“Als we niet oppassen, valt het fundament onder de moderne beschaving weg”

Wetenschapsfilosoof Jerome Ravetz maakt zich ernstig zorgen over de betrouwbaarheid van de wetenschap

Interview | door Jop de Vrieze
12 maart 2018 | Negenentachtig is hij inmiddels, maar Jerome Ravetz blijft zich roeren. "Het taboe dat zo lang in stand werd gehouden is doorbroken: de wetenschap kampt met een gigantisch kwaliteitsprobleem."
Beeldenstorm in een kerk door Dirck van Delen. Foto – Rijksmuseum

Na afloop van een college dat Jerome Ravetz recent gaf aan jonge Europese wetenschappers, kwam er een jonge vrouw naar hem toe. “Tot vandaag dacht ik dat ik gek was”, zei ze. Daarna draaide ze zich om en liep weg.

Een hoogtepunt uit zijn carrière, noemt Ravetz deze korte ontmoeting. Het college dat de vrouw zojuist had gevolgd ging over postnormale wetenschap Postnormale wetenschap, aldus Ravetz en Funtowicz, is wetenschap waarvan de resultaten onder een vergrootglas liggen, omdat de belangen, urgentie en onzekerheden groot zijn, waardoor de gepresenteerde feiten hevig onder vuur komen te liggen. , een concept dat Ravetz in de jaren negentig ontwikkelde samen met Silvio Funtowicz. In tijden van Trump, Brexit en andere populistische verkiezingsoverwinningen is de term volgens Ravetz relevanter dan ooit. Recent nog, in 2017 publiceerde hij met Funtowicz en een aantal internationale collega’s een essaybundel over: Science on the Verge, een zeer kritisch boek over de huidige staat van de wetenschap.

Ravetz’ boodschap was dus niet echt nieuw, maar de reactie van de jonge vrouw erop bleef hem bij. Zijn kritische kijk op het wetenschappelijk bedrijf kon lang op ongelovige of zelfs boze reacties rekenen. Maar hij ziet een kentering, die werd geïllustreerd door de herkenning die de vrouw uitsprak. Steeds meer wetenschappers erkennen dat de wetenschap uit haar voegen barst en zwicht onder haar eigen gewicht. Dat er veel meer mis is dan lang werd verondersteld. “Dat probleem is deels institutioneel, deels cultureel en deels sociaal van aard. En het kan grote gevolgen krijgen, want de wetenschap vormt de kern van onze beschaving.”

Onconventionele kijk

Jerome (‘Jerry’) Ravetz werd in 1929 geboren in Philadelphia. Hij vertrok in de jaren vijftig naar Groot Brittannië om wiskunde te gaan studeren, waarbij hij van begin af aan een onconventionele kijk op wetenschap en onderzoek ontwikkelde. Vanwege vermeende communistische sympathieën (hij stak ze niet onder stoelen of banken) werd in 1955, tijdens het McCarthy-tijdperk, zijn Amerikaanse paspoort afgenomen. Tegen de tijd dat hij het terug kreeg, in 1958, was hij klaar met het communisme en met de VS. Hij was inmiddels met een Britse vrouw getrouwd en keerde niet terug naar zijn geboorteland. Aan de Universiteit van Leeds had hij een jaar eerder een centrum voor wetenschapsgeschiedenis en -filosofie opgericht, waar hij tot zijn vervroegd pensioen in 1983 werkzaam was. Hij werd toen milieuconsultant is nog altijd als onderzoeksmedewerker verbonden aan de Universiteit van Oxford.

“”De wetenschap vormt de kern van onze beschaving.””

Ravetz was toen al uitgegroeid tot een vooraanstaande wetenschapscriticus, die niet alleen zijn vraagtekens plaatste bij de harde waarheidsclaims van onderzoekers, maar ook bij de rol die de wetenschap vervult in de maatschappij – en niet alleen vooruitgang maar ook destructie voortbrengt. Dat deed hij al in zijn boek The Social Problems of Scientific Knowledge uit 1971, hij deed het dunnetjes over in zijn No Nonsense Guide to Science uit 2006.

Ravetz was ook van begin af aan betrokken bij Science in Transition, het initiatief dat Frank Miedema, Huub Dijstelbloem, Frank Huisman en Wijnand Mijnhardt in 2013 opzetten om de wetenschap te verbeteren. Hij waarschuwt voor de veel te snel uitdijende ‘mega science’ en het structureel negeren van de onvolkomenheden van de wetenschap die hij typeert als een ‘sociaal construct van onwetendheid’. “Zelfs een fervent wetenschapscriticus als Feierabend zei niet dat heel veel wetenschappelijk onderzoek troep is. Het was een taboe. Dat is nu doorbroken.”

Hoe het komt dat het taboe nu doorbroken is, weet Ravetz niet. Hij vindt het vooral verbazingwekkend dat het zo lang in stand gehouden kon worden. “Het kwaliteitsprobleem was er al, maar het werd weggestopt. Maar hoe langer oncomfortabele kennis wordt onderdrukt, hoe groter de explosie.”

“”Hoe langer oncomfortabele kennis wordt onderdrukt, hoe groter de explosie.””

Dat de geest nu uit de fles is en we nu ineens overal verhalen lezen over de crisis waarin de wetenschap zich bevindt, heeft die/de wetenschap grotendeels aan zichzelf te danken, vindt Ravetz. Neem de meest vooraanstaande sociale wetenschap, de economische wetenschap, die volgens Ravetz niets meer is gebleken dan ‘gekwantificeerde ideologie’. Ook noemt hij het boek van de Amerikaanse wetenschapsjournalist Richard Harris, Rigor Mortis, waarin de zich opeenstapelende problemen in het biomedisch onderzoek worden opgesomd: onderzoek dat niet herhaalbaar/repliceerbaar blijkt, muizenproeven die zich niet laten vertalen naar de mens, antilichamen en celkweken die iets heel anders meten dan gedacht werd en bovenal onderzoekers die meer bezig zijn met publiceren dan met uitzoeken hoe het nu echt zit.

Een kantelpunt in dat kader noemt hij een publicatie uit 2012, waarin onderzoekers van het farmabedrijf AMGEN lieten zien dat ze er niet in waren geslaagd om 47 van 53 belangrijke academische kankerstudies te herhalen. “Lang werd gedacht dat het onderzoek van de industrie niet te vertrouwen was en dat van de academie wel, maar het bleek andersom.”

De vinding van de AMGEN-onderzoekers sloot aan bij wat prominente critici van het biomedisch onderzoek zoals John Ioannidis al iets langer riepen: in het biomedisch onderzoek is te weinig aandacht voor kwaliteit, waardoor bevindingen vaker dan nodig waardeloos blijken. Problemen die Ravetz toeschrijft aan de ‘groeipijnen van de wetenschap’: “De kwaliteitsstandaarden raakten in verval, basale vaardigheden om grondig wetenschappelijk onderzoek te doen zijn steeds minder aanwezig en worden minder gewaardeerd. Neem bijvoorbeeld de statistiek. Die wordt niet gebruikt om de eigen bevindingen kritisch te testen, maar om die op een zo mooi mogelijke manier te presenteren.”

“”Statistiek wordt niet gebruikt om de eigen bevindingen kritisch te testen, maar om die op een zo mooi mogelijke manier te presenteren.””

Door al deze perikelen neemt de opbrengst van de miljarden die jaarlijks in medisch onderzoek worden gepompt af. Hij verwijst naar Erooms law Het omgekeerde van Moore’s Law, de wet van Moore die stelt dat de rekenkracht van computerchips elke twee jaar verdubbelt.  die stelt dat de ontwikkeling van nieuwe medicijnen elke negen jaar grofweg verdubbelen. “Er worden meer miljarden gespendeerd en dat levert steeds minder op. De vraag is hoe lang dat nog houdbaar is.”

Niet dat hij ervoor pleit de geldkraan dan maar dicht te draaien. “Ik ben nog steeds een loyale vriend van de wetenschap. Zonder de medische wetenschap was ik al lang dood geweest. Maar als we niet focussen op de slechte dingen, kan er niets verbeterd worden.”

De kern van de beschaving

Net als andere vooraanstaande wetenschapscritici zoals Bruno Latour, ziet Ravetz het doorbreken van het taboe aan de ene kant als een bevrijding, maar vreest hij aan de andere kant voor chaos. Er staat nogal wat op het spel namelijk. Wetenschap vormt tegenwoordig de kern van onze beschaving, benadrukt Ravetz. “Als een priester, een rijk man of een aristocraat zegt: ‘Vertrouw me maar’, dan lach je die uit. Maar als een wetenschapper het doet, dan neem je die serieus.”

Deels is deze positie volgens Ravetz terecht. Maar de wetenschap lijkt haar hand overspeeld te hebben. Volgens Ravetz zijn we opgegroeid in het geloof dat de wetenschap een waarhedenmachine is, die feiten vindt en die inherent goed is – de slechte toepassingen en onvoorziene gevolgen zoals massavernietigingswapens en klimaatverandering zouden de schuld van de maatschappij, niet van de wetenschap. Maar nu duidelijk wordt dat die twee entiteiten niet te scheiden zijn en het idyllische beeld sleets begint te worden, dreigt er een beschavingscrisis. “Wanneer je de vuile was buiten hangt, vertrouwt niemand je meer. Als we niet oppassen valt de bodem onder onze beschaving weg. It may all go crazy.”

““Als een priester, een rijk man of een aristocraat zegt: ‘Vertrouw me maar’, dan lach je die uit. Maar als een wetenschapper het doet, dan neem je die serieus.””

Ravetz ziet overeenkomsten met de reformatie die in de zestiende eeuw plaatsvond. Eerst was er in het westen één kerk, tot die uit elkaar viel in nieuwe instituties en tot wat uiteindelijk leidde tot de radicale revolutie die uitmondde in de secularisatie. “Een zelfde ontwikkeling zou zich in de wetenschap kunnen voltrekken, waarbij er niet langer sprake zal zijn van één universele wetenschap, maar een soort verzuiling, waarin iedere zuil de eigen kennis produceert en aanhangt.” Daar waar wetenschap een erkende sociale functie heeft, zoals in technologische ontwikkeling, zal het blijven zoals het is, vermoedt Ravetz. “Maar basaal onderzoek zal het lastig kunnen gaan krijgen, omdat dat zwaar leunt op de academische instituties, net als het ‘kritische onderzoek’, dat vooral gericht is op de ongewenste gevolgen van technologie.”

Pacifisme

Valt het doemscenario dan echt niet meer af te wenden? Zo ver gaat Ravetz niet – daar is hij zelfs op 89-jarige leeftijd, en ondanks al zijn kritische kanttekeningen, te weinig pessimistisch voor ingesteld. Er is nog tijd – de wetenschap moet de boel op orde krijgen, zowel binnenskamers als binnen de maatschappij. Niet impact maar kwaliteit en integriteit moeten weer centraal komen te staan in de wetenschap. En er is een andere stroming waar Ravetz op blijft inzetten: pacifisme. De Pugwash Movement, opgericht in 1957 om publieke figuren en wetenschappers samen te brengen om de wereld te behoeden voor de destructie van kern- en andere massavernietigingswapens – ook die beweging is anno 2018 weer relevanter dan ooit.

Tot slot rekent Ravetz op de burger. Door de informatietechnologie en aanverwante ontwikkelingen wordt wetenschap en het kritisch volgen ervan juist goedkoper. “Daardoor kunnen er nieuwe vormen van kritisch burgerschap ontstaan.”

Na afloop van het gesprek mail ik hem nog, dat we eigenlijk relatief weinig over oplossingen voor de huidige crisis hebben gesproken. Kan hij daar nog iets over zeggen? Hij mailt een artikel uit 2010, met weinig concrete oplossingen. “Wanneer er een systemische uitdaging is, met allerlei dingen die misgaan, en de staat nog steeds ontwikkelt, dan is het erg moeilijk om iets zinnigs te zeggen over oplossingen.”

Jop de Vrieze :  Wetenschapsjournalist en schrijver.

Jop de Vrieze is opgeleid als medisch bioloog en schrijft over alles wat met levenswetenschappen te maken heeft.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK