“De echte topdocenten, dat zijn ook de tophoogleraren”

Sylvester Eijffinger trekt lessen voor Nederland uit het onderwijs op Harvard.

Verslag | door Sylvester Eijffinger
23 april 2018 | Na vijf jaar keer ik weer terug voor mijn vierde sabbatical bij het Harvard Economics Department. Mijn eerdere sabbaticals waren in het Spring semester van 2003, 2008, en 2013 en dat geeft mij het gevoel om weer eens thuis te komen of zoals mijn collega en vriend Ben Friedman het altijd uitdrukt: “Welcome in your home in America, Sylvester!” Mijn collega’s in het Economics Department, maar ook bij de Harvard Business School (HBS) en Harvard Kennedy School (HKS) zijn na al die jaren ook persoonlijke vrienden geworden. Ik krijg vele uitnodigingen voor koppen koffie, lunches en diners in de Harvard Faculty Club of andere gelegenheden bij Harvard Yard.
Harvard Hall (foto: Sylvester Eijffinger)

Omdat mijn sabbatical dit keer beperkt is in tijd (april, mei en juni) vanwege mijn verplichtingen vanwege de Tilburg University Society en mijn toezichthoudende functies zal ik in plaats van de weekboeken uit voorgaande jaren elke maand de lezers van ScienceGuide laten delen wat ik hier op Harvard observeer en wat wij hiervan kunnen leren bij Tilburg University en andere universiteiten in Nederland. Mijn eerste artikel gaat over het onderwijs op het Harvard Economics Department dat een onderdeel is van de Faculty of Arts and Sciences, HBS en HKS.

Hoogleraren in het eerste jaar

Mijn eerste observatie is dat vele maar niet alle hoogleraren enige colleges geven aan de freshmen In de Verenigde Staten worden eerstejaarsstudenten 'freshmen' genoemd. Een tweedejaars wordt 'sophomore' genoemd. zodat de net aangekomen studenten al in het begin met de tophoogleraren kennis kunnen maken. Een mooi voorbeeld is de eerstejaars cursus EC10, die bestaat uit EC10a voor micro-economie en EC10b voor macro-economie en gegeven wordt Greg Mankiw op basis zijn million-dollar-bestseller ‘Principles of Economics’.

Greg Mankiw geeft EC10 samen Thomas Baranga en andere hoogleraren zoals Ed Glaeser, David Cutler, Roland Fryer, David Laibson, Jim Stock, Marty Feldstein, Jeremy Stein, Ken Rogoff, Larry Summers, Jason Furman. Deze supersterren trekken en enthousiasmeren de beste studenten naar Harvard. Als jij een goede onderzoeker bent draag je dat ook uit in je colleges. De echte topdocenten, dat zijn ook de tophoogleraren. Op Harvard hebben deze hoogleraren een morele verantwoordelijkheid om juist in het eerste jaar les te geven.

De eerstejaars cursus EC10 wordt niet alleen gevolgd door studenten van het Economics Department, HBS en HKS, maar ook door studenten van de Law School, Mathematics, Philopsophy en zelfs van de Divinity School. Deze cursus is zeer breed opgezet en niet technisch van aard (geen modellen). De cursus is vooral bedoeld om aan alle eerstejaars studenten een overzicht te geven van de modernste inzichten in de micro- en micro-economie. Daarbij worden niet alleen hoorcolleges gegeven maar samen met dertig teaching assistants (‘section leaders’) specifieke tutorials voor 600 studenten gegeven met assignments, problem sets, quizzen en andere leermiddelen.

Mijn eigen ervaring met het geven van eerstejaars colleges is dat het goed is dat de belangrijke hoogleraren zichtbaar zijn voor de eerstejaars studenten. Ruim twintig jaar geleden werd ik in Tilburg verantwoordelijk voor het opzetten van een Bachelor-Master programma op internationale leest (in het Engels) voor Nederlandse en buitenlandse studenten. Dat programma werd International Economics and Finance (IEF) dat echt in een behoefte voorzag. Als opleidingsdirecteur van IEF heb ik jarenlang ook colleges voor de eerstejaars IEF studenten gegeven vanwege de zichtbaarheid maar ook om de kwaliteit van de eerstejaars colleges te bewaken en verbeteren.

Inzetten op dwarsverbanden

Mijn tweede observatie is dat Harvard bewust en expliciet inzet op dwarsverbanden (‘cross overs’) tussen de verschillende departments en schools binnen de universiteit als geheel om de vorming van silo’s te voorkomen. Een mooi voorbeeld van zo’n dwarsverband is het seminar ‘Religion and Political Economy’ (ECON1450) dat gegeven wordt door Robert Barro en Rachel McCleary (HKS) voor studenten van het Economics Department, de Divinity School en andere belangstellenden. Een dergelijke ‘cross over’ zou ook goed mogelijk en wenselijk zijn in het wo in Nederland. Bijvoorbeeld tussen de Tilburg School of Economics and Management en de Tilburg School of Catholic Theology in Utrecht.

Onze eigen ervaring met het bevorderen van ‘cross overs’ tussen departments en schools in Tilburg was tot nu toe beperkt maar daar begint de laatste jaren verandering in de te komen. Een goed voorbeeld is de Jheronimus Academy of Data Science (JADS) die bijna twee jaar geleden als samenwerkingsverband tussen Tilburg University en TU Eindhoven is opgezet in Den Bosch en op dit moment 1000 aanmeldingen voor maar 15 posities kent. Een mogelijke ‘cross over’ zou een Tilburg School of Governance kunnen zijn waarbij Business, Economics en Law samenwerken op het gebied van corporate governance en public governance waar echt behoefte aan is.

Harvard is verder in kunstmatige intelligentie

Mijn derde observatie is dat Harvard (en MIT) op het terrein van Artificial Intelligence (AI) veel verder zijn dan de Europese universiteiten. Wij praten in Nederland wel veel over AI maar hebben nog weinig concrete stappen gezet om het gebruik van algoritmes een integraal onderdeel te laten zijn van het universitair onderwijs en onderzoek terwijl over 5 tot 10 jaar bij de professionals die wij opleiden fintech, audittech, legaltech en andere tech’s normaal is. Mijn inmiddels 74-jarige collega en vriend Ben Friedman gaat in het najaar een freshmen seminar ‘Americans at Work in the Age of Robots and Artificial Intelligence’ geven waarbij studenten individueel drie papers moeten inleveren.

Uit eigen ervaring merk ik dat mijn collega’s in Europa toch teveel vasthouden aan de bekende patronen in het onderwijs en onderzoek en weinig voorbereid zijn op de nieuwe realiteit die AI over 5 tot 10 jaar brengt. Op de vijfde Cobbenhagen Summit die op 5 maart 2018 in Tilburg plaatsvond maakten sprekers als Constantijn van Oranje, Edwin van Rest en Maarten Steinbuch duidelijk hoe snel de ontwikkelingen op het gebied van AI zich voltrekken.

Kunstmatige intelligentie raakt economie en universiteit

Ik zou daarom willen pleiten voor een gezamenlijke digitale agenda door de overheid, het (hoger) onderwijs en de ondernemers (corporates en start-ups) op het gebied van AI, automation en data science.

Vooruitblikkend op mijn verblijf hier kunnen wij van Harvard leren dat outputfinanciering voor het (hoger) onderwijs tot perverse prikkels leidt en op lange termijn schadelijk is voor de kwaliteit van het (hoger) onderwijs. Niet alleen universiteiten maar ook hogescholen zullen strenger moeten selecteren op de kwaliteit van de eerstejaarsstudenten. Bovendien moeten universiteiten en hogescholen veel meer investeren in de alumni als de uiteindelijke ambassadeurs van de instellingen.

Dat heeft men hier bij Harvard goed begrepen. Vanaf het moment dat de eerstejaars studenten hier aankomen worden zij meegezogen in de ‘Harvard experience’ die hen voor de rest van hun persoonlijke leven bij zal blijven. In de volgende artikelen zal ik verder ingaan op wat Nederlandse universiteiten op deze punten van Harvard kan leren.

Sylvester Eijffinger :  Professor of Financial Economics en President van de Tilburg University Society


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK