Kiezen voor techniek is niet genoeg

Verslag | door Ingeborg van der Ven
18 april 2018 | Op uitnodiging van de 4TU en FME bogen economen, onderwijsexperts, Kamerleden en staatssecretaris Mona Keijzer zich over de vraag hoe het steeds groter groeiende tekort aan ingenieurs in Nederland op te lossen. De voorgenomen herziening van het bekostigingssysteem zoals opgenomen in het regeerakkoord, bleek het heet hangijzer waar weinigen zich aan wilden branden.
Foto: WOCintech

“Nu de toestroom van technische studenten bijna te groot wordt om op te vangen moeten de universiteiten maar een studentenstop inzetten? Dit is te gek voor woorden. We moeten geld brengen naar die universiteiten, die de mensen opleiden die we nu nodig hebben in het bedrijfsleven. Het is te gek voor woorden dat ik de reacties op mijn uitspraak zal zijn ‘ho ho ho, dat zullen we nog wel eens zien, Etruskische studies zijn ook heel belangrijk’. Dat kun nu even niet, daar is gewoon geen tijd voor.”

Journalist Mathijs Bouman wil op de bijeenkomst van 4TU en FME graag de boodschap van zijn eerdere column Numerus Fixus herhalen, geen studentenstop op techniek, maar juist op psychologie, economie en bedrijfskunde. De middelen die dan vrijkomen moeten ingezet worden om het techniekonderwijs te vergrootten.

Dat dit voor een journalist makkelijker is om te stellen, dan voor bestuurders, onderwijsambtenaren, bedrijven en onderzoekers wordt snel duidelijk. De zaal toehoorders van Bouman, deelnemers aan de expertmeeting arbeidsmarkt ingenieurs in Nieuwspoort, volgen niet met een even duidelijke stellingname. Maar duidelijk wordt wel dat het nu echt draait om deze ‘ongemakkelijke’ keuze. Als het ministerie de keuze voor techniek wil maken, dan moet de geldstroom ook volgen.

Overheid kan zelf ook herverdelen

De 4TU en FME hebben de expertmeeting georganiseerd omdat het wederom vijf voor twaalf is voor het techniekonderwijs. “Inmiddels heeft zestig procent van de keten een tekort aan de juiste mensen”, aldus Hans de Jong. De president van Philips gaat verder: “Alle bedrijven worden geconfronteerd met het feit dat technologische innovatie en digitalisering steeds meer de ruggengraat vormen voor continuïteit. En we hebben allemaal in toenemende mate de behoefte aan steeds meer hoogwaardig geschoolde technologen.”

‘5 voor 12’ bij technische universiteiten

“Er is een voortdurende spanning tussen aan de ene kant meer geld en aan de andere kant een herverdeling van geld. De hoeveelheid geld die er aan komt staat vast en die is ook groter dan in het verleden en terecht. De vraag is nu ‘hoe gaan we de zorg die nu vandaag is besproken maximaal mee bedienen’ en tegelijkertijd leven er ook andere zorgen in de samenleving.” zo vat Kamerlid Paul van Meenen (D66) het spanningsveld samen.

Experts kunnen het met name nog niet hebben over de herverdeling van geldstromen en een hervorming van de bekostiging vanwege een lopend onderzoek op het ministerie. “De overheid kan zelf ook herverdelen. We gaan kijken naar de macrodoelmatigheid, kijken naar opleidingen, waar is veel vraag en waar is minder vraag naar. En tegelijkertijd hebben we ook met elkaar afgesproken dat we gaan kijken hoe de bekostiging anders kan. Alleen dat onderzoek is nog niet klaar, en de ideeën die hier besproken zijn kunnen daar in worden meegenomen ”, aldus Van Meenen.

Tekort aan technische docenten

Verschillende stimuleringstrajecten hebben inmiddels de toestroom van studenten naar de techniek al flink vergroot. “Als gevolg van het Techniekpact is het aantal mensen dat een technische opleiding kiest enorm is toegenomen. Er zijn echt veel mensen die heel doelbewust de keuze voor techniek maken”, aldus Victor van der Chijs, 4TU.

Dit is iets wat ook de coalitiefracties tegenstaat, aldus VVD-parlementariër Hayke Veldman: “Het is heel raar dat we een heleboel jongeren enthousiast maken voor techniek, dat een aantal jongeren de studies ook willen gaan volgen. En dat we dan nu voor een aantal studies zeggen ‘Ja poort dicht, teveel.’ En dat er dan tegelijkertijd 8000 studenten psychologie zijn per jaar. Volgens mij zijn wij in Nederland niet zo gek dat we zoveel psychologen nodig hebben.”

Op dit moment zijn er verschillende studies die de stroom niet van studenten niet kunnen opvangen, er zijn simpelweg te weinig technische docenten. Aan de ene kant omdat er te weinig zijn en met name omdat universiteiten te weinig middelen hebben om docenten aan te nemen. Dit resulteert er nu in dat acht technische studies een numerus fixus hebben, in vergelijking tot drie in 2017.

bron VSNU

Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) kan de problematiek beamen aan de hand van cijfers die het instituut voorhanden heeft. Andries de Grip van het ROA kan concluderen dat “er flinke tekorten in de techniek zijn te verwachten, met ernstige gevolgen voor de concurrentiekracht, het is van groot belang dat we focussen op de onderwijscapaciteit. Ook de belangstelling voor techniek verdient nog steeds aandacht. Veel initiatieven hebben een positief effect gehad, maar ook die vraag gaat door, dus het aanbod moet nog steeds vergroten. Tenslotte is het van belang om de weglek vanuit de techniek te voorkomen, door interessante banen aan te bieden.”

Een tekort aan middelen zorgt ervoor dat technische universiteiten de toestroom aan studenten niet aankunnen. “Stel dat het kabinet zou besluiten om het komend jaar een half miljard extra in techniek en bèta onderwijs te stoppen. Dan zouden universiteiten pas volgend jaar kunnen gaan opschalen, nieuwe gebouwen en mensen aannemen, en misschien dat je dan in 2020 nieuwe studenten kan gaan aannemen. Dit betekent dat er pas vanaf 2026 jonge ingenieurs bijkomen in de arbeidsmarkt toe te stromen.”, aldus Van der Cijs.

Een enorme knokpartij nodig

De herziening van het bekostigingssysteem, en dan met name het mogelijk maken om geldstromen specifiek aan gebieden als techniek toe te wijzen, blijft tijdens de expertmeeting het heet hangijzer. Of de plannen van het kabinet gerealiseerd kunnen worden is nog maar de vraag. Dat het moeilijk is om de problematiek van het techniek onderwijs aan te pakken beaamt ook Eppo Bruins.

“Ik zit al eenentwintig jaar in het wetenschapsbeleid en ik heb in Nederland nog nooit een herverdeling gezien. En het is nu typisch een verschijnsel dat je eigenlijk alleen in verhouding kunt verschuiven in tijden van extra middelen” aldus het Kamerlid van de ChristenUnie. “Ik denk dat er een enorme knokpartij nodig is, in dit land dat wordt geregeerd door een sterk maatschappelijk middenveld, om een echte verschuiving te realiseren.”

Bruins stelt daar wel tegenover dat, “we met zijn allen een heel stoer regeerakkoord hebben geschreven, we hebben nu extra middelen en we hebben een voorkeur uitgesproken voor bèta en techniek. Als je dit tien jaar geleden had gezegd dan was je een cultuurbarbaar geweest.”

Vrouwen in de techniek is wel simpel

Welke oplossingen zijn dan wel op korte termijn bespreekbaar? Onder leiding van journalist Martijn de Greve en Pieter Duisenberg, voorzitter VSNU, resulteerde een brainstorm dan ook in een herijking van al eerder besproken oplossingen.

Op de vraag van Monique Mols, hoofd public affairs van ASML, wat we nog meer gaan doen om de tekorten op te vangen door meisjes te motiveren voor de techniek geven de mannelijke Kamerleden voorzichtig antwoord. “De stereotypering die u nu schetst mag ik als man natuurlijk niet maken”, zegt Eppo Bruins. “En dat meisjes na een natuur en techniek pakket toch voor een bredere studie gaan heeft er mee te maken dat meisjes, jonge vrouwen, techniek willen in een maatschappelijke context.”

Harry van der Molen ziet veel in het inzetten van beeldvorming. “Ik ben zelf hoofd marketing & communicatie op een mbo geweest. Toen jonge meiden die op de lasopleiding zaten, de instroom het jaar erop groter was. Je moet het echt even zien. Is het dan zo simpel? Ja, een deel van de oplossing is echt zo simpel. En dus vind ik het in zekere zin echt een opgave, die ook het kabinet op zich neemt.” Van der Molen verwijst naar de Emancipatienota en het AO-emancipatie waaruit duidelijk wordt dat de minister met name de steretypering van meisjes en vrouwen wil tegen gaan.

Alle aanwezige Kamerleden zijn het met elkaar eens dat er nog meer gedaan kan worden op dit thema. PvdA-Kamerlid William Moorlag is ervan overtuigd dat beïnvloeding van de studiekeuze wel degelijk kan helpen. “Als je naar andere beroepsgroepen kijkt, de advocatuur, de rechterlijke macht en de medische staf, dat waren van oorsprong mannenberoepen en daar zijn vrouwen in veel gevallen inmiddels in de meerderheid.”

Verdere samenwerking onderwijs en bedrijfsleven

Een veelgenoemde oplossing is het verder inzetten op de verbindingen tussen het bedrijfsleven en het onderwijs, niet alleen door het opzetten van PPS, publiek private samenwerkingen, maar ook door de mogelijkheden te verkennen van een gedeelde rol in het opleiden. “Ik denk dat een heel groot deel van de scholing al bij de bedrijven ligt. Werktuigbouwkunde is een vrij generieke opleiding, bedrijven zie je steeds meer keuzes maken. De eerste jaren is het toch veel investeren in het aanleren van specifieke vaardigheden,” stelt De Jong.

“We zien steeds meer kruisverbanden en mogelijkheden voor verdere samenwerking. Bijvoorbeeld dure apparatuur die door een opleiding zelf niet hoeft te worden aangeschaft omdat bedrijven deze beschikbaar stellen in samenwerkingsverbanden.” De topman van Philips wil met name benadrukken dat het hierbij niet alleen gaat om samenwerking met de grote tech-bedrijven. “Bedrijven als de mijne zijn eigenlijk het eindpunt van de keten.”

“Het mkb dat alle producten voor ons maakt die wij in eindassemblage doen zijn 1-op-1 afhankelijk van ons en wij zijn 1-op-1 afhankelijk van die keten van mkb. Dus het onderscheid dat vaak gemaakt wordt herken en zie ik ook niet. We zien ook steeds meer dat de innovatiekracht zich verplaatst in de keten.”

De mogelijkheden om masters in samenwerking met het bedrijfsleven te ‘co-creëren’ wordt door veel experts in de zaal benoemd. “De oplossing die bij mij blijft hangen vandaag is het realiseren van masters in samenwerking met het bedrijfsleven. En ik realiseer mij dat dit al zo lang onderdeel is van de discussie en de agenda. En dan vraag ik mij toch af waarom dit niet gerealiseerd is,” zegt CDA-Kamerlid Harry van der Molen.

Alle resultaten van de expertmeeting vormen input van FME en 4TU voor de jaarconferentie van het techniekpact op 18 juni.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK