TU Delft: vrouwen op achterstand in de wetenschap

Nieuws | door Frans van Heest
28 februari 2018 | De ongelijkheid in kansen op een wetenschappelijke carrière tussen mannen en vrouwen heeft als oorzaak dat mannen vaker de verbinding weten te leggen tussen fundamenteel en toegepast onderzoek. Dit blijkt uit loopbaananalyses onder wetenschappers van twee vooraanstaande Europese technische universiteiten.

In hoeverre helpt of belemmert het wanneer de begeleider van een onderzoeker van hetzelfde geslacht is, dezelfde onderzoeksoriëntatie en of culturele achtergrond heeft? Dit onderzochten Claudia Werker, universitair docent aan de TU Delft en Christian Hopp, onderzoeker aan der de RWTH Aachen University. Zij hebben hun onderzoek (Open Access) gebaseerd op een steekproef onder 248 academici aan deze twee Europese technische universiteiten.

Volgens Werker en Hopp zijn de resultaten van hun onderzoek relevant voor beleidsmakers en bestuurders aan universiteiten en kan het hen helpen om veelbelovend talent te selecteren. Dit onderzoek kan stafleden ook helpen bij het corrigeren voor genderonevenwichtigheden en het maken van strategische keuzes met betrekking tot de onderzoeksoriëntatie tussen leerling-wetenschappers en begeleiders.

Vrouwen hebben minder kansen

Het onderzoek laat zien dat heterogeniteit in de onderzoeksoriëntatie tussen een begeleider en een promovendi nuttig is voor het begin van de carrière, maar dat dit een tijdelijk effect is. Voor postdocs en ander academisch personeel belemmert dit juist de carrièremogelijkheden. Academici die een brug weten te slaan tussen fundamenteel en toegepast onderzoek hebben meer carrièrekansen binnen universiteiten, laat dit onderzoek verder zien. Vrouwelijke wetenschappers blijken in de praktijk veel minder deze verbinding te maken, waardoor ze minder vaak carrière kunnen maken binnen de universiteit zeggen de onderzoekers. Dit geldt zeker voor een aanstelling als hoogleraar.

Volgens de onderzoekers hebben technologische vooruitgang en maatschappelijke en economische ontwikkelingen belangrijke veranderingen teweeggebracht binnen het academische landschap. Van beleidsmakers en de samenleving wordt verwacht dat onderzoekers hun onderzoek koppelen aan maatschappelijke en economische behoeften. Daarnaast wordt er steeds meer samengewerkt met private en publieke partners.

Ondanks dat de omgeving van de universiteit de afgelopen jaren sterk is veranderd, is de loopbaanontwikkeling van academici binnen de universiteit nauwelijks gewijzigd. Omdat de wetenschappelijke vooruitgang zo snel gaat en er heel veel kennis beschikbaar is hebben veel onderzoeksgroepen en academici zich gespecialiseerd in het verkleinen van hun expertisedomein. Tegelijkertijd hebben ze de reikwijdte van hun netwerken verbreed om het hele spectrum van kennis en maatschappelijke partners te dekken. Beide zijn namelijk relevant voor hun onderzoek. Deze ontwikkelingen hebben implicaties voor de loopbaan van academici, zo stellen de onderzoekers in hun paper.

Vrouwen zijn schaars

De onderzoekers hebben gekeken naar de relatie tussen heterogeniteit, onderzoeksoriëntatie en het effect op de academische carrière. Daarnaast bestudeerden de onderzoekers de heterogeniteit die voortkomt uit genderverschillen. Met dien verstande dat in veel situaties vrouwelijke academici schaars zijn in de onderzoeksteams aan technische universiteiten en dat mannen als de norm worden beschouwd. Ten derde onderzochten de twee wetenschappers de heterogeniteit tussen begeleider en leerling-wetenschapper.

Dat wil zeggen men heeft gekeken of er verschillen zijn tussen de begeleider en leerling-wetenschapper qua wetenschappelijke discipline en of de culturele achtergrond invloed heeft op de wetenschappelijke carrière.

De onderzoekers concluderen dat academici de beste kans hebben op een succesvolle carrière binnen de wetenschap als zij de brug weten te slaan tussen fundamenteel onderzoek en toegepast onderzoek. De onderzoekers concluderen dat dit komt omdat universiteiten in toenemende mate onder druk staan om bij te dragen aan sociaaleconomische vraagstukken. Onderzoekers die alleen fundamenteel onderzoek doen hebben de minste kans om de wetenschappelijke ladder te beklimmen, blijkt uit de loopbaananalyse.

Beklimmen van de acdemische ladder

Onderzoekers die deze verbinding weten te maken halen meer onderzoeksfinanciering binnen.  Ook blijkt dat mannen in het voordeel zijn bij het beklimmen van de academische ladder. Tot die conclusie komen Werker en Hopp na een statistische analyse van de carrièrepaden van vrouwelijke wetenschappers. Vrouwen hebben een duidelijk nadeel ten opzichte van mannen.

Uit de steekproef bleek dat maar 12 van de 69 vrouwen een vaste aanstelling hadden gekregen. Er zijn twee belangrijke uitstapmomenten voor vrouwen in de wetenschap. Namelijk bij de overgang naar een vaste aanstelling en bij de aanstelling als hoogleraar. Bij die twee carrièrestappen doen mannen het aanzienlijk beter dan vrouwen.

Vrouwen publiceren niet minder

Volgens de onderzoekers is deze achterstand te verklaren door de wetenschappelijke interesse van beide seksen. Er zijn verschillen tussen de wetenschappelijke publicaties. Vrouwen die slaan veel minder een brug tussen toegepast onderzoek en fundamenteel onderzoek dan mannen. Ze publiceren overigens niet minder dan mannen. Dat zij deze brug tussen fundamenteel en toegepast minder vaak maken is een verklaring waarom vrouwen minder vaak de laatste stap tot hoogleraar weten te maken. In de conclusie van het paper komen de onderzoekers met de suggestie om op dit punt nog verder onderzoek te doen hoe dit verbeterd kan worden.

Op de andere onderzoeksvraag of heterogeniteit tussen begeleider en leerling-onderzoeker bevorderlijk is voor de carrière van wetenschappers, blijkt dat aan begin van de carrière dit nog wel bevorderlijk is. Later bemoeilijkt het juist het beklimmen van de academische ladder. Dit komt overeen met eerder onderzoek waaruit bleek dat promovendi die een interdisciplinaire promotietraject volgen makkelijker tot een baan komen, maar moeite hebben om een duurzame plek te krijgen op de universiteit.

Voortbouwen op netwerk begeleider

Dit valt volgens de onderzoekers te verklaren doordat interdisciplinaire promovendi doorgaans een groter netwerk hebben. Dat maakt de kans groter dat ze ook een baan krijgen na hun promotie. Dat dit later in hun carrière tegenwerkt komt omdat wetenschappers met een begeleider die hetzelfde onderzoeksobject onderzoeken kunnen voortbouwen op het netwerk van hun begeleider. Tegelijkertijd zijn begeleiders eerder geneigd om onderzoekers die ook raakvlak hebben met hun eigen onderzoeksgebied intensiever te begeleiden.

Werker en Hopp bevelen de onderzoekers aan om in vervolgonderzoek te kijken naar de oorzaak waarom vrouwen minder de verbinding maken tussen fundamenteel en toegepast onderzoek, omdat dit hun carrièrekansen binnen de universiteit kan vergroten. Ondanks alle inspanningen is genderongelijkheid nog steeds aanwezig op universiteiten.

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK