Actieplan om depressies bij studenten bespreekbaar te maken

Nieuws | door Frans van Heest
28 maart 2018 | Het ISO en de LSVb roepen het hoger onderwijs op om studentenwelzijn vast onderdeel te maken van het instellingsbeleid. Dit staat in een actieplan om depressies onder studenten bespreekbaar te maken.

Begin april wordt er samen met een groot aantal welzijnsorganisaties en de studentenbonden ISO en LSVb een actieplan gepresenteerd dat depressies onder studenten bespreekbaar moet maken. Daarbij zijn een breed scala aan welzijnsorganisaties betrokken. Van het Trimbos instituut, tot aan Zelfmoordpreventie 113, en ook de hogescholen Windesheim, Inholland en de studentenartsen van de UvA en HvA.

Steeds meer studenten gaan gebukt onder mentale druk en er wordt een stevig beroep gedaan op hun veerkracht. Uit recent onderzoek van Hogeschool Windesheim blijkt dat 62% van de studenten vaak tot erg vaak prestatiedruk ervaren. En uit ander onderzoek van verschillende hogescholen en universiteiten blijkt dat studenten steeds vaker te lijden hebben onder depressieve gevoelens, toenemende stress, angst en burn-outklachten.

Verminder stigma op depressie

De nota komt met vijf aanbevelingen waar het hoger onderwijs aan kan werken om tot betere studieomstandigheden te komen. Waaronder het vergroten van het maatschappelijk bewustzijn en het verminderen van stigma’s rondom depressies onder studenten. Het uiteindelijke plan van deze nota is om een ‘landelijk Partnership Studentenwelzijn’ in te stellen met een veelheid aan partners. Hieronder bevinden zich de VSNU, de Vereniging Hogescholen, het ISO, de LSVb, maar ook veel welzijnsorganisaties en afdelingen van verschillende hogescholen en universiteiten omtrent studentenwelzijn.

Per instelling moet een vaste projectmedewerker worden aangesteld die de interventies coördineert, zo staat te lezen in het plan. Dit alles gaat geld kosten. Hoeveel geld is niet geheel duidelijk noch wie dit moet gaan betalen. “Er is een budget nodig voor het financieren van een fulltime projectleiderschap voor in eerste instantie drie jaar. Daarnaast is een nader te bepalen werkbudget nodig om de werkgroepen in staat te stellen om gezamenlijke projecten, gezamenlijk onderzoek en experimenten en proeftuinen te kunnen realiseren.”

Vast onderdeel van het instellingsplan

Volgens de opstellers van het actieplan is een randvoorwaarde noodzakelijk. Zo moet studentenwelzijn een vast onderdeel zijn van het instellingsplan van elke universiteit of hogeschool.

In het actieplan staat vermeld dat veel studenten in toenemende mate last hebben van prestatiedruk met uiteenlopende oorzaken. “Een veranderende maatschappij en overheidskeuzes op gebied van zorg, welzijn en onderwijs lijken hierin een belangrijke rol te spelen. Belangrijke thema’s hierbij zijn prestatiedruk, de toename van burn-out klachten, de negatieve invloed van social media op het zelfbeeld van jongeren en de daarmee samenhangende ‘Fear of Missing Out’, en de toename van Ritalingebruik onder studenten zonder ADHD.” Ook wordt erop gewezen dat studenten risicovol veel drinken met negatieve gevolgen voor hun functioneren in de studie.

De klachten stapelen zich op voor studenten, volgens de auteurs van het actieplan. “Studiedruk, financiële druk, persoonlijke omstandigheden en het combineren van werk, studie- en een sociaal leven worden door studenten vaak als oorzaak voor hun psychische klachten gerapporteerd in onderzoeken naar studentenwelzijn. Deze onderzoeken tezamen met geluiden uit de praktijk van het onderwijs leveren het beeld op dat studenten in grote getalen psychische klachten ervaren, welke samenhangen met studieproblemen.”

In het plan staat verder dat studenten in het hoger onderwijs tot een kwetsbare groep behoren. Doorgaans zijn studenten 18 jaar en ouder en wordt de verantwoordelijkheid van het welzijn voornamelijk bij de studenten zelf gelegd en niet zozeer bij de onderwijsinstelling.Tegelijkertijd bevinden studenten zich in de jongvolwassen leeftijdsfase, een fase die steeds meer gezien wordt als een kwetsbare fase wat betreft ontwikkeling van de identiteit. Niet elke student vindt een evenwicht tussen individuele ontplooiing en soms noodzakelijke aanpassing aan de omstandigheden binnen bijvoorbeeld een onderwijssetting.”

In de notitie staat ook dat studenten doorgaans veel te laat aan de bel trekken. “Ondanks hun klachten zoeken studenten hiervoor nauwelijks hulp. Als ze al hulp zoeken, doen ze dat vaak in een (te) laat stadium, terwijl uit onderzoek gebleken is dat wanneer studenten wel hulp krijgen bij psychische problemen dit een positief effect heeft op hun welbevinden en studieprestaties.”

Campagnes met rolmodellen

Het actieplan komt daarom met vijf aanbevelingen die universiteiten en hogescholen in ogenschouw kunnen nemen bij het verbeteren van het studieklimaat. Allereerst wil het platform bewustzijn creëren. Waarbij het maatschappelijk bewustzijn van de negatieve invloed van prestatiedruk, sociale normen en sociale media op het welzijn van studenten vergroot moet worden. Ook moeten er campagnes komen met rolmodellen en moet er meer kennis verspreid worden omtrent dit thema onder, docenten, studenten en studiebegeleiders.

Ook moet er gewerkt worden aan meer binding en het scheppen van een veilig studieklimaat, zo wordt gesteld. “Creëer een veilig, steunend studieklimaat door openheid over fysieke en psychosociale problemen van studenten te normaliseren. Door ook uitnodigend te zijn naar studenten die hulp kunnen gebruiken. De binding met de studie kan vergroot worden door het versterken van de sociale en academische binding, onder meer bij aanvang van de opleiding. Een van de aanbevelingen is om als onderwijsinstelling met een eerste 100 dagen aanpak te komen, die gericht is op de sociale- en academische binding van studenten met de instelling, opleiding en docenten.”

Het derde punt gaat over preventie. Daarbij wordt ook expliciet verwezen naar suïcidepreventie onder studenten. Daarnaast moet er een aanbod gecreëerd worden voor een jaarlijkse screening van studenten op hun psychische gezondheid met een gepersonaliseerde terugkoppeling aan de desbetreffende student.

Professionaliseer docenten

Een pittige aanbeveling is dat er gewerkt moet worden aan (verdere) professionalisering van docenten en studiebegeleiders. “Neem studentenwelzijn op als thema in het professionaliseringsaanbod van de onderwijsinstellingen. Besteed meer aandacht aan deskundigheidsbevordering (kennen, herkennen, erkennen) van docenten en studentbegeleiders op het gebied van: studieklimaat, psychosociale problemen bij studenten, vroeg signalering, zelfhulpmogelijkheden voor studenten en hulpaanbod voor studenten.”

De laatste aanbeveling gaat over het aanbod aan hulpverlening op universiteiten en hogescholen. “Zorg voor voldoende hulpaanbod voor studenten op elke hogeschool of universiteit in de persoon van studentpsychologen, decanen, studentbegeleiders, studieadviseurs en of externe zorgprofessionals en verken de mogelijkheid tot peer-support en een maatjessysteem als additionele hulpbron.”

Het is niet voor het eerst dat studentenbonden samen met hoger onderwijsinstellingen aandacht vragen voor het welzijn van studenten. Onlangs hebben NHL Stenden, de Vrije Universiteit en de Universiteit Leiden een intentieverklaring ondertekend die de positie van studenten met een fysieke beperking moet verstevigen. Bij de debatmiddag naar aanleiding van deze intentieverklaring werd ook gewezen op de rol van het ministerie. Marian de Groot, directeur van Handicap+Studie deed toen ook al de oproep dat er naast aandacht, “ook eventueel middelen nodig zijn van het ministerie en van de bestuurders van de hoger onderwijsinstellingen.”

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK