Talent is een veelzijdig concept

Interview | door Tim Cardol
5 juli 2018 | Hoe je talent definieert en hoe je het vervolgens bij studenten herkent, daar verschillen de visies nogal op. Een samenwerking van Europese universiteiten en hogescholen ontwikkelt samen hulpmiddelen om docenten en studenten daarbij te helpen.
Deelnemers aan het CoTalent project in Groningen

Vorig jaar kreeg een aantal Europese onderwijsinstellingen waaronder de Hanzehogeschool, Hogeschool Rotterdam en de Universiteit Utrecht een Europese subsidie voor de ontwikkeling van passende didactiek voor talentprogramma’s in het hoger onderwijs. Vorige maand kwamen de instellingen samen in Groningen om in workshops aan de slag te gaan. “We willen docenten een menu aan opties bieden voor het herkennen van en tot wasdom laten komen van talent,” legt projectleider Maarten Hogenstijn (Hanzehogeschool) uit.

Talentontwikkeling op Europees niveau

Als onderzoeker en projectleider van het project Honors in Europe is Hogenstijn nauw betrokken bij het zogeheten CoTalent project. Het samenwerkingsverband waar instellingen uit Roemenië, Oostenrijk, Duitsland, België, Denemarken en Nederland in meedoen.

Om dat te bereiken is op dit moment een drietal middelen in ontwikkeling, vertelt Hogenstijn. “Allereerst een soort zelfscan voor docenten, om hen te helpen in hoe ze zich moeten verhouden tot talent. Daarnaast een instrument om te leren talent te spotten en tot slot een digitale bibliotheek waarin docenten in filmpjes of ander onderwijsmateriaal hun didactische tips rond talentontwikkeling met elkaar kunnen delen.”

Talent kan meer zijn dan academische prestaties

De maand juni stond voor het Hanze Honours College waar lector Marca Wolfensberger initiatiefnemer van in het teken van internationale samenwerking en dus trokken de deelnemende Europese instellingen naar Groningen om docenten en studenten samen te laten werken aan de verdere ontwikkeling van de drie hulpmiddelen. En dat is nog niet eenvoudig, want talent is een vrij veelzijdig concept.

“Je kunt natuurlijk heel erg uitgaan van academische prestaties,” zegt Hogenstijn. “Je ziet bijvoorbeeld dat dit in Roemenië een belangrijke graadmeter is voor talentherkenning. Terwijl we het in Nederland breder definiëren. Hier gaat het meestal om een bredere ontwikkeling en om de rol die je in de maatschappij wilt spelen.”

Het uitgangspunt voor Hogenstijn en zijn collega’s is dat het gaat om studenten die breder willen en kunnen dan wat de eigen studie aanbiedt. “Maar dat kan nog steeds op heel veel verschillende manieren. Zo zie je in de kunsten vaak in excellentietrajecten dat het heel erg draait om de verbinding tussen de kunsten en de maatschappij.”

De bijeenkomst in Groningen heeft vooral in het teken gestaan van het ontwikkelen van materiaal voor de digitale bibliotheek die het CoTalent project aan het inrichten is. “Docenten en studenten hebben geleerd hoe ze goed filmmateriaal kunnen maken dat straks ook bruikbaar is als inspiratie en instructie voor andere docenten in Europa.”

Er zijn inmiddels negen instellingen betrokken bij het project, maar de bibliotheek komt voor iedereen beschikbaar. “Het is ook de bedoeling dat er de komende tijd nog meer instellingen gaan aanhaken,” zegt Hogenstijn. “Iedereen moet een bijdrage kunnen leveren aan het verder helpen van talentontwikkeling en honoursonderwijs.”

Rol voor bedrijven in honoursonderwijs

Verschillen zijn er ondertussen wel, want niet overal in Europa is men al zover in de ontwikkeling van talentprogramma’s als in Nederland. “Op de Universiteit van Munster in Duitsland hebben ze sinds vorig jaar een honoursprogramma en ook in Antwerpen is men al enkele jaren bezig. Onze projectpartner in Denemarken start komend studiejaar met een Honours College. In Oostenrijk zijn enkele programma’s en in Roemenië is dit nog in ontwikkeling.” Toch kan ook Nederland, volgens Hogenstijn ook van die landen nog veel leren.

“In Denemarken wordt het nieuwe Copenhagen Honours College gefinancierd door een extern fonds, niet door de instelling zelf. Het gaat hier om een honoursprogramma voor de lerarenopleidingen voor de exacte vakken. En in Oostenrijk is de link met het bedrijfsleven dan weer veel sterker. Daar adopteren bedrijven als het ware een honoursklas die ze een jaar lang begeleiden. Ik denk dat dit vormen zijn die ook voor ons heel interessant kunnen zijn.

Het CoTalent project wordt tot 2020 gefinancierd uit het Erasmus+ programma van de Europese Commissie. Volgens Hogenstijn is het dan de bedoeling dat de instellingen zelf zorg gaan dragen voor het voortbestaan van het project. “De European Honours Council waarin de instellingen zich verenigd hebben, heeft al voorgesteld het project te willen blijven dragen. Dat lijkt me vooralsnog de beste waarborg dat we hier mee door blijven gaan.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK