Nieuwe kwaliteitsafspraken geven meer ruimte aan mbo

Nieuws | door Tim Cardol
9 februari 2018 | In het nieuwe bestuursakkoord dat het Nederlandse mbo deze week sloot met het ministerie van OCW blijven de kwaliteitsafspraken gehandhaafd. Toch lijkt er iets meer ruimte voor de instellingen te ontstaan.
OCW-minister Ingrid van Engelshoven tekent bestuursakkoord MBO met voorzitter MBO-raad Ton Heerts (foto: Martijn Beekman / Ministerie van OCW)

In het bestuursakkoord dat afgelopen week ondertekend is door de MBO-raad en minister Van Engelshoven zijn de plannen en ambities voor het komende vier jaar bekendgemaakt. Het akkoord stelt in brede zin dat er reden is voor optimisme over het beroepsonderwijs. Ook wordt er de aankomende jaren meer aan de sector overgelaten dan de afgelopen jaren het geval was.

Bestuursakkoord mbo

Zo staat in het bestuursakkoord te lezen: “In een periode van nog geen zeven jaar hebben de mbo-scholen de kwaliteit van hun onderwijs sterk verbeterd. We zien dit met name terug in de verbetering van examinering en diplomering, de forse reductie van het aantal voortijdig schoolverlaters en de groei van de kwaliteitsborging. Vrijwel alle mbo-scholen hebben hun financiën op orde.”

In de brief aan de Kamer schetst minister Van Engelshoven wat de contouren zijn van de plannen voor het mbo in de komende vier jaar. Een belangrijke rol is daarin weggelegd voor nieuwe kwaliteitsafspraken met de sector. OCW wil daarin aandacht voor drie vraagstukken: jongeren in een kwetsbare positie, gelijke kansen in het onderwijs en onderwijs dat voorbereidt op de arbeidsmarkt voor de toekomst.

Meer ruimte voor de instellingen

Er is nogal wat kritiek op de kwaliteitsafspraken in het mbo. Zo stelde de Tilburgse hoogleraar Marc van der Meer onlangs al zijn vraagtekens bij de onderbouwing van de afspraken. “Eigenlijk is dit een wereld op zich geworden,” zegt hij over de afspraken. Hij is kritisch op de doeltreffendheid van kwaliteitsafspraken. “Het valt te betwijfelen of ze echt behulpzaam waren om het systeem inhoudelijk te verbeteren.”

De nieuwe afspraken bieden volgens Van der Meer duidelijk meer ruimte aan de sector. “Het vorige akkoord kende een sterker prestatie-element. Deze minister van D66 geeft meer ruimte. Mijn bezwaar was dat kwaliteitsafspraken oude stijl niet leidden tot een lerende instelling. Nu komt er misschien rust aan het front.”

Deze rust is volgens velen hard nodig, zo bleek ook tijdens de mbo-dag die ScienceGuide onlangs mede organiseerde. Daar was de constatering dat de tijd voor ontwikkeling die medewerkers in het mbo nodig hebben, onder andere om de lessen te verbeteren, veelal opgaan aan het uitvoeren van overheidsbeleid. Instellingen kunnen de komende vier jaar een eigen ontwikkelingsagenda uitwerken. Ook kunnen instrumenten voor onderlinge consultatie en uitwisseling worden ingezet.

Van der Meer is tevens te spreken over het feit dat Leven Lang Ontwikkelen een belangrijke plek in het bestuursakkoord heeft gekregen. Zo moeten er meer mogelijkheden komen voor volwassenen om delen van een mbo-opleidingen met een certificaat af te sluiten en moet ook het Regionaal investeringsfonds vanaf 2019 zich meer gaan richten op diplomagerichte trajecten voor volwassenen.

Commissie voor toetsing kwaliteitsagenda’s

Om ervoor te zorgen dat iedere mbo-instelling tot een passende en ambitieuze kwaliteitsagenda komt heeft OCW een onafhankelijke commissie in het leven geroepen die de kwaliteitsagenda’s zal gaan toetsen. Voorzitter van die commissie wordt D66-gedeputeerde in Gelderland Michiel Scheffer.

Prestatieafspraken gaan nieuwe fase in

Met de aanstelling van Scheffer zal ook de nadruk komen te liggen op een ander punt dat in het bestuursakkoord naar voren komt. De D66-gedeputeerde is altijd een groot pleitbezorger van regionale samenwerking op het gebied van innovatie. Het bestuursakkoord stelt dat daar een nadrukkelijke rol ligt voor het mbo.

“De mbo-sector heeft de afgelopen jaren een flinke kwaliteitsslag gemaakt. Tegelijkertijd moet het mbo innoveren om de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in de samenleving bij te houden. Mbo-scholen krijgen daar van mij meer ruimte voor. Dit sluit ook aan bij de ambitie uit het regeerakkoord om meer ruimte te bieden voor innovatie van het onderwijs en het verbeteren van de aansluiting van het onderwijs op de regionale behoeften”, schrijft Van Engelshoven aan de Kamer.

Regio moet doelmatigheidskorting opvangen

De nadruk op de regio als partner in het beroepsonderwijs kent nog een andere component. In het bestuursakkoord wordt namelijk ook gewag gemaakt van de door het kabinet aangekondigde doelmatigheidskorting. Deze kan voor het mbo oplopen tot in totaal €25 miljoen. “De publiek bekostigde mbo-scholen zetten vol in op het realiseren van het regeerakkoord, maar tekenen grondig bezwaar aan tegen de doelmatigheidskorting, die in het regeerakkoord is opgenomen”, staat in het bestuursakkoord te lezen.

OCW stelt daarop niettemin dat het mbo met het bestuursakkoord ondanks de doelmatigheidskorting voluit aan de slag kan met het kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Ook neemt zij zich voor bij de taakstelling uit het Regeerakkoord te trachten het primaire proces van het middelbaar beroepsonderwijs zo veel mogelijk te ontzien. Hoe dit precies moet gaan gebeuren wordt in het bestuursakkoord niet duidelijk gemaakt.

Om de pijn van de aangekondigde bezuiniging te verzachten wordt daarom met nadruk gekeken naar de regio. “Naast de Rijksbekostiging, waarover dit bestuursakkoord gaat, is het zeer wel denkbaar dat de mbo-scholen financiële afspraken maken in de regio met bijvoorbeeld gemeenten en provincies. Dat kan dan bijvoorbeeld gaan om specifiek beleid rond arbeidsmarkt, onderwijs, innovatie en participatie. Deze middelen komen dan ook boven op de aanvullende bekostiging.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK