Universiteit van Tilburg moet van rechter alsnog ‘perverse’ promotiebonus betalen

Nieuws | door Frans van Heest
31 juli 2018 | De Universiteit van Tilburg moet het resterende bedrag van €75.000 betalen aan een emeritus hoogleraar die tegen betaling promoties begeleidde. De UvT wilde dit stukloon niet meer betalen omdat het zeer ongebruikelijk is en de geloofwaardigheid van de wetenschap op het spel stond. De rechter stelt dat de rector, Emile Aarts ruim een jaar van deze constructie met deze hoogleraar op de hoogte was en hem ook bleef uitbetalen voor de universiteit daadwerkelijk in actie kwam.

De toenmalige decaan van de faculteit Humanities van de Universiteit van Tilburg heeft in 2012 afgesproken met de hoogleraar informatica die met emeritaat ging dat hij nog bestaande en nieuwe promoties zou begeleiden. Er loopt al enige tijd een onderzoek naar deze oud-decaan, Arie de Ruijter.

De Ruijter was van 2007 tot 2015 decaan van de faculteit Humanities. Na een tip over mogelijke fraude ontdekte een bedrijfsrecherchebureau dat hij de universiteit meer dan een miljoen euro had laten uitbetalen aan bedrijven van familieleden. De oud-decaan en twee familieleden werden vorig jaar gearresteerd voor valsheid in geschrifte, oplichting en witwassen en zaten enkele dagen vast. De officier van justitie beslist binnenkort of er een strafzaak tegen hem komt.

€25.000 per promotie

Bij het emeritaat van de hoogleraar informatica, Jaap van den Herik is met de toenmalige decaan De Ruijter in 2012 afgesproken dat hij (nieuwe) promoties zou mogen blijven begeleiden. Als deze promoties bekostigd zouden worden door externen, dan zou hij voor iedere succesvolle promotie €25.000 in rekening mogen brengen. Als de promotie betaald zou worden vanuit de eerste geldstroom van de UvT dan zou hij €12.500 mogen factureren bij de Tilburgse universiteit.

De hoogleraar heeft tussen 2012 en 2016 acht promoties succesvol begeleid en hiervoor €224.455 in rekening gebracht. Dat bedrag heeft hij ook betaald gekregen. Toen Willem Drees als opvolger van De Ruijter werd aangesteld in 2015 kwam hij er achter dat dit contract bestond. Dit heeft hij in de zomer van 2015 besproken met de rector Emiel Aarts. De nieuwe decaan was ongelukkig met deze constructie maar zei dat hij er niet onderuit kon, zo heeft hij de rector te kennen gegeven.

Een jaar later in oktober 2016 heeft de hoogleraar een factuur gestuurd van €25.000. De decaan was van mening dat dit een te hoog bedrag was, omdat de promotie ook deels betaald was uit de eerste geldstroom. Bovendien moesten er nog zes andere promoties financieel afgewikkeld worden. In januari 2016 is er overleg geweest tussen de UvT en de desbetreffende hoogleraar en is hem te kennen gegeven dat zij hem nog €75.000 zouden betalen voor de resterende promoties.

Zeer in strijd met de academische gewoonte

In april 2016 stuurde de advocaat van de UvT echter een brief aan Van den Herik waarin hij dringend werd verzocht af te zien van honorering. Dit omdat de honorering zeer in strijd zou zijn met de academische gewoonte. De advocaat van de UvT wees er in deze brief op dat 99% van de emeriti promoties begeleiden zonder honorering. Bovendien wordt er in de brief gewaarschuwd voor de geloofwaardigheid van de wetenschap.

“Het vertrouwen van de maatschappij in de integriteit van de academische wereld en het belang van een integere aanwending van publieke middelen moet prevaleren boven dergelijke constructies.”  De UvT besliste vervolgens nadat de hoogleraar te kennen had gegeven gewoon recht te hebben op het bedrag helemaal af te zien van honorering.

De emeritus-hoogleraar is vervolgens naar de rechter gestapt om alsnog dit bedrag te kunnen ontvangen. De UvT verweerde zich bij de rechter met verschillende argumenten waarom zij toch afzien van honorering. Zo had de toenmalige decaan in 2012 niet de bevoegdheid om dit soort constructies op te zetten, omdat dit altijd besproken had moeten worden met het CvB. De rechter stelt dat een dergelijke constructie toch mogelijk kan zijn en dat dit ook kan zonder het CvB hiervan op de hoogte te stellen.

Partijen zijn gewoon verder gegaan

De rechter constateert dat rector Emile Aarts ook nadat hij hierover werd geïnformeerd nog gewoon een aantal betalingen liet uitvoeren. “In elk geval was gedaagde in de persoon van de rector magnificus prof.dr. Aarts in de zomer van 2015 door de opvolgend decaan prof. ingelicht over het onderhavige contract. Gedaagde (UvT) heeft vervolgens geen actie ondernomen die erop kon duiden dat gedaagde van opvatting was dat het contract door onbevoegde medewerkers is afgesloten; integendeel sedert de zomer van 2015 zijn beide partijen verder gegaan met uitvoering te geven aan het contract: eiser heeft nog diverse promoties begeleid, gefactureerd en betaald gekregen.”

Een ander verweer van de UvT bij de rechter was dat de geloofwaardigheid van de wetenschap met dergelijke constructies in het geding zou zijn. “Het ontvangen van betalingen voor het blijven begeleiden van een promotietraject na emeritaat is in de academische wereld ongebruikelijk. Het hebben van een eigen, rechtstreeks financieel belang bij het goedkeuren van een manuscript is zo mogelijk nog ongebruikelijker. Behalve ongebruikelijk, aldus gedaagde, is een constructie met een dergelijk financieel belang van de promotor onwenselijk.”

Pervers contract

Bovendien zo stelde de Universiteit van Tilburg tegenover de rechter dat er een grote perverse prikkel in een dergelijke constructie zit. “De UvT wijst er voorts op dat het contract een rechtstreekse koppeling kent tussen de goedkeuring van het manuscript – veelal primair door de hoogleraar zèlf in hoedanigheid van eerste promotor – en uitbetaling van een geldsom en noemt dit aspect van het contract “pervers”.”

De rechter gaat er niet in mee dat er een perverse prikkel in het contract zit. “Allereerst geldt dat het niet eiser is die bepaalt of een promovendus succesvol promoveert maar, kort gezegd, een daartoe ingestelde commissie.” Bovendien was bij de zitting ook nadrukkelijk gevraagd door de rechter aan de UvT of zij aanwijzingen hadden dat er door deze constructie twijfelachtige promoties waren afgerond. Daar was volgens de UvT geen sprake van, integendeel de bijdragen van de hoogleraar waren van zeer hoge kwaliteit.

De rechter beslist daarom dat de UvT alsnog de resterende €75.000 moet overmaken aan de hoogleraar.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK