Sommige hoogleraren ‘houden’ promovendi

Interview | door Sicco de Knecht
11 juli 2018 | “Een promotietraject kan gewoon een professioneel traject zijn.” Rector Emile Aarts van Tilburg University reageert op het drieluik over de arbeidsvoorwaarden en dubieuze contracten van promovendi. Het feit dat de promovendus en de begeleider per definitie in een asymmetrische relatie zitten schept volgens hem de verplichting extra waakzaam te zijn.

De artikelen over dubieuze contracten die ScienceGuide de afgelopen weken publiceerden hebben veel losgemaakt. De vraag of het slechts incidenten zijn of dat het de sector typeert blijkt zonder geschikte cijfers lastig te beantwoorden. Ook blijkt het lastig een helder antwoord te krijgen op de vraag waar academische vrijheid ophoudt en eigenrichting begint.

Je kunt niet alles afdwingen in een cao

Emile Aarts, rector van de Tilburgse universiteit, liet zich eerder kritisch uit over hoe er binnen de academie wordt omgegaan met promovendi. Hij wees daarbij met name op de precaire positie van de promovendus en de academische cultuur waarin deze zich bevindt. ScienceGuide zocht hem op om verder met hem te reflecteren op de vraag hoe het nu mogelijk is dat zulke situaties ontstaan, en wat er aan te doen is dit te voorkomen.

Een asymmetrische relatie

Aarts heeft de stukken gelezen en is geschrokken van de verhalen. Kijkend naar hoe deze situaties kunnen ontstaan wijst hij in de eerste plaats op de relatie tussen promovendus en begeleider. “In het promotietraject heeft de promovendus een hele nauwe band met diens begeleider of begeleiders. Dat is goed als dat op een integere wijze gaat maar het draagt risico’s met zich mee.”

“Deze relatie is asymmetrisch. Er is een afhankelijkheid in de zin dat er toch iemand is die zegt wat er moet gebeuren en die bepaalt wat de criteria zijn.” Hij spiegelt dit aan de situatie van bijvoorbeeld een student of medewerker. “Als student maak je uit van een brede en diverse gemeenschap, met andere studenten, verschillende docenten en een studentenleven. Ook als medewerker in een tenure track kom je met veel verschillende mensen in aanraking. In een promotie is dat veel smaller.”

“”De relatie is asymmetrisch. Er is toch iemand die zegt wat er moet gebeuren en die bepaalt wat de criteria zijn.””

“Als begeleiders zich niet bewust zijn van die extreme asymmetrie in die relatie, dan ontstaan er dingen die niet goed zijn.” De Tilburgse rector doelt hiermee niet alleen op een onprettige of onveilige werksituatie, maar ook op de invloed die deze relatie kan hebben op het wetenschapsbedrijf zelf. “Het merendeel van de klachten die wij binnenkrijgen die met wetenschappelijke integriteit te maken hebben, spelen zich af in een promovendus-begeleider situatie.”

Hij vervolgt: “Dat komt meestal na afloop van de promotie aan de oppervlakte. Dan komt die persoon in een nieuwe situatie en ziet dan in dat het helemaal niet voor de hand ligt dat jouw promotor jouw gegevens nog gebruikt en daarover publiceert, zonder dat jouw naam daarbij staat of zonder dat er überhaupt overleg plaatsvindt.” Dit omslagpunt ziet Aarts als zeer illustratief. “Op dat moment is het psychologisch contract verbroken.”

Wie betaalt bepaalt?

Die afhankelijkheid begint volgens Aarts vaak al bij de aanstelling. “Vaak begint het ermee dat een onderzoeker via een beurs een promotieplaats ‘verworven’ heeft. Daar werft deze dan een kandidaat op.” Het feit dat het creëren van een positie zo sterk hangt op een persoon schept volgens hem direct een scheve verhouding. “Die kandidaat is per definitie al afhankelijk van die persoon omdat die persoon de positie heeft gecreëerd.

Hoogleraren komen met heel veel weg

Volgens Aarts vertaalt dit zich in de manier waarop er tegen promovendi wordt aangekeken. “Er ontstaat dan een sfeer van: wie betaalt bepaalt. Sommige hoogleraren ‘houden’ promovendi als ik het heel bot zeg. Er wordt dan ook gesproken in termen van mijn promovendus, alsof het bezit is.”

Verantwoordelijkheid nemen

In algemene zin typeert Aarts de academie als een naar binnen gekeerde cultuur. “Promovendi zijn daar sinds jaar en dag een onderdeel van, ze vinden dat normaal.” Hij benadrukt dat het verhaal twee kanten heeft en dat het hem ook verbaast dat promovendi zich hiernaar schikken. “Het zijn mensen die in een westerse samenleving zijn opgegroeid en over het algemeen heel mondig zijn, maar binnen de promotie vindt er dus toch een rolacceptatie plaats.

Autonomie is een belangrijke pijler in de academische cultuur maar leidt er ook toe dat elkaar aanspreken op elkaars werkwijze of gedrag niet gebruikelijk is. “Wij hebben een soort regeling – die niet wordt uitgesproken, laat staan dat die op schrift is gesteld – als jij niet zeikt over mij, dan zeik ik niet over jou.”

“Wij hebben hier natuurlijk ook wel eens onze incidenten, maar collega’s vinden het toch heel erg lastig om daarop aangesproken te worden.” Hij ergert zich zichtbaar aan deze houding. “Zij spelen het gelijk op de man: wie ben jij om mij te vragen mijn kwaliteit aan te tonen? En dan is mijn antwoord, tenminste dat wat ik vaak denk maar nooit zeg: dat is omdat jij €120.000 per jaar verdient, mag ik daar iets voor terug?”

“”Wij hebben een soort onuitgesproken regeling – als jij niet zeikt over mij, dan zeik ik niet over jou.””

Maak promotie-eis expliciet

“Een promotietraject kan gewoon een professioneel traject zijn.” Volgens Aarts houdt dat in dat er afspraken worden gemaakt over de wederzijdse verwachtingen, dat er evaluatie- of toetsmomenten tussendoor zijn, en heldere afspraken worden gemaakt over de looptijd. “Je moet vanaf het eerste jaar continue die gesprekken voeren. Het zou niet moeten kunnen bestaan dat iemand na vier jaar gewerkt te hebben niet promoveert.”

Ik betaal mijn promovendi niet om te schrijven

“Het prestatieniveau waaraan een promovendus moet voldoen moet dus ook expliciet worden gemaakt. Het is niet iets vaags waar de promovendus ‘op een bepaald moment aan voldoet’.” De verhalen over promoveren in de WW vindt hij bizar. “God weet hoe dat ontstaat. Dan zegt een mentor na vier jaar, je moet nog een half jaar door. Dat is onacceptabel.” De arbeidsrechtelijke insteek doet hem er zelfs niet zo veel toe, het gaat om het principe. “Of het juridisch in de haak is zou ik je niet eens zo kunnen vertellen maar ik haak al eerder af, namelijk bij het feit dat ik het ongepast vindt.” 

Volgens Aarts is transparantie de manier om dubieuze contracten en onwenselijke arbeidssituaties te voorkomen. “Zet er veel meer toezicht op. Toets universiteiten op hoe ze met hun promovendi omgaan. Breng de processen in kaart en laat zien dat je ‘in control’ bent. Op het gebied van studenten of andere medewerkers moeten we aan allerlei kwaliteitsstandaarden voldoen, en voor promovendi zou dat dan niet hoeven?”

“”Op het gebied van studenten of andere medewerkers moeten we aan allerlei kwaliteitsstandaarden voldoen, en voor promovendi zou dat dan niet hoeven?””

Integraal kwaliteitsbeleid

De onderzoeksscholen – verantwoordelijk voor de kwaliteit van het promotietraject – zijn in principe de aangewezen partij om deze handschoen op te pakken. Toch heeft Aarts daar twijfels bij. “Op sommige plaatsen functioneert dat ook echt heel goed maar het is niet overal tot wasdom gekomen. Het concept is nooit afgeschaft maar het heeft ook nooit opgeleverd wat het moest.”

“Ik vind in de eerste plaats dat universiteiten een goede kwaliteitszorg voor promovendi moeten organiseren.” In Tilburg zijn daar nu de eerste stappen voor gezet, zo zijn promovendi twee jaar geleden georganiseerd in een eigen council die spreekt met het bestuur. Aarts is de eerste om toe te geven dat je er daarmee nog niet bent. “Dat is natuurlijk nog geen integraal kwaliteitsbeleid waarin een organisatie echt ‘zelfoptimaliserend’ is.”

“De processen beschrijven die essentieel zijn in je organisatie is een volgende stap. Die hebben we voor studenten en medewerkers allang beschreven, voor promovendi niet.” Op de vraag of dit wellicht een taak voor de VSNU is antwoordt hij ietwat vertwijfeld. “Als je zou zeggen: we gaan met een clubje die processen eens beschrijven dan zou je daar al een hele mooie eerste stap gezet. Ik zie dat nu alleen nog niet gebeuren, ik denk dat we daar gewoon nog niet zijn omdat er ook krachten zijn die baat hebben bij het oude systeem.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK