Er ligt macht verscholen in data

Interview | door Sicco de Knecht
18 september 2018 | “Data is altijd in een specifieke context en op een specifiek moment vergaard, geesteswetenschappers begrijpen dat als geen ander.” Voorvechter van de digital humanities Melissa Terras laat zien op welke manieren digitalisering een bijdrage levert aan de geesteswetenschappen, en vice versa.
Melissa Terras (foto: Melissa Terras)

“De kunstsector en de geesteswetenschappen hebben een reeks aan interessante terreinen waar een data-benadering van waarde zou kunnen zijn.” Melissa Terras volgde een opleiding tot kunsthistoricus maar richtte zich al vroeg op de digitale toepassingen die ingezet kunnen worden in de geesteswetenschappen. “Ik denk dat er onschatbare waarde zit in de digitalisering van onze vakgebieden.

Binnenkort is Melissa Terras keynote speaker op de veertiende internationale eScience conferentie in Amsterdam. Daar komen wetenschappers uit alle landen en uit verschillende vakgebieden samen om hun inzichten op het gebied van digitalisering van onderzoek met elkaar te delen. In haar keynote is ze van plan uiteen te zetten welke kansen er liggen voor de digital humanities. Ook zal ze een showcase te geven van succesvolle projecten – en hoe lastig het soms is ze voor elkaar te krijgen.

Voor volwassen digitalisering in de geesteswetenschappen is het van belang te durven investeren in meer samenwerking en meer digitale geletterdheid. In Schotland, waar Terras studeerde, werd een beleid met deze uitgangspunten tientallen jaren geleden al ingezet. Vlak na haar afstuderen kreeg Terras de mogelijkheid om een jaar lang te leren te programmeren, kosteloos. “Ik heb destijds een driedimensionale voorstelling gemaakt van een Egyptische tombe. Dat programma van toch al dik twintig jaar oud kwam ik laatst tegen en doet het nog steeds.” Het was in dat project, dat ze als scriptie indiende, dat haar liefde voor ICT begon.

“Geesteswetenschappers hebben een uitgebreid begrip van de menselijke geschiedenis en zijn vanuit hun discipline bedreven in de omgang met zaken als macht en vooroordelen.” Volgens Terras zijn dat misschien wel ‘softe’ wetenschappen maar ze zijn onmisbaar bij de interpretatie en het gebruik van data. “De vaardigheden die geesteswetenschappers worden aangeleerd is om elk stukje informatie te bevragen en te toetsen.”

“”Data bestaat niet in een vacuüm.””

“Alle data is historische data. De informatie waarmee welke wetenschapper dan ook werkt is data die is vergaard en opgeslagen binnen een historische context, op een specifiek moment in de tijd.” Die vlieger gaat volgens haar op voor alle vakgebieden, of het nu gaat om biochemische data uit de jaren ’60 of een social-media analyse van de berichten die gisteren op Twitter verschenen. “Die data is altijd in een specifieke context en op een specifiek moment vergaard, en dat moeten we begrijpen als we met die data aan de slag kunnen.

Data bestaat niet in een vacuüm zo stelt Terras. “Geesteswetenschappers zijn eraan gewend om met dit soort vraagstukken rekening te houden. Ze snappen ook als geen ander dat data vaak fragmentarisch en bijzonder gekleurd kan zijn, ze zijn erop beducht.” Dat is volgens haar ook precies de toegevoegde waarde die de combinatie van vaardigheden van informatici en geesteswetenschappers op kan leveren.

Aanval op de alfa’s

De geesteswetenschappen worden nog vaak als ‘soft’ gezien, en als vakgebieden die minder ‘op zouden leveren’ dan anderen. Terras ziet deze houding op elke universiteit waar ze komt maar gaat ertegen in verweer. “Het kan misschien zo zijn dat ze minder onderzoekssubsidies binnenhalen dan andere vakgebieden. Maar op de laatste twee universiteiten waar ik heb gewerkt was het duidelijk dat het onderwijs in deze vakgebieden zeer ‘winstgevend’ was.”

Toch denkt Terras dat er meer speelt dan alleen een afweging op het financiële vlak als het gaat om de reputatie van de geesteswetenschappen. “” Volgens Terras is deze aanval al zo’n twintig jaar gaande en is het de oorzaak van de steeds verder krimpende (financiële) waardering van deze vakgebieden.

“Ik denk dat de reden hiervoor ligt in precies de eigenschappen die ik eerder beschreef. Geesteswetenschappers brengen studenten kennis bij over ‘machtsstructuren’, over hoe je ze herkent en hoe ze werken. Dat is precies hetgeen dat een regering niet wil aanmoedigen.” Het omleiden van subsidies naar andere ‘hardere’ wetenschappen onder het mom van doelmatigheidsargumenten is volgens haar indicatief voor de wens van overheden om “good drones” – goede werkers – te maken. Niet kritisch, maar productief.

““Wat ik constateer is dat er een gecoördineerde aanval is ingezet tegen de kunsten en de geesteswetenschappen door het politieke establishment.””

“Academici zouden juist degenen moeten zijn die een kritische houding aannemen ten opzichte van maatschappelijke ontwikkelingen, maar op steeds meer plekken waaronder Turkije en de Verenigde Staten worden ze monddood gemaakt.” Als voorbeeld noemt Terras het voorbeeld van de restricties op het onderzoek naar wapenbezit. “En nog erger, als onderzoekers zich kritisch over een dergelijk onderwerp uitlaten dan worden er lobbycampagnes opgezet om ze te ontslaan.”

Verkokering van disciplines

Onlangs haalde Terras met een grote groep collega’s een miljoenenproject binnen specifiek gericht op digitalisering in de kunstensector. Met deze grote investering ziet ze zich de aankomende jaren in ieder geval veilig voor de gevolgen van de Brexit en kan ze zich richten op waar ze het meeste van geniet. “Ik vind het heerlijk om van project naar project te zweven, en buiten de gebaande paden mensen te ontmoeten.”

Die interdisciplinariteit heeft haar persoonlijk geen windeieren gelegd, maar op een breder niveau ziet ze wel risico’s. “Onze regering zegt wel dat ze meer interdisciplinariteit willen, maar zodra je interdisciplinair bent geworden weten ze eigenlijk niet zo goed wat ze met je aan moeten.” Vaak krijgen wetenschappers met specialisatie op een grensvlak tussen twee disciplines precies net te weinig voet aan de grond bij beiden.

“Er zijn te weinig peer reviewers die interdisciplinaire onderzoeksaanvragen of publicaties echt goed kunnen beoordelen.” Onderzoeksmiddelen gaan dus vaak aan je neus voorbij als je interdisciplinair werk doet. Daarnaast werpt de verkokering van wetenschapsdisciplines enorme barrières op, om te beginnen in de communicatie. “Echte interdisciplinaire denkers weten dat woorden vaak iets anders betekenen in een ander vakgebied, en dat er talloze ongeschreven regels zijn over hoe je over je gedachten of resultaten schrijft.”

““Onze regering zegt wel dat ze meer interdisciplinariteit willen, maar zodra je interdisciplinair bent geworden weten ze eigenlijk niet zo goed wat ze met je aan moeten.””

Citizen science

Terras prijst zichzelf gelukkig met haar positie waarin ze steeds met nieuwe onderwerpen en mensen in contact komt. Dat hoeven niet altijd wetenschappers te zijn, sterker nog, in een van haar lopende projecten werken honderden vrijwilligers mee aan het digitaliseren van brieven en essays van Jeremy Bentham Jeremy Bentham (1748 – 1832) was een Engelse filosoof en jurist die tegenwoordig vooral bekend is door zijn bijdrage aan de ethiek. De term utilitarisme, het uitgangspunt van ‘het meeste geluk voor de meesten’ wordt aan hem toegeschreven. Ook had Bentham voor zijn tijd bijzonder liberale opvattingen over vrouwenkiesrecht en het decriminaliseren van homoseksualiteit. . Via een speciale tool kunnen geïnteresseerden al sinds 2010 meewerken aan het omzetten van gescande pagina’s naar digitale tekst.

“Onze oorspronkelijke vraag bij dit project was of we deze taak, die oorspronkelijk door wetenschappers zelf werd uitgevoerd, kunnen overlaten aan het bredere publiek.” Het antwoord op die vraag was een welluidend ‘ja’. Een kerngroep van zo’n 25 gebruikers komt elke dag naar de website om rond de vier uur te besteden aan het transcriberen. “De kwaliteit van hun werk is ongelooflijk hoog. Er zijn al 25.000 documenten omgezet, een proces waar we anders tien jaar over hadden gedaan.”

Uiteraard komt deze manier van werken ook met een eigen gebruiksaanwijzing. Zo vertelt Terras dat je zeker een verantwoordelijkheid hebt jegens de vrijwilligers en dat je dit type betrokkenheid niet als ‘gratis werk’ moet gaan zien. “Je moet goed begrijpen dat je een sociaal contract met hen afsluit. Dat moet je op een ethische manier mee omgaan, door ze professioneel te betrekken en ook te includeren bij de rest van het academische project.”

Deze vorm van citizen science waarbij vrijwilligers van buiten de academie bijdragen door het aanleveren van data is bepaald niet nieuw benadrukt Terras. “Het lijkt misschien een recente uitvinding, maar in essentie is dit al zo oud als de georganiseerde wetenschap is. In de Victoriaanse tijd, toen de eerste landelijke postdienst opkwam, stuurden mensen al massaal weerberichten naar de landelijke weersdiensten, of ze hielden bij wanneer de eerste paardenbloemen uit de grond kwamen.”

Uiteraard heeft de komst van de computer, maar voornamelijk het internet, dit type onderzoek een enorm versneld. “Het feit dat je niet meer naar de bibliotheek zelf hoeft te komen maakt dat er een veel lagere drempel is om bij te dragen. Als er zo veel meer geesten werken aan een dergelijk project, dan worden de inzichten ook meer divers.” Bovendien, zo merkt ze op, hebben de academische filosofen door de voortvarendheid van de vrijwilligers ook de smaak te pakken gekregen.”


Melissa Terras is keynote speaker op de veertiende internationale IEEE eScience conferentie in Amsterdam dat plaatsvind van 29 oktober tot 1 november 2018. Klik hier voor meer informatie.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK