“Onderzoek doen is een heel interessant leermiddel”

Verslag | door Esther Baar
2 juli 2018 | Tijdens de Inholland Dag van het Onderzoek ging het over de waarde van praktijkgericht onderzoek en het verbeteren van de onderzoekscultuur. Volgens Daan Andriessen, keynote spreker, is praktijkervaring niet alleen waardevol voor de ontwikkeling van het onderzoekend vermogen van studenten, maar is het juist ook van groot belang voor de professionalisering van docenten.
Bestuurslid Huug de Deugd (foto: Inholland)

Lectoren, onderzoekers, en beleidsmakers van Inholland kwamen op 27 juni bij elkaar om het te hebben over de verbetering van de onderzoekscultuur op de instelling. Collegevoorzitter de Ranitz leidde de dag in met een introductie van de thema’s waar het onderzoek aan Inholland zich de komende tijd op wil gaan focussen.

De thema’s die nu ontwikkeld worden voor het aankomende academisch jaar zijn een verdieping op de thema’s die Inholland eerder ontwikkelde op basis van de prestatieafspraken: maken, weten en mens zijn. De Ranitz legt uit dat de “human factor” het verbindende element is wat onderzoek en onderwijs op Inholland samenbrengt. “De opdracht die we mee willen geven aan studenten is dat ze gaan nadenken over wie ze zijn als professional. We willen dat ze gaan nadenken over alles wat een computer niet kan en de problemen die digitalisering niet gaat oplossen.”

Kwaliteitsverbetering via peer review

Inholland-bestuurder Huug de Deugd gaat in op hoe de hogeschool ervoor wil zorgen dat hun onderzoek aanvragen een grotere kans van slagen heeft. “Het aantal aanvragen groeit dus de kans dat je succesvol bent wordt lager – dat zit nu tussen de 10-15%. Daarom moet de kwaliteit van onze aanvragen groeien, anders raken wij achter. Zelfs de hele goede aanvragen redden het soms niet.”

Volgens De Deugd hebben onderzoekers en collega’s van andere hogescholen hier een voorbeeldrol in. “De kwaliteitslat kan ook hoger omdat we van elkaar kunnen leren. Onderzoeksgroepen in het onderwijs kunnen elkaar scherpen door middel van peer review en intervisie. Het kan niet zo zijn dat je een onderzoeksvoorstel indient voordat je het door je peers is gezien.”

Ook de hogeschool zelf kan volgens De Deugd een rol spelen in de ondersteuning van onderzoek en onderzoeksaanvragen. Zo wil Inholland ervoor zorgen dat er meer zichtbaarheid voor dit onderzoek komt, bijvoorbeeld door het duidelijker te vermelden op de website, en willen ze lectoren stimuleren om zich aan te sluiten bij internationale consortia.

“Nodig de volgende keer een interne spreker uit”

De keynote werd verzorgd door lector Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek Daan Andriessen (Hogeschool Utrecht) die ooit begon als lector bij Inholland. “Het is een verloren zoon die terugkeert,” grapte senior beleidsadviseur Johannes van der Vos die benadrukte dat Andriessen een grote inspiratie is geweest en nog steeds is in het veld.

Andriessen is geen verrassende spreker als het gaat over praktijkgericht onderzoek, maar toch gaf hij zelf aan “vereerd en verbaasd te zijn over het feit dat mensen nog niet ‘Daan-moe’ waren.” Zijn eerste suggestie was dan ook gelijk om “geen externe sprekers meer uit te nodigen. Als we het niet weten gaan we het aan expert vragen, maar er zijn niet zo veel experts in de wereld, dus het is altijd verstandig om zelf te blijven nadenken.”

Liever stelt Andriessen dus voor om met elkaar, duidend op de aanwezigen in de zaal, een gesprek te hebben over onderzoekscultuur in het hbo. Voordat hij hieraan begint heeft Daan nog twee andere tips. Een tweede belangrijk onderdeel (suggestie) van een goede onderzoekscultuur is volgens Andriessen het vermogen om frustratie tot verbazing om te zetten: “Hoe kunnen we samen tegenslagen zien als een kans om te leren hoe we onderwijs en onderzoek en de praktijk samen kunnen brengen?”

Als derde tip suggereerde Andriessen “om minder stellige uitspraken te doen en meer vragen te stellen. Neem je bijvoorbeeld eens voor om als je opstaat een vraag van de dag te kiezen.” Andriessen deed een aanmoedigende voorzet door zelf consequent een verdiepende te stellen onderaan zijn PowerPoint slides.

Liefde voor het probleem, niet de oplossing

Als voorbeeld van het stellen van goede vragen vertelt Andriessen over de opleiding Bedrijfseconomie bij Saxion: “Het onderwijsteam heeft daar anderhalf jaar lang nagedacht over de vraag ‘Waar leiden we toe op?’ Ze hebben hiervoor zelfs een fictief personage, Bas, bedacht, compleet met een LinkedIn profiel. Door veel tijd te steken in het voeren van dit soort discussies te voeren krijg je inzicht in de ‘problemen’ van de opleiding. Na afloop was het mogelijk om in een half jaar een compleet nieuw programma te schrijven waar iedereen achter stond.”

Onderzoeken als leermiddel

Andriessen besteedde speciale aandacht aan de wat hem betreft juiste bewoordingen voor onderzoek op hogescholen. Zo maakte hij een scherp onderscheid tussen praktijkgericht onderzoek en onderzoekende handelingen. “Ik wil het woord praktijkgericht onderzoek bewaren voor lectoraten. Studenten doen beroepsgerelateerde onderzoekende handelingen.” Het verschil zit er volgens hem in dat studenten in hun onderzoek geen nieuwe kennis vergaren, “althans, niet voor de wetenschap.”

Dit onderscheid gebruikt hij ook om een misverstand uit de wereld te helpen over de verbinding tussen onderzoek en onderwijs. “Studenten zijn niet de link die onderzoek en onderwijs moeten verbinden.” Dat moet volgens hem op een andere manier gebeuren. “Een mooi voorbeeld vind ik nog steeds een docent die mij bijna iedere dag vertelde hoe veel onderzoek doen hem hielp in zijn ontwikkeling als docent. Deze professionaliseringstaak vind ik misschien nog wel het allerbelangrijkste als het gaat om de link tussen het lectoraat en het onderwijs.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK