“Hbo, kijk naar mbo voor aansluiting met arbeidsmarkt!”

Interview | door Tim Cardol
9 maart 2018 | In zowel de techniek als de zorg is de vraag naar beroepsprofessionals groot. Om aan die vraag te voldoen moet het hbo beter de aansluiting vinden met het werkveld, ziet Doekle Terpstra, aanjager van het Techniek- en Zorgpact. “Het mbo doet dat beter. Eigenlijk zou een beroepsbegeleide leerweg (BBL) overal in het beroepsonderwijs gewenst zijn.”
Doekle Terpstra, Voorzitter UNETO-VNI

Doekle Terpstra was gevraagd om voorafgaand aan het hbo-discours over ‘Toekomstgericht opleiden’ een voorzet te geven bij het debat. “Een aantal stenen in de vijver gooien”, zoals hij dat zelf noemde. Terpstra, tegenwoordig werkgeversvoorman voor de installatietechnici, ziet ook in zijn sector dat bedrijven staan te springen om werknemers en dat het onderwijs er niet altijd in slaagt die aansluiting te vinden. “Ik ben heel blij om te zien dat het beroepsonderwijs er maatschappelijk weer toe doet, maar ik denk wel dat we nog aan een aantal knoppen kunnen draaien om dit beter te organiseren.”

Terpstra, die tijdens zijn pitch terugkerend entameerde op een stelseldiscussie wilde deze ‘knoppen’ eerst uitproberen alvorens met volle vaart in die discussie te stappen. Een van die knoppen zit hem in het benutten van de beroepsbegeleide leerweg (BBL) die in het mbo gebruikelijk is, maar die het hbo niet kent. In de BBL is een student in dienst van een werkgever en gaat volgt één dag per week lessen op een ROC. Op die manier heeft het beroepenveld veel meer inspraak in de ontwikkeling van de jonge professionals en kijken zij samen met de hogeschool naar wat er gevraagd wordt.

Terpstra is sowieso van mening dat het bedrijfsleven veel nadrukkelijk een rol moet krijgen in het opleiden van studenten. Daarbij wijst hij ook naar de Centers of Expertise in het hbo. “Dat is een hele mooie motor voor samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs. Ik moet toegeven dat ik dat in mijn tijd als voorzitter van Inholland niet op zijn merites heb beoordeeld.” Vanuit zijn huidige functie ziet Terpstra dit belang wel. “Belangrijk is volgens mij wel voor het slagen van de Centers of Expertise dat het bedrijfsleven aan het stuur moet zitten.”

Iedere leraar hybride

Een ander punt van aandacht is volgens Terpstra dat de techniek de komende jaren met een groot tekort aan docenten te maken krijgt. Samen met Fontys heeft Terpstra op kleine schaal al een project voor op touw gezet, waarbij vakmensen uit het bedrijfsleven als ‘hybride docent’ aan de slag gaan in een ‘circulaire carrière’.

Ministers enthousiast over circulaire carrières

Volgens Terpstra zijn we er daarmee echter nog lang niet, omdat het geen volume heeft. “Ik zou willen stellen dat we massaal hybride docenten gaan opleiden. Volgens mij moet het de norm worden,” zegt hij tegen ScienceGuide. Bang dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het docentschap, zoals ook de zorgen in de Tweede Kamer klonken, is hij niet.

“Ik denk dat een docent in het techniekonderwijs zich tekort doet als hij zich door deze constructie niet serieus genomen voelt. Het is juist heel erg goed dat die brug naar het werkveld er is. Het is toch een meerwaarde voor een docent als hij op de hoogte is van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied en in staat is zijn lessen te verbinden met de beroepspraktijk.”

Terpstra erkent dat de voorstellen die hij tijdens het HBO-discours doet in feite lapmiddelen zijn. Eigenlijk zou hij het liefst met werkgevers, opleiders en de politiek een fundamentele discussie voeren over het onderwijsstelsel. “Maar een stelselwijziging lost de acute problemen die we nu hebben niet op.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK