Hogescholen en universiteiten willen internationale instroom beperken

Minister waarschuwt voor tweederangs Nederlandstalige opleidingen

Nieuws | door Frans van Heest
11 mei 2018 | De VSNU en de Vereniging Hogescholen gaan afspraken maken om een rem te zetten op de instroom van het aantal internationale studenten. Universiteiten willen voor de Engelstalige variant van opleidingen een wettelijke numerus fixus. Dit presenteren de koepels in hun plan aan de minister.
Foto: Paul Berensen, Student Hotel Amsterdam

Hoe de VSNU en de VH precies te werk zullen gaan bij het temperen van de instroom wordt aanstaande maandag duidelijk. Wel is al duidelijk geworden dat de VSNU wil dat de minister het mogelijk maakt om een numerus fixus te hanteren voor de Engelstalige variant van opleidingen. Nederlandse studenten blijven dan toegang houden tot de Nederlandstalige variant. Maandagmiddag wordt het plan gepresenteerd aan de minister tijdens een werkbezoek aan de Amsterdamse instellingen de HvA, VU en de UvA. Het NRC meldt vandaag dat in het plan staat dat de instroom van internationale studenten wordt beperkt. Daarmee lijken de koepels gehoor te geven aan de toenemende kritiek op de toestroom van het aantal internationale studenten in Nederland.

Per student blijft er steeds minder geld over, omdat de bekostiging vanuit OCW per student al jaren naar beneden gaat. Echter kan het voor individuele instellingen nog steeds aantrekkelijk blijven om binnen bepaalde marges te groeien. De laatste jaren zijn er steeds meer met name Engelstalige masters bijgekomen in het wetenschappelijk onderwijs. Deze zijn ook financieel interessanter dan bachelors omdat de rendementscijfers hier doorgaans hoger liggen en er minder kans is op uitval. Daarnaast wordt sneller de diplomabonus van OCW verzilverd in de masters in vergelijking met de bachelors.

Massale selectie?

De studentenbond het ISO is bezorgd over de plannen. Zij vrezen dat universiteiten nu massaal gaan selecteren om studenten te kunnen weren. Dit is ook het enige middel dat instellingen momenteel in handen hebben om de studenteninstroom te kunnen beperken. Voorzitter van het ISO, Rhea van der Dong waarschuwt hiervoor in een eerste reactie.

Het ISO wijst er daarnaast op dat deze stap van de universiteiten weer laat zien dat er veel meer geld bij moet voor het hoger onderwijs. Van der Dong: “Het overheidsbudget voor het hoger onderwijs krimpt al jaren, terwijl de ambities alleen maar toenemen. Het is de hoogste tijd dat de politiek dat inziet en boter bij de vis doet.”

Dat universiteiten deze maatregel nemen is niet geheel verrassend. Vanuit universitaire kring was het dit jaar de rector van de UvA die als eerste universiteitsbestuurder wees op de negatieve bijeffecten van internationalisering. De uit Vlaanderen afkomstige Maex waarschuwde dat opleidingen aan haar UvA dreigden te bezwijken onder alleen maar Duitse of Chinese studenten. Zij vroeg de minister om instrumenten om hierop te kunnen sturen. De minister staat hier niet onwelwillend tegenover heeft zij gezegd, maar het zal nog een hele tour worden om dit wettelijk te regelen. Op Europees niveau is het namelijk onmogelijk in het kader van het vrije verkeer van personen en goederen om hier juridisch een mouw aan te passen.

Alhoewel sommige onderwijskundigen denken beperking van de instroom te kunnen regelen via de Onderwijs en Examenregeling is niet iedereen het daarmee eens. Onlangs benadrukte jurist Carolus Grütters van de Radboud Universiteit in een bijdrage op ScienceGuide nog maar eens dat de makkelijkste manier om minder internationale studenten aan te trekken, weer overgaan is op het Nederlands. Een wijziging van de Wet op het Hoger onderwijs om de instroom te beperken is volgens hem een doodlopende weg, vanwege de internationale afspraken.

Eind mei is er in Parijs weer een Bologna-conferentie waar de ministers van de Bolognalanden bij elkaar komen. De vorige bijeenkomst was in 2015 in Armenië. Het wordt interessant om te kijken wat hier de bijdrage van Van Engelshoven zal zijn en of zij hier de negatieve bij-effecten van internationalisering ter sprake zal brengen. En wellicht doet zij hier ook wel voorstellen om de internationale studentenmobiliteit in te perken.

Stekelig debat

De discussie in de Kamer en in het publieke debat begon ook een stekelig karakter te krijgen. Zo wilde de tweede partij van Nederland, de PVV de Universiteit Maastricht opheffen omdat die in meerderheid buitenlandse studenten werft, in de woorden van Beertema “op kosten van de Nederlandse belastingbetaler”. Ook komt er vanuit de coalitie onder aanvoering van het CDA steeds meer kritiek op verengelsing van het hoger onderwijs en regeringsfractie D66 bleek in toenemende mate kritisch te staan tegen over internationalisering ten gunste van het aantal studenten.

De enige partij die nog steeds erg voor internationalisering is, is de VVD. Vorig jaar kwam deze partij nog met het plan om van het Nederlandse hoger onderwijs een topsector te maken. Dit naar voorbeeld van Canada en Australië. De bedoeling was om een aantal scenario’s te schetsen om de toestroom van het aantal internationale studenten aan te moedigen. Deze landen hebben ook met een grote instroom te maken, dit jaar wist Canada 20% meer internationale studenten aan te trekken. Duisenberg wilde het aantal internationale studenten toen van 75.000 laten groeien tot 225.000 in 2025. Dit plan lijkt daarmee definitief in de ijskast te zijn beland door toedoen van dezelfde Duisenberg.

Eind vorig jaar zinspeelde, de inmiddels voorzitter van de VSNU, Duisenberg nog wel bij een Vlaams-Nederlandse hoorzitting in de Tweede Kamer om meer internationale studenten aan te trekken. Hij verwees daarbij naar Scandinavische landen waar Finland bijvoorbeeld de doelstelling heeft om 150.000 internationale studenten aan te trekken de komende jaren. Hij wees de Vlaamse parlementsleden er fijntjes op dat in Nederland de discussie over internationalisering toch anders gevoerd wordt dan in Vlaanderen, waar men veel strikter is om het Nederlands te handhaven op de academie.

Grote verschillen per domein

De plannen van de VSNU worden samen met de VH gepresenteerd. Het thema internationalisering heeft voor hogescholen ook een hele ander betekenis. Voor het eerst dit jaar wist het hbo meer internationale studenten aan te trekken, na jaren van een stabiele en zelfs lichte afname van de internationale instroom. Internationalisering speelt in het hbo dan ook vooral bij de selectieve en vaak wereldwijd toonaangevende kunstopleidingen. Het is de vraag hoe de nieuwe maatregelen die maandag worden gepresenteerd uitgaan pakken voor het hbo.

Bij het ministerie was er al langer zorg over de internationalisering. Zo constateerde OCW in een interne evaluatie van Nuffic de organisatie voor internationalisering van het hoger onderwijs, dat Nuffic door de instellingen vooral gezien werd als organisatie die de toestroom van internationale studenten kan bespoedigen. Ook OCW wilde daarom meer greep hebben op de instroom van het aantal internationale studenten en constateerde dat hier de doelstelling van Nuffic en het regeerakkoord uit elkaar liepen.

Het plan van de VSNU en de VH dat aanstaande maandag wordt gepresenteerd zal ook geen drastische wijziging zijn met het huidige beleid ten aanzien van internationalisering. Deze week werd nog een groot stuk van VNO-NCW op de sociale media gedeeld door de VSNU. Volgens de werkgevers werden daarbij de vele ‘fabels’ rondom internationalisering weerlegd. Al langer probeert de VSNU de publieke opinie rondom internationalisering te kantelen, door op Twitter onder de hashtag #sliminternationaal goede voorbeelden te presenteren over internationalisering binnen de universiteiten.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK