Practoraten in het mbo zijn een impuls voor de onderwijskwaliteit

Opinie | door Marc Van der Meer & Jorick Scheerens & Ronald Stevens
21 juni 2018 | Het middelbaar beroepsonderwijs heeft baat bij het versterken van zijn leervermogen om studenten voor te bereiden op een dynamische beroepspraktijk. Zelf onderzoek uitvoeren en het bevorderen van een reflectieve houding zijn daartoe noodzakelijk aspecten. Dat gaat niet vanzelf. In steeds meer mbo-instellingen worden practoraten opgericht, waarbinnen kennisuitwisseling en onderzoek kan ontstaan. In dit artikel bespreken Marc van der Meer, Jorick Scheerens en Ronald Stevens enkele instrumenten die behulpzaam zijn bij de innovatie en valorisatie van kennis in het onderwijs en het (regionale) bedrijfsleven.
(foto: Sander Morel)

In 1999 introduceerde het hoger beroepsonderwijs zijn eerste lectoraten. De doelstelling was tweeledig: enerzijds diende onderzoek in en naar de praktijk een duidelijke positie in het hoger onderwijs te krijgen, anderzijds moest dit praktijkonderzoek bijdragen aan de professionalisering van onderwijsteams. Door de verbinding met de wetenschap en het werkveld en door de sterkere nadruk op samenwerking binnen het onderwijs zou als vanzelf een kwaliteitsimpuls ontstaan, zo was de gedachte. Inmiddels zijn de ruim 600 lectoraten niet meer weg te denken uit de hogescholen.

Afgezien van een enkele lector die actief was op een mbo-instelling, bleef een vergelijkbare ontwikkeling in het mbo lange tijd uit. Toen het Mediacollege Amsterdam ruim vijf jaar geleden zijn eigen docenten wilde motiveren in het gebruik van digitale tools, om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, bleek dat een veel grotere uitdaging dan gedacht. Er was geen enkele vorm van onderzoek in de school en docenten verleiden door ze te wijzen op het ‘leuke’ van allerlei toepassingen bleek weinig zinvol.

Met behulp van de allerlaatste subsidiemiddelen van Het Platform Beroepsonderwijs werd daarom in 2012 het eerste practoraat over sociale media in het mbo opgezet. Een praktische werkplaats in het mbo gericht op het gebruik van blogs, vlogs en sociale media. De belangrijkste opbrengst was onder andere een nieuwe online lessenserie over mediawijsheid, die werd ontwikkeld voor het (v)mbo (www.mbomediawijs.nl – tegenwoordig onder regie van het Practoraat Mediawijsheid). Docenten, zo bleek, leren sociale media vooral gericht te gebruiken op het moment dat ze van collega’s horen dat iets werkt of als ze van studenten feedback krijgen. Deze vormen van samenwerken (‘practice-based professional learning’) maakte het belang van een positieve leercultuur en daarbij horende kennisinfrastructuur in de school duidelijk.

Scharnier in de innovatie

Wil het mbo zich blijven vernieuwen dan moet het leren van de ervaringen van docenten, studenten en relaties met het werkveld. Dat is de kern van innovatie. Niet passief en volgend, maar onderzoekend, proactief en reflecterend. Om dit te bevorderen is onderzoeksmatig denken en reflecteren van belang. Dat gebeurt niet vanzelf. Docenten worden niet als vanzelf kritische professionals, die met elkaar het constructieve conflict niet uit de weg gaan. Er is een gerichte omgeving nodig waarin dat kan ontstaan, met dragers voor een nieuwe cultuur van opleiden voor de toekomstige beroepspraktijk.

Practoraten functioneren als een scharnier tussen de innovatie van de beroepspraktijk en vernieuwing van het onderwijs. Dichtbij huis en dichtbij de regio: onderzoekend en samen lerend, kennisontwikkeling en kennisdeling. Niet om gewichtig te doen, maar om informatie te ordenen, verstandige, onderbouwde keuzes te maken, te reflecteren, te leren van anderen en de oren en ogen open te houden. Practoraten ontwikkelen een gestructureerde werkwijze om docenten en studenten te verleiden na te denken over hun omgeving en daarop te anticiperen. Wat verandert er in het vakgebied of kennisdomein en hoe maak je daar goed onderwijs van?

Grofweg zijn er inmiddels twee soorten practoraten tot stand gekomen, enerzijds practoraten die werken binnen een studiedomein: horeca, logistiek, mechatronica, zorg en welzijn. Anderzijds practoraten die een rol hebben in het uitwerken van een pedagogisch en/of didactisch thema: burgerschap, mediawijsheid, activerende didactiek en praktijkleren. Bij al deze practoraten gaat het om de programmering van onderzoek, vraagverheldering, kijken wat er over het onderwerp bekend is, analyseren van gegevens, toepasbaar en werkbaar maken van kennis, docenten en studenten in contact brengen met de beroepspraktijk en het ontwikkelen van creatieve vormen van kenniscirculatie. De practor kan zelf onderzoek doen en kennis verspreiden, maar moet ook anderen stimuleren om nieuwe initiatieven te nemen.

In het kader van de ondersteuning van de practoraten hebben we enkele denkmodellen ontwikkeld, waarin de spanning tussen enerzijds informatie ordenen om problemen te reduceren en anderzijds actief onderzoek doen, wordt uitgewerkt. Hieronder staat een voorbeeld van een toepassing daarvan bij de practoraten ‘Activerende Didactiek’ en ‘Samen Slim Zorgen Thuis’ van het Summa College.

Links in het model gaat het om het actief ordenen van vraagstukken, om op deze wijze problemen in omvang te reduceren en vraagstukken boven tafel te krijgen, waarbij mensen kennis actief verspreiden. Een voorbeeld van deze werkwijze biedt het practoraat ‘Activerende didactiek’ van de onderwijskundige en muziekspecialist Frank van den Ende bij het Summa College. De practor brengt als een componist de opgedane kennis, werkwijzen en ervaring van de ene afdeling naar de andere, waardoor nieuwe toepassingen en composities van bestaande kennis en werkwijzen ontstaan.

Rechts in de tekening staat de empirische cyclus van het zelf onderzoek doen. Een voorbeeld van deze positie biedt chefkok Pierre Wind bij ROC Mondriaan, die in het practoraat ‘Food, Innovation & Concepts’ op uitnodiging van de restaurants in Den Haag onder andere onderzoek doet naar de variëteit van groenten op het menu. Hij hanteert daarbij een geavanceerd onderwijskundig model van democratische besluitvorming, waarin alle deelnemende studenten een heel onderzoeksproject systematisch doorlopen.

Ieder mbo een practoraat

Om de oprichting en inrichting van practoraten in het mbo te stimuleren en ondersteunen, namen vijf mbo-instellingen in 2015 het initiatief tot oprichting van de ‘Stichting Ieder mbo een practoraat’. De ambitie van de Stichting is om een krachtig en wendbaar netwerk te vormen dat anticipeert op ontwikkelingen in het onderwijs en werkveld en de betrokkenen stimuleert om samen nieuwe inzichten, diensten en producten te verwerven. Bundeling en verdieping van kennis, en het in de praktijk toepassen van die kennis, staan voorop. Inmiddels zijn er meer dan twintig practoraten aangesloten bij de stichting en nog minstens zoveel instellingen oriënteren zich op de oprichting van een nieuw practoraat.

Onderling wisselen de practoraten hun kennis en ervaring uit. Sommige practoraten zijn na een eerste start opnieuw begonnen om de organisatorische randvoorwaarden te verbeteren. Dankzij training en studiedagen (masterclasses en werkconferenties) wordt gewerkt aan een verdere versterking van betrokken medewerkers, zoals practoren en docent-onderzoekers. In sommige gevallen, zoals bij ROC Twente, zijn de personeelsprofielen van medewerkers ook aan deze nieuwe rollen aangepast.

Waar mogelijk bundelen practoraten hun activiteiten of zoeken coalities met lectoraten en andere platforms. Zo organiseren vanuit de stichting nu acht practoraten rondom de thema’s zorg, welzijn en techniek gezamenlijke bijeenkomsten. Voor subsidieverstrekker ZonMw is dat een reden om practoraten met naam en toenaam mee te nemen als expliciete doelgroep bij subsidierondes. Daarbij is de samenwerking met universitaire en of hbo-instellingen een pré, zo niet een must. Ook het Ministerie van OCW stelt steeds vaker bij subsidietoekenning als aanbeveling dat een practoraat in een consortium moet zijn opgenomen. Een voorbeeld hiervan is de RIF-subsidie die vanaf het voorjaar van 2019 een vervolg krijgt.

Een voorbeeld is het practoraat ‘Zorg en (sensor)technologie’ in het Drenthe College. Studenten van mbo en hbo werken samen met zorginstellingen en bedrijven aan de ontwikkeling van praktische toepassingen van technologische innovaties. De gedeelde probleemstelling is dat de groeiende zorgbehoefte door de vergrijzing, omgebogen moet worden in grotere zelfredzaamheid van ouderen. Studenten doen binnen het practoraat onderzoek naar hoe (sensor)technologie zo goed mogelijk kan worden ingezet voor en door zorgvragers en zorgverleners. Daarnaast worden speciale onderwijsmodules ontwikkeld, waarmee zorg- en techniekstudenten, maar ook huidige medewerkers, hun kennis en vaardigheden op het gebied van zorg en technologie kunnen verdiepen.

Kwaliteit van practoraten

Het bestuur van de stichting ‘Ieder mbo een practoraat’ heeft een kwaliteitscommissie ingesteld, bestaande uit externe deskundigen, om periodiek een review uit te voeren naar de ontwikkeling van de practoraten met als doel deze te versterken. Het doel is inzicht te krijgen in de kwalitatieve ontwikkeling van de practoraten en het stimuleren van de gewenste ontwikkeling. Hiervoor is een viertal kwaliteitsgebieden gedefinieerd: waarde voor de beroepspraktijk, waarde voor professionals, waarde voor studenten en waarde voor het onderwijs. Tussen de assen in onderstaande afbeelding bevinden zich vier aandachtsgebieden of focusgebieden, met enkele relevante aspecten voor de ontwikkeling en beoordeling van een practoraat.

Bovenstaande perspectieven maken het mogelijk om per practoraat uitspraken te doen over sterke aspecten en eventuele ontwikkelpunten, om zo bij te dragen aan een evenwichtige positie van een practoraat in het verdiepen van keuzen en benaderingen in het onderwijs, praktijkgericht onderzoek en het werkveld. Voor de toekomst is daarnaast verdere samenwerking met de buitenwereld een ‘must’.

Perspectief op de toekomst

Met de practoraten heeft het mbo een nieuwe werkwijze gevonden om onderwijs, onderzoek en innovatie te versterken en het leervermogen van studenten, docenten en praktijkvertegenwoordigers te bevorderen. Nu eens gaat het om het verkennen van vraagstukken, dan weer om verrichten van toegepast onderzoek. Daarmee geven de practoraten een kleinschalige maar krachtige impuls aan de kennisinfrastructuur in het mbo, die nog meer stimulansen kan gebruiken gegeven de ingrijpende veranderingen in het werkveld waarvan momenteel sprake is.

Door samen op te trekken en onderling resultaten te bespreken kunnen studenten, docenten en praktijkpartners de vragen van de toekomst in de praktijk onderzoeken en van deze ervaringen leren: ‘learning the job’.

Marc Van der Meer :  Bijzonder hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt

Marc van der Meer is onafhankelijk adviseur voor de MBO-sector. Hij is bijzonder hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt aan de Tilburg University.

Jorick Scheerens :  Docent bij het Mediacollege Amsterdam en coördinator van de Stichting ‘Ieder MBO een Practoraat’

Ronald Stevens :  Zelfstandig adviseur, voorzitter auditcommissies in de publieke sector en voorzitter van de Kwaliteitscommissie Practoraten

Literatuurverwijzingen

Alle practoraten en achtergronddocumentatie

Marc van der Meer (red), Ellen Klatter, Marcel van der Klink, Loek Nieuwenhuis, Jeroen Onstenk, Renée van Schoonhoven, Anneke Westerhuis (2017)

Naar een lerend bestel in het mbo, Den Haag: NRO.

Marc van der Meer en Ellen Verheijen (2018)


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK