Ondanks twijfel over effectiviteit wordt het collegegeld verlaagd

Nieuws | door Frans van Heest
11 juli 2018 | Unaniem heeft de Eerste Kamer dinsdag ingestemd om het collegegeld in het eerste jaar te verlagen. Toch leek de Senaat weinig fiducie te hebben dat het verlagen van het collegegeld daadwerkelijk zal zorgen voor een betere toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Daarnaast was een deel van de Kamer bang dat het vooral een cadeautje zou zijn voor buitenlandse studenten.
Van Engelshoven in de Eerste Kamer (Foto: Eerste Kamer)

Minister Van Engelshoven erkende in het debat dat er weinig onderzoek ten grondslag ligt aan deze wetgeving, die de uitkomst is van het coalitieonderhandlingen tussen VVD, D66, CDA en de ChristenUnie. De twee laatste partijen zijn fel gekant tegen het leenstelsel en daarom is er in het regeerakkoord afgesproken om het collegegeld in het eerste jaar te verlagen voor alle bachelorstudenten en voor de eerste twee jaar van de lerarenopleidingen. Het wetsvoorstel werd aan de ‘overkant’ met algemene stemmen aangenomen een maand geleden, en gisteravond laat ook in de Eerste Kamer.

Toch was de Eerste Kamer buitengewoon kritisch. In het bijzonder GroenLinks die een dag eerder brandhout maakte van de argumenten van de minister, die voor het eerst een wetsvoorstel in de Senaat mocht verdedigen. Er werd zelfs een motie van GroenLinks aangenomen die met zoveel woorden zei dat de argumentatie van de minister in het vervolg beter moet en haar beleid ook gestoeld moet zijn op onderzoek.

De vragen uit de Kamer in de eerste termijn

In de bijdrage van de minister bedankte zij allereerst de Eerste Kamer dat zij deze wet nog op tijd wilden behandelen. “Ik ben ook heel verheugd dat dit ook nog op de valreep voor het reces kan, want als het goed is krijgen vandaag nieuwe studenten die na de zomer beginnen aan hun opleiding op een hogeschool of aan een universiteit definitief te horen dat ze een korting van €1.000 krijgen op hun collegegeld.”

Natuurlijk hadden we ook iets anders kunnen doen

De minister dankte dat de Senaat die haar had geholpen bij deze haastklus. “Het gebeurt niet vaak dat een wetsvoorstel binnen negen maanden vanaf het begin tot het eind behandeld kan worden. Ik dank uw Kamer ook voor de bereidheid om aan dat tempo mee te werken.”

In de termijn van de Kamer hamerden meerdere partijen op de vraag waar deze maatregel nu precies een oplossing voor was. Aan het begin van het debat erkende de minister dat er ook andere mogelijkheden waren geweest om de toegankelijkheid te bevorderen. “Ik zeg hier in alle eerlijkheid: natuurlijk hadden er ook andere maatregelen bedacht kunnen worden voor de verdere verbetering van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs.”

De minister erkende dat dit wetsvoorstel niet de uitkomst was van dikke onderzoeksrapporten, maar in dat licht moest dit wetsvoorstel ook niet worden gezien. “Het is natuurlijk zo dat deze maatregel niet is gebaseerd op dikke stapels onderzoeken. Dat geef ik grif toe aan de heer Ganzevoort GL. Dat is natuurlijk zo. We zien op dit moment ook geen heel groot probleem met de toegankelijkheid van het hoger onderwijs, maar het is natuurlijk wel zo dat het collegegeld de eerste grote rekening is die je ziet als aankomend student. En het maakt toch echt uit of daar €2.000 of €1.000 op staat. Dat is toch een aanzienlijk verschil.”

Ganzevoort was duidelijk niet tevreden met de reactie van de minister. En diende zelfs een motie in, die ook een meerderheid kreeg, met de nadrukkelijke vraag aan de minister om niet meer wetgeving in te dienen met dergelijke slechte argumentatie.

 We kunnen nooit achterhalen of het echt werkt?

Of het verlagen van het collegegeld voor de eerste twee jaar van de lerarenopleidingen effect zou sorteren kon de minister eveneens niet zeggen. “We zijn met een heel programma bezig om het lerarentekort te bestrijden. We hopen allemaal dat al die maatregelen bij elkaar gaan helpen om ervoor te zorgen dat meer jongeren kiezen voor de lerarenopleiding. Zullen we ooit kunnen achterhalen of een van die maatregelen geïsoleerd tot een effect heeft geleid? Dat denk ik niet, want het is altijd een pakket.”

Een ander punt dat fel bediscussieerd werd was de internationalisering. Is het verlagen van het collegegeld geen cadeau was voor buitenlandse studenten? Met name de PVV en de SP hadden hier vragen over gesteld, maar ook de VVD had hier aandacht voor gevraagd in de schriftelijke behandeling. De minister wilde op dit punt nog maar eens helder haar standpunt uiteen te zetten.

“Wellicht anders dan u oordeelt, ben ik van mening dat internationalisering in het Nederlandse hoger onderwijs een meerwaarde heeft. Het is goed voor dit land.” Voor de minister is het netto winst. “We hebben internationale studenten ook nodig. Hoger onderwijs en wetenschap proberen te beoefenen in isolatie en proberen om buitenlandse studenten buiten de deur te houden, daar geloof ik niet in.”

We discrimineren niet op nationaliteit

Volgens de minister profiteren van elke generieke maatregel ook buitenlandse studenten binnen de Europese Economische Ruimte, dat is onontkoombaar. “Elke maatregel die je neemt ten aanzien van het Nederlandse collegegeld geldt uiteraard ook voor Europese studenten, omdat we niet discrimineren op nationaliteit binnen de Europese Unie. We vinden het juist belangrijk dat die studentenstromen er zijn. Hier profiteren generiek een aantal mensen van, maar dit is een algemene maatregel om de toegankelijkheid van ons hoger onderwijs nog beter te maken dan die al was.”

Een ander prangende vraag vanuit de Kamer ging over de aanvullende beurs en waarom die niet verhoogd of uitgebreid is. Nu profiteren ook studenten van deze maatregel die dat niet altijd nodig hebben, zo stelde de linkse oppositie. De minister heeft hier niet voor gekozen omdat zij niet wilde verzanden in inkomenspolitiek. “Destijds bij het studievoorschot is de aanvullende beurs al verhoogd. Er is nu voor gekozen om een generieke maatregel toe te passen. Er is deze keer niet beoogd om met het collegegeld inkomenspolitiek te voeren.”

Wat met de ene hand wordt gegeven

Wel liep de Kamer te hoop tegen de verhoging van de rente op de studieschuld. Het kabinet is van plan om die te koppelen aan de hogere tienjaarsrente op staatsleningen. Nu is die nog gekoppeld aan de lagere vijfjaarsrente. Dit moet het kabinet evenveel geld opleveren als deze maatregel kost. Meerdere partijen probeerden die maatregelen aan elkaar te koppelen. De PvdA zei daarover: “Wat met de ene hand wordt gegeven, wordt met de andere hand weer teruggenomen”

Studentenbonden: halvering collegegeld is sigaar uit eigen doos

De minister ontkende dat deze maatregel de toegankelijkheid in de weg staat zoals de PvdA stelde, ook was deze maatregel ingevoerd volgens de minister met het oog op houdbaarheid van de overheidsfinanciën. “De PvdA zegt dat dit een belemmering is voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Of je nou de vijfjaarsrente betaalt of de tienjaarsrente, de draagkrachtregeling van nooit meer dan 4% per euro boven het minimumloon terugbetalen van je schuld wordt niet echt anders. Als we ervoor willen zorgen dat het geen drempel wordt, moeten we dat volgens mij ook met zijn allen uitdragen en daarover geen angstbeelden rondstrooien,” zo besloot de minister de discussie.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK