Welke routes nemen voorsprong in NWA?

Verslag | door Ingeborg van der Ven
21 februari 2018 | Door de inzet van een startimpuls van 2,5 miljoen konden de onderzoeksroute NeurolabNL en de route ‘Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs’ begin deze week acht onderzoekstrajecten laten zien. “Niemand heeft voorrang bij de uitvoering van de NWA, maar sommige mensen hebben een voorsprong. En volgens mij hebben jullie die voorsprong in handen,” stelde hoogleraar Wim van den Doel, NWO-bestuursvoorzitter van het domein Sociale en Geesteswetenschappen.

Door de afspraken in het regeerakkoord en de verlaging van het budget dat nodig is om de Nationale Wetenschapsagenda uit te voeren zullen de verschillende routes moeten concurreren voor financiering. Sommige routes hebben met behulp van een startimpuls al een eerste start kunnen maken. In Leiden zijn maandagmiddag acht onderzoekstrajecten gepresenteerd.

Deze trajecten zijn onderdeel van de route NeurolabNL, waarvan onderzoekster Eveline Crone het boegbeeld is. Deze route verenigt het cognitie-, gedrags-, en neurowetenschappelijk onderzoek in Nederland, waarbij onderzoekers onder meer kijken hoe onze hersenen informatie verwerken. Daarnaast de route ‘Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs’ waarbinnen wetenschappers en hun praktijkpartners kijken naar hoe het bestuderen van de jeugd kan leiden tot maatschappelijke innovaties.

NWO voert startimpuls wetenschapsagenda uit

Wetenschapsagenda belangrijk voor OCW

“Meer onderzoek binnen het thema ‘jongeren in een veerkrachtige samenleving’ is belangrijk voor het OCW. Want hoe meer kennis over jongeren, onderwijs en samenleving hoe beter beleid het ministerie kan maken.” Met die woorden gaf OCW-secretaris-generaal Marjan Hammersma het startschot voor de twee onderzoeksroutes.

OCW is de opdrachtgever voor de nationale wetenschapsagenda en Hammersma geeft tijdens de bijeenkomst aan waar voor het ministerie de focus ligt. “Als jullie het goed vinden dan licht ik er een thema uit. Wat wij binnen het ministerie erg belangrijk vinden is dat alle jongeren gelijke kansen krijgen binnen het onderwijs. Iets dat de laatste jaren steeds minder vanzelfsprekend lijkt.”

“Wij vinden het erg belangrijk dat de routes verbindingen leggen tussen wetenschap en praktijk en samenwerking zoeken met lokale en landelijke organisaties”, gaat Hammersma verder. Ook roept de SG de onderzoekers in de zaal op om continu de verbinding te blijven maken met de doelgroep, de jeugd. “Het pannel van scholieren dat vanmiddag mee doet is een mooi voorbeeld. Laten wij niet over de jeugd, maar met de jeugd praten.”

De onderzoekstrajecten rondom jeugd voldoen aan deze oproep van OCW. Een van de onderzoekstrajecten is het traject Buitenschools leren. Dit onderzoeksteam wil antwoord geven op de vraag ‘Wat is er is met het reguliere onderwijssysteem aan de hand dat buitenschools leren zo vlucht heeft genomen?’.

Cijfers van het CBS laten zien dat steeds meer leerlingen na school en in het weekend particulier onderwijs volgen. Dit onderwijs is nog weinig bekeken en onderzocht. Daarbij is er een link gelegd met de gelijke kansen voor alle leerlingen. Het team bestaat uit onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam, de UvA De Hogeschool Rotterdam en de RUG.

Competitie rondom financiering

Het bedrag dat nodig is om de Nationale Wetenschapsagenda te realiseren is niet in het regeerakkoord beschikbaar gesteld. Het ministerie heeft wel toegezegd dat de Wetenschapsagenda gecontinueerd blijft. Wim van den Doel: “As we speak zijn wij in gesprek met universiteiten en ministerie in gesprek over hoe nu verder. Het gaat verder, dat staat vast en dit staat ook in het regeerakkoord. Over een week of twee zullen wij van de minister horen hoeveel geld er beschikbaar komt.” 

Hoe nu verder? Dat is de vraag waarop Van den Doel aan het einde van de middag antwoord mag geven. “Ik kan voorspellen dat er niet genoeg geld beschikbaar komt om de gehele wetenschapsagenda zoals gepland uit te voeren. De benodigde €1 miljard is er niet gekomen.” De Kenniscoalitie adviseerde het ministerie om per jaar €1 miljard beschikbaar te stellen. “We kunnen niet alles gaan uitvoeren en wel een deel ervan. Hoe gaan wij dat doen? Daar kan ik geen definitieve uitspraak over doen, maar ik kan wel een voorspelling doen.”

Van den Doel legde uit dat het bedrag dat beschikbaar komt voor de uitvoering van de NWA op twee manieren toebedeeld zal gaan worden. “Een deel daarvan zal top-down worden vastgesteld. NWO, de universiteiten en de regering zullen samen een of twee thema’s uitkiezen. Een ander deel, een groter deel van de NWA zal bottom-up worden uitgevoerd.”

“Hierbij zal in feite iedereen worden uitgenodigd om een voorstel in te dienen om een route, dan wel een deel van de route te kunnen uitvoeren. Er zal een mate van competitie zijn, iets waar wij in Nederland goed in zijn, samenwerken en concurreren.” Van den Doel kan niet prijsgeven hoe deze competitie eruit zal zien. Wel zal dit gaan om een call die elk jaar terug zal komen.

De NWO roept onderzoekers op om goed na te denken over welk deel van de route in welk jaar zal plaatsvinden. Eind april komt de NWO met een presentatie van de gekozen werkwijze voor de verdere financiering van de Nationale Wetenschapsagenda.

“Niemand heeft dus voorrang bij de uitvoering van de NWA, maar sommige mensen hebben een voorsprong. En volgens mij als ik zo vandaag heb gezien wat jullie hebben gedaan, dan hebben jullie die voorsprong in handen. En kunnen jullie volgens mij straks weer verder met de Nationale wetenschapsagenda.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK