Nuffic rijdt OCW politiek in de wielen bij internationalisering

Nieuws | door Frans van Heest
28 februari 2018 | Hoger onderwijsinstellingen willen internationaliseren omdat dit extra studenten en geld oplevert, zo constateert de ambtelijke top van OCW bij een kritische Nuffic-evaluatie. Als dit inderdaad het doel is van internationalisering, dan moet OCW daar wel een inhoudelijke keuze voor maken, want nu is de samenwerking en afstemming met Nuffic niet optimaal.

In de Hoftoren wil men meer grip krijgen op het werk van Nuffic om internationalisering van het hoger onderwijs te bevorderen. Nuffic rijdt OCW politiek en internationaal diplomatiek te vaak in de wielen door eigenstandig optreden, er wordt te weinig afgestemd met het ministerie. De ambtelijke top wil weten hoe de relatie tussen Nuffic en het ministerie verstevigd kan worden. Zeker met het oog op het nieuwe regeerakkoord en de politiek en maatschappelijke discussies die gevoerd worden over internationalisering.

De Auditdienst Rijk, die onder het ministerie van Financiën valt, voert jaarlijks de accountantscontrole uit van de begrotingen van de verschillende departementen. Daarnaast kunnen ze gevraagd worden door de ambtelijke top van een departement om specifiek onderzoek te doen naar een bestuurlijk ambtelijk vraagstuk. De directie hoger onderwijs van OCW heeft aan de Auditdienst Rijk advies gevraagd over hoe de relatie met Nuffic verstevigd kan worden, zo staat in het rapport: “De opdrachtgever, de DG Hoger onderwijs, Beroepsonderwijs, Wetenschap en Emancipatie (DGHBWE) van OCW, wil graag inzicht krijgen in mogelijkheden tot verbetering en versteviging van de sturing vanuit OCW richting Nuffic.”

Doelstellingen internationalisering opnieuw overdenken

In de inleiding van het rapport valt te lezen dat het politiek maatschappelijke debat en de discussie rondom de taak van Nuffic aan het veranderen is. “Er zijn in toenemende mate kritische geluiden te horen in de media en de maatschappij over de ongewenste neveneffecten van internationalisering. Zo stellen de politiek en de media vragen over krapte bij studentenhuisvesting, over negatieve effecten van het gebruik van Engels in het onderwijs. Maar ook over het onevenredig hoge aantal Duitse studenten op universiteiten in de grensstreek. Ook zijn er vragen over universiteiten die dependances in het buitenland willen openen – zoals de Rijksuniversiteit Groningen in China wilde gaan doen.”

Ook het nieuwe regeerakkoord is volgens de ambtelijke top van OCW aanleiding voor een nieuw internationaliseringsbeleid. “De directie HO&S geeft zelf aan dat er behoefte bestaat – mede naar aanleiding van het regeerakkoord – de hoofddoelstellingen en de nadere invulling van het beleid rondom internationalisering opnieuw te overdenken en aan te scherpen.”

Voor veel hoger onderwijsinstellingen wordt Nuffic vooral gezien als organisatie die geld in het laatje kan brengen door meer internationale studenten aan te trekken. “Voor onderwijsinstellingen kunnen studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) financieel interessant zijn, zeker voor instellingen in krimpregio’s met afnemende studentenaantallen. Uit interviews vangen wij signalen op dat universiteiten en hogescholen van Nuffic vooral een bijdrage verwachten aan het verhogen van de studentenmobiliteit. Soms om redenen van het maximaliseren van studentenaantallen bij universiteiten en hogescholen.”

Als dit inderdaad de taakopdracht is van Nuffic dan moet het ministerie hier volgens de ADR wel duidelijk voor kiezen. “Met een dergelijke focus hoeft niets mis te zijn, zolang OCW deze onderschrijft en deze in lijn ligt met de hoofddoelstellingen van OCW. Momenteel ontbreekt expliciete afstemming hierover.”

Fijnmaziger verantwoording voor Nuffic vanuit OCW

Aangezien OCW jaarlijks een subsidie van €19,3 mln. verstrekt aan Nuffic zijn de ambtenaren van mening dat zij betere controle moeten krijgen op de activiteiten van Nuffic. “Binnen de kaders van de instellingssubsidie geeft de subsidiegever richting aan de activiteiten van Nuffic. OCW maakt momenteel niet altijd gebruik van de mogelijkheid nadere verantwoording te vragen, aanvullend aan het jaarverslag. Er is vanuit OCW behoefte aan concretere afspraken en fijnmaziger verantwoording, met name over de besteding van de financiële middelen.”

Daarnaast constateren de ambtenaren van OCW ook een bepaalde laksheid bij Nuffic ten aanzien van de activiteiten die zij beloven te doen. “OCW en Nuffic komen niet altijd makkelijk tot overeenstemming over de invulling van het activiteitenplan. Uit de interviews maken wij ook op dat medewerkers van OCW ervaren dat Nuffic het activiteitenplan vrij laat aanlevert en daarmee weinig ruimte laat voor input en aanpassing vanuit OCW. Nuffic en OCW hebben in het verleden via diverse ingangen afspraken met elkaar gemaakt, waardoor binnen OCW soms het totaalbeeld ontbrak.”

Uit de sonderingen onder OCW-ambtenaren komt een beeld naar voren van Nuffic als een “verweesde” organisatie en dat past niet in de stelselverantwoordelijkheid die OCW heeft. “De Stelselverantwoordelijkheid van OCW en bestuurlijke attitude van behoeven aandacht. Uit de interviews komt een beeld op van Nuffic als een organisatie die deels zelfstandig opereert maar ook enigszins ‘verweesd’ is door het ontbreken van richtingaanwijzingen vanuit OCW. Er is niet altijd sprake van een evenwichtige, volwassen relatie tussen departement en subsidieontvanger. OCW stelt zich niet consequent op als stelselverantwoordelijk.”

Rol van Nuffic schadelijk in diplomatiek verkeer

Bij ambtelijk OCW ziet men dat het handelen van Nuffic momenteel ook voor politieke frictie kan zorgen. “Bij OCW bestaat behoefte aan meer grip op de activiteiten die Nuffic uitvoert voor OCW en de bijdrage die Nuffic daarmee levert aan de doelstellingen van OCW op het gebied van internationalisering. Nuffic neemt – in de ogen van diverse geïnterviewden – soms autonoom beslissingen zonder politiek-bestuurlijke afstemming met OCW. Hierbij ervaart OCW soms discrepantie met de eigen politiek-bestuurlijke voorkeuren.”

In de Hoftoren beziet men met zorg dat de huidige rol van Nuffic schadelijk kan zijn in het diplomatieke verkeer met andere landen. “OCW heeft niet altijd zicht op de afwegingen die Nuffic maakt. Nuffic opereert in EU verband niet altijd in afstemming met OCW, wat op hoog bestuurlijk niveau (intergouvernementeel) kan gaan wringen. Beslissingen over internationale programma’s kunnen gevolgen hebben in de relatie met andere landen. Uit de interviews met OCW maken we op dat Nuffic niet altijd de politieke (en diplomatieke) gevolgen vooraf met OCW bespreekt.”

Vanuit OCW bestaat daarom sterk de behoefte om meer inhoudelijk betrokken te zijn bij de keuzes die Nuffic maakt. “Uit de interviews blijkt dat OCW het liefst op inhoud en minder op bedrijfsvoering wil focussen. Maar we hoorden ook een duidelijke behoefte tot meer grip op de kosten voor bedrijfsvoering (‘apparaatskosten’). Dat laatste vereist dan wel meer verantwoordingslast voor Nuffic en meer hands-on werk bij OCW.”

Subsidie op de helling

Dat de relatie tussen Nuffic en OCW moet verbeteren is volgens de opstellers van het rapport zonneklaar, omdat anders de subsidie in het geding kan komen. “Het is van belang te borgen dat Nuffic in lijn met de hoofddoelstellingen van OCW en ten bate van het publiek belang acteert en blijft acteren. In eerste instantie ligt die taak bij de RvT van Nuffic. Een gebrek aan vertrouwen vanuit OCW kan immers leiden tot het verlagen van de subsidie – zoals aandeelhouders hun aandelen in een bedrijf kunnen verkopen. De financiering is daarmee voor OCW een belangrijk sturingselement.”

Daarom komt de Auditdienst Rijk met een aantal bestuurlijke voorstellen om de banden tussen OCW en Nuffic aan te halen en te verbeteren. Als goed voorbeeld neemt men de relatie tussen Platform Bèta Techniek en OCW. “Het account-houderschap voor het Platform Bèta Techniek – waarbij meerdere directies zijn betrokken – is een voorbeeld van eenduidige sturing. De meeste geïnterviewden onderschrijven dat eenduidig account-houderschap richting Nuffic in theorie een goed idee is.”

Daarnaast zijn er ook beleidsopties uiteengezet over hoe de relatie verbeterd kan worden. Zo zouden de activiteiten die Nuffic nu uitvoert openbaar aanbesteed kunnen worden, zodat de kwaliteit van het werk verhoogd kan worden door marktwerking. “Daarnaast kan er dan ook een beter onderbouwd verhaal gemaakt worden naar de Kamer over efficiënte inzet van publieke middelen.”

Om de kosten en opbrengsten beter inzichtelijk te maken is het volgens de Auditdienst Rijk noodzakelijk dat er met prestatieindicatoren gewerkt gaat worden. Zoals over studentenmobiliteit, het kennisniveau van Nuffic en dat dit zichtbaar moet worden gemaakt in een dashboard met duidelijke streefwaarden.”

Hoe OCW in de toekomst de relatie met Nuffic beziet daar moet men ten principale een beslissing over nemen zegt de auditdienst van het rijk. “Maak intern bij OCW een fundamentele keuze: hoeveel autonomie wil OCW aan Nuffic geven en op welke vlakken? Geef de grenzen aan tot waar OCW de ruimte geeft aan Nuffic en wanneer overleg juist gewenst is. OCW kan altijd met de Raad van Toezicht (RvT) van Nuffic in gesprek over de bijdrage van Nuffic aan de hoofddoelstellingen van OCW. Consequent vasthouden aan een eenmaal gekozen lijn is hierbij behulpzaam.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK