De international classroom blijkt vaak nog problematisch

Nieuws | door Frans van Heest
30 mei 2018 | Business schools aan Nederlandse universiteiten internationaliseren vanwege geld en kwaliteit, maar voor culturele integratie van studenten is onvoldoende aandacht. Blijkt uit onderzoek aan acht business schools van Nederlandse universiteiten.

Onderzoekers van de Radboud Universiteit en de Universiteit Gent hebben samen met een Chinese universiteit onderzoek gedaan naar de culturele uitwisseling tussen internationale studenten en docenten. Deze studie heeft gekeken in wat voor mate faculteiten ondersteuning krijgen bij het omgaan met culturele verschillen in de International Classroom.

De onderzoekers hebben in acht verschillende business schools aan Nederlandse universiteiten dit uitgediept. Dit onderzoek wil een diepgaande beschrijving geven van de problemen van interculturele interacties in een opleiding. Dan moet gedacht worden aan monoculturele groepen, gebrek aan kennis van vreemde talen en stereotypering. Ook wordt in het onderzoek een aantal oplossingen aangedragen. Het onderzoek is gepubliceerd in de wetenschappelijke bundel: “International Student Mobility and Opportunities for Growth in the Global Marketplace.”

Nieuwe competenties

Business Schools zijn in reactie op de globalisering steeds internationaler geworden stellen de onderzoekers. Dit heeft ervoor gezorgd dat steeds meer internationale studenten en docenten uit verschillende culturen hier te vinden zijn. Het vermogen om om te gaan met deze culturele verschillen vereist nieuwe competenties en vaardigheden van zowel studenten als docenten.

Er zijn voor business schools verschillende redenen om te internationaliseren. Zo is het een logisch gevolg van de mondialisering, ook de steeds meer toenemende specialisatie in de wetenschap vraagt om talent van buiten.

Ook internationale samenwerking tussen verschillende business schools is van belang. Echter er speelt ook nog een economische reden. Omdat de overheid steeds minder geld beschikbaar stelt voor het hoger onderwijs, kan aan studenten van buiten de Europese Unie meer collegegeld gevraagd worden. Bovendien studenten die na hun studie hier blijven dragen weer bij aan de economie.

Echter de international classroom brengt ook uitdagingen met zich mee. Zowel studenten als docenten moeten hier goed op voorbereid zijn. Met een hoge culturele sensitiviteit van docenten zullen ook de studieresultaten verbeteren, zo blijkt volgens de onderzoekers uit internationaal onderzoek.

Allemaal witte mannen

Van de dertien bekostigde universiteiten in Nederland werden tien business schools benaderd voor het onderzoek. De Radboud Universiteit werd niet benaderd, omdat een van de onderzoekers daar zelf werkzaam is. Van de tien geselecteerde business schools hebben er ook acht daadwerkelijk deelgenomen aan het onderzoek. Bij elk van de onderzochte schools werd iemand van het faculteitsbestuur geïnterviewd, dat kon gaan om een decaan of vice-decaan. Alle geïnterviewden waren witte mannen, zo staat in het onderzoek te lezen.

De interviews hadden betrekking op drie onderwerpen. Allereerst ging het om de intenties om te internationaliseren, herkenning van problemen rondom internationalisering en de international classroom. Ook is er gevraagd naar de maatregelen die genomen zijn om deze problemen tegen te gaan en in hoeverre docenten hierin begeleid worden.

Op de vraag waarom business schools internationaliseren werden uiteenlopende antwoorden gegeven. Vier respondenten noemden de wil om internationaal bij de wetenschappelijke wereldtop te behoren als voornaamste reden. Het internationale succes wordt ook vooral bepaald door de internationale reputatie. Daarnaast zijn alle contacten binnen de wetenschap ook al internationaal en willen onderzoekers van nature dit zelf ook. Daarnaast stimuleren de eigen universiteiten het ook voortdurend om te internationaliseren volgens een geïnterviewde.

Twee van de acht geïnterviewden noemden ook de noodzaak voor studenten. Die moeten voorbereid worden op een internationale werkomgeving. Zoals een van de respondenten het zei: “Wij vinden het belangrijk dat studenten samenwerken met Chinese en Koreaanse studenten zodat zij bewuster worden van de verschillen.” Een kritische massa van buitenlandse studenten en docenten is ook noodzakelijk om de Nederlandse studenten daadwerkelijk in aanraking te laten komen met een internationale omgeving.

Het is een kwestie van overleven

Ook merkte een respondent op dat er economische motieven achter internationalisering liggen. Daarbij werd gezegd: “internationaliseren is geen doel op zich, maar om eerlijk te zijn, op een bepaald moment is het ook gewoon een kwestie van overleven.”

Uit deze antwoorden blijkt volgens de onderzoekers dat als business schools internationaliseren ze dit ook op vrij grote schaal doen. Ook kan volgens de onderzoekers gesteld worden dat de faculteitsbestuurders gedreven worden door enerzijds kwaliteitsoverwegingen en om studenten voor te bereiden op een internationale werkomgeving. In het kader van de bekostiging spelen ook economische overwegingen een rol om te internationaliseren.

Waar eensgezindheid over bestond onder de respondenten waren de problemen rondom de international classroom. Alle business schools hebben te maken met integratieproblemen van internationale studenten. Dat had betrekking op de examens, het lesgeven, het beoordelingsproces en het in teams werken.

Subgroepen moet voorkomen worden

Drie bestuurders noemden de problemen van monoculturele groepen. Zo waarschuwde een bestuurder dat je ervoor moet waken dat er te veel studenten uit een specifiek land komen, om te voorkomen dat er monoculturele groepen ontstaan. Deze subgroepen zorgen er vaker voor dat internationale studenten hun problemen verbergen. Docenten kunnen deze problemen dan ook niet tijdig identificeren en deze worden pas manifest bij een tentamen. Maar een te kleine groep aan internationale studenten werd ook als problematisch gezien.  Als er te weinig buitenlandse studenten zijn kunnen die een subgroep worden en gaan ze afwijkend gedrag vertonen.

Ook blijkt er sprake te zijn van ‘culturele clashes’ tussen de Nederlandse studenten en buitenlandse studenten. Nederlanders hebben naast hun studie vaak een uitgebreid sociaal leven en daar wordt ook veel waarde aan gehecht, terwijl buitenlandse studenten hier vooral naar toekomen om te studeren.

Vooroordelen tussen nationaliteiten

Een andere respondent ziet op zijn business school dat Nederlanders graag met Nederlanders samenwerken en Duitsers met Duitsers. Grote groepen van buitenlandse studenten hebben de neiging om naar elkaar toe te trekken. Volgens deze respondent leidt dit ook tot vooroordelen tussen de nationaliteiten zoals: Italianen zijn lui, Chinezen spreken geen Engels en Zuid-Amerikanen houden zich niet aan de afspraken etc.

Ook buiten het klaslokaal vindt er nauwelijks integratie plaats. Nederlandse studentenverenigingen slagen er niet in om buitenlandse studenten aan te trekken. Dit ziet men ook terug in de medezeggenschapsorganen. Vaak is er ook zelfs een apart gastenverblijf voor internationale studenten. Dergelijke subgroepen remmen de integratie en leiden tot contraproductieve conflicten, zo stelde een respondent.

Toetsen is cultureel bepaald

Culturele verschillen blijken verder te reiken dan alleen de interactie tussen studenten. Zo zijn de verschillen in de opvatting over toetsing ook vaak nog een probleem. In tegenstelling tot de Nederlandse studenten hebben buitenlandse studenten vaak geen ervaring met multiple-choice examens. Nederlandse studenten hebben hier al sinds de basisschool ervaring mee, een goed voorbeeld daarvan is de Cito-toets. Buitenlandse studenten hebben hier veel meer moeite mee om zich daarop voor te bereiden.

Ook waren er zeker ook positieve ervaringen van faculteitsbesturen. Nederlandse studenten hebben een zeer internationale mindset en zijn dus ook bereid om van andere internationale studenten te leren. Een andere respondent zei dat er op zijn school weinig hinder wordt ondervonden van de culturele verschillen tussen de studentengroepen. Wel kunnen verschillende groepen andere verwachtingen hebben van een studie. Zo hebben Chinese studenten veel geld betaald voor een studie en kunnen niet zomaar terug. Zij willen dat deze investering zich ook terugbetaald.

Interculturele vaardigheden in BKO

De aanpak om tot een succesvolle international classroom te komen kunnen behoorlijk verschillen. Drie schools bieden cursussen aan voor docenten en studenten om hen op die manier bij te scholen in interculturele vaardigheden. Een andere business school betrekt de interculturele vaardigheden in het Basiskwalificatie Onderwijs traject van docenten.

Tevens was er een school die duidelijk bij de selectie rekening probeert te houden in hoeverre studenten een kans van slagen hebben. Ook wordt er gewerkt met een buddysysteem. Een buitenlandse student die hier al een tijdje verblijft wordt dan verbonden met een student uit het thuisland om zo te helpen bij het aanpassen aan de lokale cultuur en de onderwijsomgeving.

Uit het onderzoek blijkt dat drie business schools wel duidelijke maatregelen nemen om tot een betere integratie te komen. De vier anderen deden dat vrijwel niet. Ook was er respondent die zei dat hij leerde van ervaringen en fouten van andere afdelingen op zijn universiteit.

Meer studenten, meer problemen

In de conclusie van het onderzoek wordt gesteld dat de maatregelen om met culturele diversiteit om te gaan behoorlijk kunnen verschillen. Enerzijds probeert men te selecteren om de juiste studenten binnen te halen, anderzijds worden er ook cursussen aangeboden voor docenten en studenten om te leren omgaan met de culturele verschillen.

Dat er zoveel verschillen zijn in het ervaren van cultuur gerelateerde problemen kan te maken hebben met een gebrek aan culturele gevoeligheid van een faculteit of afdeling. Problemen kunnen dan niet worden herkend. Een andere reden kan zijn de mate van internationalisering. Instituten met meer internationale studenten kunnen ook meer problemen ervaren.

Een dieper onderliggende reden kan liggen in de mate waarin internationalisering geïnstitutionaliseerd is: hoe ingebed is de internationalisering binnen de organisatie? Dan gaat het om voorschriften, procedures en systemen. Bijvoorbeeld: in sommige business schools hebben internationale medewerkers ook echt de mogelijkheid om deel te nemen aan het management, terwijl dat op andere plaatsen eigenlijk niet gebeurde.

In hoeverre staan studenten open?

Een ander belangrijk element is de taalvaardigheid en de selectie van studenten volgens de onderzoekers. Daarom is het goed dat een respondent aangaf dat zij een oud-medewerker uit China en die daar nu woont verantwoordelijk hebben gemaakt voor de selectie van Chinese studenten. Die weet namelijk wat er gevraagd wordt van de opleiding en kan beter de juiste studenten selecteren. Maar naast taal moet er ook geselecteerd worden op de internationale mindset van studenten: in hoeverre staan studenten open voor internationale ervaringen en culturele uitwisselingen?

Tot slot is er volgens de onderzoekers geen pasklaar antwoord op de vraagstukken rondom de international classroom. Alle oplossingen moeten ook bekeken worden vanuit een specifieke Nederlandse en lokale onderwijscontext. Wel moeten business schools hier meer dan nu gebeurt over nadenken en zich afvragen hoe zij zich willen ontwikkelen in internationaal opzicht.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK