weten of Nederland ook die kant niet op moet bewegen. “Onderwijsinstellingen die langjarig de kwaliteit goed op orde hebben, zouden verlost moeten worden van die doorgaande cyclus van accreditatie. Dat is in Vlaanderen al het geval en in Nederland zouden we dat ook eens moeten proberen wat het CDA betreft.”

In de beantwoording liet de minister weten dat zij hier al overleg over had gehad met haar Vlaamse ambtsgenoot en dat zij hier niet negatief tegenover staat. “In het comité van ministers hadden we onlangs een eerste mondelinge evaluatie van het Belgische stelsel. Dat klonk goed, maar er moet nog wel dieper naar gekeken worden. Ik ben met u van mening dat er best overwegingen kunnen zijn om stap voor stap dat pad op te gaan, maar ik denk dat we eerst goed moeten kijken hoe het in Vlaanderen bevalt. Het zou zomaar een next step kunnen zijn.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK