Rekenkamer inspireert minister voor kwaliteitsafspraken
Een paar weken geleden verscheen er een rapport van de Algemene Rekenkamer over de voorinvesteringen van het studievoorschot. Bij het studievoorschotakkoord in 2014 hadden de koepels, VSNU en Vereniging Hogescholen, beloofd om in de jaren 2015-2017 jaarlijks €200 miljoen uit eigen middelen voor te investeren in de kwaliteit van het hoger onderwijs.
In potentie goed terecht gekomen
Uit het onderzoek van de Rekenkamer blijk dat van de beloofde €600 miljoen er maar €280 miljoen traceerbaar was als investering in de kwaliteit. De koepels waren het echter niet eens met de Rekenkamer en verweten het hoge College van Staat dat zij met definities had zitten spelen.
Voor GroenLinks-Kamerlid Zihni Özdil was het rapport reden om Kamervragen te stellen. GroenLinks wilde weten van de minister wat zij vindt van het feit dat van de beloofde €600 miljoen, er €280 miljoen ook echt traceerbaar is. In haar beantwoording laat de minister weten dat de koepels, VH en VSNU beide hebben aangeven dat zij gezamenlijk €860 miljoen hebben geïnvesteerd.
Hoewel de Rekenkamer dit toegezegde geld niet kan traceren is de minister toch van mening dat er potentieel veel geld naar de kwaliteit van het onderwijs is gegaan. “Overigens geeft de Algemene Rekenkamer in haar rapport aan dat de door hogescholen en universiteiten opgegeven ¢860 miljoen in potentie ten goede komt aan de kwaliteit van het onderwijs. Van deze investeringen hebben alle studenten kunnen profiteren.”
Kwaliteitsafspraken om studievoorschot te gispen
Op de vraag van GroenLinks om de instellingen te verplichten alsnog de resterende €320 miljoen te investeren in onderwijskwaliteit geeft de minister aan daar niet veel voor te voelen. Ze verwijst daarbij naar het bovenstaande antwoord en kijkt liever naar de nieuwe kwaliteitsafspraken. “Er blijkt nu onduidelijkheid te zijn ontstaan bij de verantwoording of dit voorinvesteringen waren. Deze onduidelijkheid wil ik voorkomen bij de kwaliteitsafspraken.”
GroenLinks wilde ook van de minister weten hoe zij gaat voorkomen dat bij de investeringen naar aanleiding van het studievoorschot niet de zelfde fouten worden gemaakt. De minister geeft aan dat zij het rapport van de Rekenkamer daarom zal gebruiken voor de nieuwe kwaliteitsafspraken.
De Algemene Rekenkamer deed in haar rapport met het oog op de nieuwe kwaliteitsafspraken ook duidelijke aanbevelingen. Zo moeten de bestedingen van het studievoorschot worden verantwoord in het jaarverslag. Ook moeten er duidelijke afspraken worden gemaakt hoe het geld van het studievoorschot gevolgd kan worden. En waarover en op wat voor wijze het College van Bestuur verslag moet uitbrengen van de investeringen.
Aan tafel met de koepels
De Rekenkamer wijst erop dat voor de nieuwe kwaliteitsafspraken zoals in het regeerakkoord is afgesproken, duidelijke regels noodzakelijk zijn. Dit met het oog op de financiële korting wanneer de kwaliteitsafspraken niet worden gehaald. “Wij merken op dat korten alleen mogelijk is, als elke instelling vooraf zeer duidelijke, toetsbare afspraken maakt”, aldus de Rekenkamer eind vorige maand in haar rapport.
De minister laat weten dat momenteel de nieuwe kwaliteitsafspraken vorm worden gegeven en dat de aanbevelingen van de Rekenkamer mee worden genomen. “Ik ben in gesprek met de VSNU, de VH, het ISO en de LSVb over de vormgeving van de kwaliteitsafspraken. De aanbevelingen van het rapport van de Algemene Rekenkamer zijn onderwerp in de gesprekken over de kwaliteitsafspraken.”
Binnenkort gaat ook de Kamer met de minister in debat over dit rapport van de Rekenkamer. Dan zal ook verder duidelijk worden hoe de nieuwe kwaliteitsafspraken eruit gaan zien en in hoeverre de minister de aanbevelingen van de Rekenkamer heeft meegenomen.
