Het belang van breed opgeleide hbo’ers

Opinie | door Thom de Graaf
7 mei 2018 | De VH-voorzitter is het niet eens met het ROA dat de baankansen van economiestudenten in het hbo slecht zijn. "Om nou te zeggen dat het carrièreperspectief slecht is lijkt me erg overdreven." Studenten worden breed opgeleid en komen in allerlei sectoren terecht.
Foto: Mweufika

Vorige week verscheen het rapport ‘Labour market forecasts by education and occupation up to 2022’ van onderzoekscentrum ROA. Het geeft daarin een voorspelling van de aansluiting op de arbeidsmarkt voor mbo, hbo en wo voor de komende vijf jaar. Voorspellingen, waar we in de hbo-sector met belangstelling naar kijken. Wij leiden immers de professionals van de toekomst op en het is daarom van belang dat die zo snel mogelijk een baan op niveau vinden na hun afstuderen. Daarover was eerder deze maand goed nieuws te melden. De arbeidsmarktpositie van de hbo’er is uitstekend. De HBO-Monitor, een jaarlijks onderzoek dat ook door ROA wordt uitgevoerd en de arbeidsmarktpositie van vandaag de dag aangeeft, toont aan dat de werkloosheid voor het vierde jaar op rij is gedaald naar 3,2% in 2017.

Tegen de trend van flexibilisering in

Van de werkenden had ruim 87% binnen drie maanden een baan gevonden. En van de voltijd afgestudeerden werkte in 2017 80% op minimaal hbo-niveau. Het aandeel met een baan binnen het eigen vakgebied is vanaf 2016 toegenomen naar 78%. Ook is het interessant dat tegen de trend van de flexibilisering van de arbeidsmarkt in steeds meer hbo-alumni een vaste aanstelling hebben na 1,5 jaar. Hoe verhouden deze mooie cijfers zich tot de arbeidsmarktvoorspellingen van het ROA? Kijken we naar de ramingen dan zien we dat het er de komende jaren qua baankansen zéér goed uitziet voor hbo-studenten in de sectoren gezondheidszorg, techniek, agro & food en onderwijs. En, ik kan het niet genoeg benadrukken, dat óók voor de kunstenopleidingen het perspectief goed is. (Dat daar dan ook een normaal salaris bij hoort heeft Gijs Scholten van Aschat goed verwoord).

Daar zijn de hogescholen niet blij mee

Maar voor de studenten in de sector economie voorspellen de onderzoekers dat het moeilijker zal gaan worden om snel een baan binnen het eigen vakgebied te vinden. Dat zien we inderdaad nu al in de cijfers terug, de werkloosheid onder afgestudeerden in de sector economie (4,3% voor alle afgestudeerden) is iets hoger dan het gemiddelde. Dat is een ontwikkeling waar de hogescholen niet blij mee zijn, omdat de sector economie de grootste hbo-sector is. Maar om nou te zeggen dat het carrièreperspectief slecht is, zoals het ROA zegt lijkt me erg overdreven. Zeker als je in ogenschouw neemt dat niet alle afgestudeerden in de eigen of verwante richting werk vinden (of zoeken): over hbo-gemiddeld 78%, maar bijvoorbeeld in de sector economie en cultuur slechts 65%. Je kunt je afvragen of je voor een afgestudeerde van bijvoorbeeld de opleiding management, economie en recht (MER) kunt bepalen of ze een baan hebben gevonden in hun ‘eigen’ vakgebied. De opleiding MER is immers nou juist bij uitstek een opleiding met een breed arbeidsmarktperspectief. En dat geldt ook voor sociaal juridische dienstverlening, hotelmanagement en HR-management, allemaal opleidingen die behoren tot de sector economie.

Regionale ontwikkelingen zijn cruciaal

Over dit soort vraagstukken zijn hogescholen permanent in gesprek met werkgevers, met name regionale werkgevers. Waar ontstaan tekorten en overschotten? Welke kennis en vaardigheden zijn nodig om aan te sluiten bij de nieuwste ontwikkelingen? Juist regionale ontwikkelingen zijn immers cruciaal voor de aansluiting van onze studenten op de arbeidsmarkt. Daarom ben ik ook blij dat de minister van OCW de kracht van deze regionale aanpak heeft bevestigd in het sectorakkoord dat we onlangs hebben afgesloten. Het lastige aan voorspellingen als deze is namelijk dat we te maken hebben met ontwikkelingen die regionaal kunnen verschillen. Zo is bijvoorbeeld het landelijke beeld dat afgestudeerden van de lerarenopleidingen binnen de kortste keren een baan vinden. Maar in demografische krimpregio’s kan dat nog best tegenvallen. Andersom kan in zo’n krimpregio de komst van bijvoorbeeld een groot distributiecentrum zorgen voor toenemende vraag naar studenten uit de economiesector.

Al eerder is het aanbod herzien

Daarnaast voert de Vereniging Hogescholen al jaren landelijke sectorale verkenningen uit. De plannen die voortvloeien uit die verkenningen hebben eerder al geleid tot een herziening van het opleidingsaanbod in de economiesector. We hebben in het akkoord met het ministerie (en al eerder met de VSNU en de studentenbonden) afgesproken dat we voortbouwen op deze sectoraanpak. Wat we dus vooral zien is dat de arbeidsmarkt aan snelle verandering onderhevig is, en dynamischer is dan ooit. Het is dan ook de taak van hogescholen om er voor te blijven zorgen dat de professionals die wij opleiden breed inzetbaar zijn, èn dat ze ‘wendbaar en weerbaar’ zijn. Dat ze tijdens de opleiding wordt aangeleerd om bronnen correct te analyseren, een onderzoekende houding aan te nemen, kritisch te denken, helder te formuleren. Dat maakt de kans op een baan een stuk groter.

Thom de Graaf : 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK