De neoliberale universiteit schaadt carrière wetenschappers

Nieuws | door Frans van Heest
21 februari 2018 | Omdat selectiecommissies veelal rekening houden met neoliberale termen als ‘excellentie’ en ‘internationalisering’ worden er onterecht zeer goede wetenschappers uitgeselecteerd. Tot die uitkomsten komen onderzoekers van de Radboud Universiteit.
Radboud Universiteit

Onderzoekers van de Radboud Universiteit hebben onderzocht hoe de begrippen ‘excellentie’ en ‘internationalisering’ invloed hebben op benoemingscommissies van nieuw wetenschappelijk personeel. Het onderzoek (Open Access) is gebaseerd op twee casestudies op de afdelingen natuurwetenschappen en sociale wetenschappen van de Radboud Universiteit. De onderzoekers hebben een analyse losgelaten op het universiteitsbeleid, werving en selectieprotocollen, vacatures en er zijn interviews gehouden met focusgroepen bestaande uit leden van sollicitatiecommissies.

Volgens de Radboud-promovendus Channah Herschberg en de hoogleraren Yvonne Benschop en Marieke van den Brink staan universiteiten sinds de jaren tachtig steeds meer onder druk van marktdenken. Daardoor zijn er neoliberale universiteiten ontstaan. Westerse overheden hebben ook steeds minder geld uitgegeven aan overheidsinstanties, zoals universiteiten.

Internationale mobiliteit cruciaal voor carrière

Universiteiten worden in toenemende mate beoordeeld op hun output, zoals de kwaliteit van het onderzoek en studentenaantallen. Universiteiten gaan daarnaast steeds meer de internationale concurrentie met elkaar aan voor het binnenhalen van wetenschappelijk personeel. Aangezien de arbeidsmarkt mondiaal is geworden, wordt internationale mobiliteit steeds meer gezien als een cruciaal element voor een academische carrière.

Internationalisering is aan Europese instellingen in toenemende mate een sleutelbegrip geworden. Bovendien is ‘excellentie’ volgens de onderzoekers een ‘holy grail’ geworden in het discours over wetenschap. Een norm waar alle instellingen voor hoger onderwijs naar moeten streven, zo stellen de onderzoekers. Het streven naar excellentie beïnvloedt zowel het bestuur van de universiteit als de dagelijkse praktijk van onderzoekers.

Het Radboud-onderzoek heeft gekeken hoe deze twee begrippen lokaal op een universiteit effect hebben op het personeelsbeleid. Hoe houden selectiecommissies rekening met deze twee begrippen? De onderzoekers hebben in de twee verschillende vakgebieden negen interviews gehouden met leden van selectiecommissies. Ook werd er gewerkt met focusgroepen. De aandacht van het onderzoek ligt bij startende onderzoekers, omdat in het begin van de carrière al besloten wordt of iemand kan doorgroeien binnen de universiteit.

Verwevenheid van internationalisering en excellentie

De onderzoekers hebben de internationaliseringsvisie en het talentprogramma van de Radboud Universiteit taalkundig geanalyseerd. Daaruit blijkt dat begrippen als internationalisering en excellentie sterk met elkaar verweven zijn. De visie van de Radboud Universiteit suggereert dat de kwaliteit van onderwijs en onderzoek alleen kan worden verbeterd wanneer er meer aandacht is voor deze twee begrippen. De kwaliteitsverbetering lijkt automatisch te volgen uit meer internationalisering. Volgens de onderzoekers wordt niet duidelijk gemaakt hoe die relatie in de praktijk tot stand komt.

Als gevolg van die verwevenheid wil de universiteit meer internationaal talent aantrekken. Zo moet in 2020 25% van het wetenschappelijk personeel internationaal zijn. Dat houdt in dat onderzoekers met buitenlandervaring een grotere kans maken op een baan binnen de universiteit. Daarnaast wordt van het personeel verwacht dat ze het Engels goed beheersen, maar ook het Nederlands.

Uit het wervingsprotocol en de vacatures blijkt dat de aanvragers ook gevraagd wordt om de Nederlandse taal goed te beheersen, of om dat binnen twee jaar te leren. Dit is een vereiste omdat van het personeel wordt verwacht dat ze ook in het Nederlands lesgeven. Daarom wordt geëist dat al het nieuwe buitenlandse personeel investeert in de lokale taal, ook al hebben ze geen garantie dat ze op termijn ook een vaste aanstelling krijgen. Internationalisering lijkt overigens binnen de natuurwetenschappen een grotere rol te spelen dan bij de sociale wetenschappen.

Excellentie is wel een begrip die in gelijke mate bij de verschillende onderzoeksdisciplines een rol speelt, hoewel in een andere vorm. Binnen de natuurwetenschappen houdt het verband met communicatievaardigheden en goede didactische vaardigheden. Bij de sociale wetenschappen wordt het in verband gebracht met onderwijs en onderzoek. Maar in beide disciplines zijn de criteria voor excellentie niet verder gespecificeerd. Dit laat ruimte voor interpretatie van deze begrippen. Voor potentiele sollicitanten is het daarom des te moeilijker om te bepalen of zij voldoen aan het criterium ‘excellente wetenschapper.’

Plaats waar onderzoek gedaan wordt is van belang

Uit het onderzoek blijkt tevens dat de internationale ervaring van wetenschappers verschillend wordt beoordeeld. Internationale ervaring op zichzelf is geen criterium. Het hangt sterk af van waar iemand gewerkt heeft. Uit de interviews blijkt dat er veel waarde gehecht wordt aan werkervaring in de VS. Ook Duitsland en Groot-Brittannië scoren hoog. Internationalisering speelt op zichzelf geen rol, de plaats van internationalisering is veel belangrijker.

Dit leidt tot ongelijkheid volgens de onderzoekers. Personeel dat niet aan een prestigieus instituut heeft gewerkt heeft minder kansen op basis van de persoonlijke voorkeuren van de selectiecommissie. Ook laat het zien hoe hoe excellentie en internationalisering met elkaar verweven zijn.

Hoewel de commissieleden willen selecteren op excellentie geven ze tegelijkertijd aan dat dit heel moeilijk is, zeker voor aanstormend talent. De impact van de beperkte aantal publicaties is nog lastig te meten. Daarom worden er criteria gehanteerd zoals de lengte van een publicatie, de bekendheid van de co-auteurs en het aanzien van de tijdschriften. Deze voorbeelden geven volgens de onderzoekers aan dat het lastig is om voor beginnende onderzoekers daadwerkelijk te selecteren op excellentie.

Omdat de impact en kwaliteit van de publicaties nog moeilijk zijn te beoordelen wordt personeel geworven op de te  verwachte prestaties in de toekomst. Dit brengt ongelijkheid met zich mee. Omdat dergelijke beoordelingen vatbaar zijn voor vooroordelen en en stereotypen. Eerder onderzoek laat zien dat mannen in dergelijke situaties meer wetenschappelijke potentie wordt toebedeeld dan vrouwen.

Internationalisering als uitsluitingsmechanisme

Voor specifiek de sociale faculteit voor de Radboud Universiteit is het nog eens extra moeilijk om excellent personeel aan te trekken, zo stelt een respondent in het onderzoek. De afdeling sociale wetenschappen is internationaal niet hoog aangeschreven, daarom is het niet aantrekkelijk voor excellente wetenschappers om naar Nijmegen te komen. Dergelijke wetenschappers gaan eerder naar beter aangeschreven universiteiten en zijn ze ook eerder geneigd om een aanbod van een andere universiteit af te wachten.

Daarnaast is internationalisering ook een uitsluitingsmechanisme. Dat geldt zeker in de natuurwetenschappen waar buitenlandse ervaring als noodzakelijk wordt gezien. Kandidaten die vanwege fysieke, financiële of sociale redenen niet naar het buitenland kunnen worden uitgesloten.

Het gebruik van de term excellentie leidt volgens de onderzoekers ook tot uitsluiting. Juist omdat deze begrippen moeilijk te definiëren zijn. Sommige commissieleden stellen dat deze term niet te definiëren is in de praktijk. Deze studie toont volgens de Nijmeegse onderzoekers dat de deze term subjectief is, omdat het een sociaal geconstrueerd begrip is. Dat nadelig is voor vrouwelijke onderzoekers en mannen bevoordeelt. Het begrip excellentie creëert sekseongelijkheid en mogelijk sluit het ook ook andere sociale groepen uit.

Dominante begrippen in de academie

In de conclusie van het wetenschappelijke artikel concluderen de onderzoekers dat de begrippen internationalisering en excellentie de huidige neoliberale universiteit domineren. Deze twee begrippen zijn steeds vaker een criteria voor het aanstellen van nieuw wetenschappelijk personeel. De benoemingscommissies bevragen nauwelijks deze twee termen, daardoor kan het gebruik van deze begrippen getalenteerde wetenschappers in een vroeg stadium uitsluiten. Hierdoor wordt de van pool van geschikte kandidaten beperkt tot personen die passen in de ‘enge’ definitie van excellente en internationale kandidaten.

Deze studie heeft volgens de onderzoekers belangrijke implicaties voor beleidsmakers die de academische evaluatie van personeel willen veranderen en de ongelijkheid willen verminderen. De beleidsmatige interventies om dit beleid te veranderen moet niet alleen plaatsvinden op het niveau van de sollicitatiecommissies, maar moet ook toegepast worden op het beleid van de hele universiteit.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK