Onderzoek op hogescholen langs de wetenschappelijke meetlat

Het opleiden van promovendi in het hbo garandeert een wetenschappelijke standaard voor onderzoek

Opinie | door Wim Krijnen
11 april 2018 | Praktijkgericht onderzoek kan alleen maar relevant zijn voor de praktijk wanneer het voldoet aan wetenschappelijke standaarden, stelt Wim Krijnen van het lectoraat Healthy Ageing Allied Health Care and Nursing van de Hanzehogeschool Groningen.
(U.S. Air Force photo/Tech. Sgt. Bennie J. Davis III)

Verschillen in opvattingen over onderzoek tussen hbo en universiteit zijn schijntegenstellingen die vooral contraproductief werken. Dergelijke tegenstellingen spelen geen rol indien wetenschappelijk praktijkgericht onderzoek uitgevoerd wordt door promovendi uit het werkveld. Het is zeker mogelijk een vruchtbare afstemming te vinden tussen onderzoeker, patiënt, en het werkveld.

Tijdens het instellen van lectoraten in 2001 zijn de taken van hogescholen uitgebreid met onderzoek. De doelstellingen van lectoraten zijn breed verwoord in termen van kennisontwikkeling, professionalisering van docenten, doorwerking in curricula en kenniscirculatie. Van deze verschillende doelstellingen wordt kennisontwikkeling als de belangrijkste gezien (Karssen, 2004).

Over kennisontwikkeling door onderzoek bestaan verschillende opvattingen binnen het hbo. Een opvatting is dat bij onderzoek de nadruk niet hoeft te liggen op wetenschappelijke eisen. Dit heeft als consequentie dat publiceren in bijvoorbeeld internationale tijdschriften geen prioriteit heeft. Volgens een andere opvatting is literatuuronderzoek minder belangrijk vanuit de visie dat het er in de praktijk toch steeds weer anders aan toe gaat.

Weer een andere opvatting is dat eisen omtrent wetenschappelijkheid bedoeld zijn voor de universiteit en voor het hbo minder belangrijk zijn. Voor het hbo zou het vooral gaan om de impact op de maatschappij, de waarde van de onderzoeksresultaten voor het werkveld, zoals het verbeteren van het praktisch handelen door de hbo-professional, of het onderhouden van een goed netwerk binnen het werkveld.

Dergelijke verschillen in opvattingen over onderzoek tussen hbo en universiteit zijn schijntegenstellingen. Praktijkgerichtheid gaat over het op de juiste manier verbonden zijn van zowel het ontwikkelen als het toepassen van kennis. Daarbij zijn theorie en praktijk onderling verbonden en afhankelijk. Kennis kan alleen een zinvolle bijdrage leveren aan de praktijk als deze verkregen is volgens wetenschappelijke methoden en voldoet aan wetenschappelijke eisen. Als praktijkgericht onderzoek niet wordt uitgevoerd conform dergelijke methoden, dan is het niet bruikbaar en kunnen de resultaten zelfs schadelijk zijn.

Vanaf de oprichting in 2002 heeft het lectoraat Healthy Ageing Allied Health Care and Nursing van de Hanzehogeschool Groningen kennisontwikkeling door wetenschappelijk praktijkgericht onderzoek als centrale missie gekozen. Al het onderzoek wordt vanuit de praktijk en samen met partners uit de praktijk uitgevoerd, waarbij nadrukkelijk is gekozen voor wetenschappelijke methoden en normen. Leidend principe is dat al het onderzoek wordt gepubliceerd in peer reviewed tijdschriften en onderdeel is van een wetenschappelijk proefschrift. Onafhankelijke reviewers beoordelen het onderzoek en geven waar mogelijk suggesties ter verbetering.

De resultaten van het onderzoek krijgen internationale aandacht, waardoor de impact toeneemt. Partners in het werkveld waarderen het dat onderzoeksvragen worden opgehaald uit de dagelijkse praktijk. Zij ondersteunen professionals uit de eigen organisatie om praktijkonderzoek af te ronden met een wetenschappelijk proefschrift. Professionals ontwikkelen kennis en implementeren deze direct in het werkveld. Samen met het lectoraat zorgen professionals voor de afstemming tussen de instelling, de wetenschapper, de patiënt, de beroepsgroep, en andere betrokkenen.

Een voorbeeld van een paramedicus die wetenschappelijk onderzoek deed om het praktisch handelen in de zorg te verbeteren is Masoud Salavati. Hij deed als kinderfysiotherapeut bij Koninklijke Visio te Haren onderzoek naar kinderen met een aangeboren hersenbeschadiging en visuele beperking.

Het probleem was dat het met bestaande meetinstrumenten niet goed mogelijk bleek om kinderen met een visuele beperking als gevolg van een hersenaandoening goed te beoordelen op hun mogelijkheden en de juiste behandeling te bepalen. Hierdoor werd deze groep kinderen in hun motorische mogelijkheden en dagelijkse activiteiten onderschat.

Volgens de wetenschappelijk gangbare Delphi-methode Dit is een onderzoeksmethode waarbij de meningen van een groot aantal experts wordt gevraagd ten aanzien van een onderwerp waar geen consensus over bestaat. Door de antwoorden van de andere experts (anoniem) terug te koppelen wordt in een aantal rondes geprobeerd tot consensus te komen. ging een team van experts aan het werk om overeenstemming te bereiken over verbetervoorstellen ten aanzien van de screening- en meetinstrumenten. Het ging hierbij om de motorische CVI- screeningsinstrumenten voor kinderen met hersenbeschadiging, meetinstrumenten GMFM-88. De Gross Motor Function Measure is vragenlijst voor het meten van de grove motoriek van kinderen. Na implementatie hiervan kon uit verder onderzoek worden geconcludeerd dat zowel de motorische CVI-screeningsinstrumenten als aangepaste GMFM-88 en PEDI-NL De Pediatric Evaluation of Disability Inventory is een checklist voor het meten van onder andere functionele vaardigheden en zelfredzaamheid van kinderen. voor de doelgroep van Masoud Salavati een goede betrouwbaarheid, validiteit, sensitiviteit en specificiteit hebben. Door de bevindingen internationaal te publiceren kunnen kinderfysiotherapeuten wereldwijd de zorg voor kinderen met een visuele beperking als gevolg van een hersenaandoening beter afstemmen.

Een ander voorbeeld van een paramedicus die wetenschappelijk onderzoek deed om het praktisch handelen in de zorg te verbeteren is Karin Ipema. Zij deed als diëtist onderzoek bij het Dialyse Centrum Groningen naar het effect van nachtelijke thuishemodialyse op de voetdingstoestand. Zowel de zware belasting van dialyse in het ziekenhuis als ondervoeding vormden een probleem voor nierpatiënten. De effecten van nachtelijke hemodialyse waren nog niet in kaart gebracht.

Uit een vergelijkend onderzoek naar de effecten van thuisdialyse en ziekenhuisdialyse werden gunstige effecten gevonden, met name voor de eiwitinname van patiënten. Om de kennis op gebied van de effecten van nachtelijke thuishemodialyse centrumhemodialyse verder te vergroten heeft Karin Ipema een systematisch literatuuronderzoek gekoppeld aan een meta-analyse van de resultaten uit eerder onderzoek. Dit leverde een bevestiging van de bevindingen opgedaan in Groningen. Tevens gaf het aanleiding tot verder onderzoek naar lagere morbiditeit en mortaliteit onder nierdialyse patiënten.

Uit een vergelijkend onderzoek naar de effecten van thuisdialyse en ziekenhuisdialyse werden gunstige effecten gevonden, met name voor de eiwitinname van patiënten. Om de kennis op gebied van de effecten van nachtelijke thuisdialyse verder te vergroten heeft Karin Ipema een systematisch literatuuronderzoek gekoppeld aan een meta-analyse van de resultaten uit eerder onderzoek. Dit leverde een bevestiging van de bevindingen opgedaan in Groningen. Tevens gaf het aanleiding tot verder onderzoek naar lagere morbiditeit en mortaliteit onder nierdialyse patiënten.

De onderzoeken van Massoud Salavati en Karin Ipema hebben gemeen dat de vraag uit de praktijk van de post-hbo professional, wetenschappelijk werd onderzocht. De resultaten vormen een bijdrage om tot verdere ontwikkeling van paramedische beroepsgroepen en verbeterde zorg te komen. Het laat tevens zien dat dergelijk onderzoek, op basis van wetenschappelijke normen, een plaats heeft in het praktijkgericht onderzoek: beiden vullen elkaar aan.

Het lectoraat Healthy Ageing Allied Health Care and Nursing is niet het enige lectoraat dat op basis van wetenschappelijke normen onderzoek doet. Door zelf promovendi op te leiden committeert een lectoraat zich aan de academische standaarden die vereist zijn voor een promotie. Op die manier garandeert het lectoraat dat het praktijkgericht onderzoek qua niveau voldoet aan de wetenschappelijke norm.

Wim Krijnen :  Lector Analysetechnieken voor praktijkgericht onderzoek

Wim Krijnen is lector Analysetechnieken voor praktijkgericht onderzoek binnen het Lectoraat voor Transparante zorgverlening aan de Hanzehogeschool.

Literatuurverwijzingen

Onderzoek op hogescholen: de oogst na 10 jaar.

Een steen in de vijver: de introductie van Lectoraten in het HBO SKO 2004

Succesfactoren voor lectoraten in het HBO SKO 2005


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK