Studenten medische hulpverlening halen gelijk

Nieuws | door Tim Cardol
23 augustus 2018 | Studenten van twee hogescholen die bij hun opleiding tot medisch hulpverlener vertraging opliepen zijn in het gelijk gesteld door de rechtbank. Door het uitblijven van een BIG-registratie voor de nieuwe functie, konden de studenten niet of pas later een stage bemachtigen.
(foto: David Macro)

Begin deze zomer werd een aantal studenten door de rechtbank in het gelijk gesteld in hun zaak tegen onder meer  Hogeschool Utrecht en Hogeschool Arnhem Nijmegen. Dat betekent dat hogescholen de studenten moet gaan betalen voor de vertraging in hun opleiding die ze hebben opgelopen.

Voorgeschiedenis

Het tekort op de arbeidsmarkt aan zorgprofessionals loopt de afgelopen jaren sterk op en in reactie daarop komen drie hogescholen met een plan. Zij maken in 2010 een begin met de opleiding tot medisch hulpverlener. Afgestudeerden van deze bacheloropleiding moeten cruciale tekorten opvullen in de ziekenhuisdiagnostiek, bij de ambulance en bij kleine medische handelingen.

Daarvoor moet nog wel een zogenaamde BIG-status worden aangevraagd. Met het vertrouwen dat deze administratieve stap gezet zal kunnen worden startten in 2010 de eerste studenten. Maar het duurt allemaal langer dan verwacht voor de nieuwe opleiding tot medisch hulpverlener ook een officiële BIG-status krijgt. Studenten ondervinden moeite om een stage en vervolgens werk te vinden en klagen de instellingen aan.

Inmiddels heeft de opleiding een tijdelijke registratie gekregen, waarmee het beroep van medisch hulpverlener vijf jaar lang een kwaliteitsregistratie kent. In de tussentijd wordt onderzocht wat er zich voordoet de beroepspraktijk. Afgestudeerden registreren in het kwaliteitsregister welke voorbehouden handeling ze doen. Het gaat om een zestal voorbehouden handelingen die onderzocht worden en gemonitord worden. Daarna volgt een besluit over opname in het BIG-register en ook om welke voorbehouden handelingen het dan specifiek gaat.

Studenten in hun recht

Omdat studenten die eerder al begonnen aan de opleiding nog onduidelijkheid kenden was het vaak lastig voor hen een stage te vinden. Voor sommige studenten betekende dit dat zij vertraging opliepen in hun opleiding. Een aantal van hen spande daarom een rechtszaak aan tegen de respectievelijke hogescholen. Nu de officiële status op zich had laten wachten waren ook de studenten gedupeerd geraakt. Zij liepen studievertraging op of konden pas later aan hun professionele carrière beginnen. En dus moest er geld op tafel komen, zo vonden de studenten.

In de zaak die werd aangespannen tegen de HAN, verweert de hogeschool zich door te stellen dat zij bij het besluit te starten met de opleiding is afgegaan op de besluiten en onderzoeken van de Staat. De rechtbank verwijt de hogeschool dan ook niet zozeer het starten met de opleiding, maar stelt dat zij “niet heeft voldaan aan haar zorgplicht met betrekking tot (het waarschuwen voor risico’s met betrekking tot) de studeerbaarheid van die opleiding als gevolg van een tekort aan stageplekken.

Begin juli werden de studenten door de rechter in het gelijk gesteld en nu zal daarom bepaald moeten worden welk bedrag de twee hogescholen moeten betalen om de studenten te compenseren.Trouw meldt dat mogelijk over een half jaar uitspraak gedaan wordt over de hoogte van de schadevergoeding. De twee rechtszaken tegen de HAN en Hogeschool Utrecht zijn mogelijk slechts het begin. Het Landelijk Studenten Rechtsbureau (LSR) is nog in gesprek met studenten van de verschillende hogescholen. Het totaal aantal studenten dat een zaak zou kunnen gaan aanspannen zou daarmee op kunnen lopen tot 199.

De HAN gaat de uitspraak bestuderen en laat weten het te betreuren in de rechtbank tegenover de studenten te hebben moeten staan. “Dat is natuurlijk nooit de intentie geweest. Ons doel is studenten een goede opleiding bieden, die nauw aansluit bij de vraag van het werkveld naar goed gekwalificeerde professionals,” zegt woordvoerder Michiel Geursen. Volgens de hogeschool zijn er recent geen problemen meer geweest met studenten en het vinden van stages.

Het is niet voor het eerst dat onduidelijkheid over het arbeidsperspectief inzet is bij een rechtszaak tussen (oud-)studenten en onderwijsaanbieders. In het Verenigd Koninkrijk moest een Britse kunstopleiding onlangs nog het volledige collegegeld terugstorten, omdat de kwaliteitsnormen van de opleiding niet aan de maat waren. In 2009 moest de Design Academy in Eindhoven hetzelfde doen, omdat het studenten ten onrechte de titel ‘Master of Arts’ in het vooruitzicht had gesteld.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK