Minister zet stop op het aantal promotiestudenten

Nieuws | door Frans van Heest
13 september 2018 | Het aanvankelijke doel om 2000 promotiestudenten aan te stellen tot 2021 wordt niet gehaald en de minister wil ook niet een nieuwe ronde van aanvragen bij dit experiment. Daardoor blijft het experiment steken op 865 promotiestudenten.

Zihni Özdil (GL) is er eens goed voor gaan zitten om Kamervragen te stellen over het fenomeen promotiestudenten. In detail heeft hij aan de minister gevraagd hoe het nu precies zit met de arbeidsrechtelijke status van studentpromovendi aan de RUG en de EUR. Het experiment met promotiestudenten is door voormalig minister Bussemaker ingevoerd met als doel om meer promovendi aan te trekken.

PNN heeft zijn grieven geuit

Promotiestudenten zijn niet in loondienst bij de universiteit, maar krijgen een beurs. De universiteit scheelt dat 40% aan (loon)kosten heeft de RUG aan de minister laten weten. Het Promovendi Netwerk Nederland en De Jonge Akademie, zijn altijd fel tegenstander geweest van dit experiment. Afgelopen zomer maakte het PNN wederom hun grieven kenbaar in het NRC. Nadat RUG-hoogleraar Lou de Leij, projectleider van het experiment met promotiestudenten, in diezelfde krant had gesteld dat door de achterblijvende overheidsfinanciering promotiestudenten een goede oplossing zijn om toch meer mensen te laten promoveren.

Dit was voor Özdil reden om Kamervragen te stellen aan de minister. In de eerste plaats wilde hij weten hoeveel promovendi-studenten er momenteel zijn op de twee universiteiten. De minister komt desgevraagd met de laatste cijfers van eind augustus 2018. Er zijn 595 promotiestudenten aangesteld tussen 1 september 2016 en 31 augustus 2018 aan de RUG. Opvallende daarbij is dat de meeste van de promovendi-studenten te vinden zijn op de faculteit Science en Engineering, namelijk 227. Bij de overige acht faculteiten varieert het aantal promotiestudenten tussen de 9 en 35. De RUG heeft in studiejaar 2016-2017 overigens 737 werknemer-promovendi in dienst, zo blijkt uit het jaarverslag over 2017. De EUR heeft daarentegen maar 10 promotiestudenten.

In het recente jaarverslag is de RUG heel enthousiast over het experiment, zo geeft de voorzitter Sybrand Poppema aan in het voorwoord. “Bij de aanvang van deze proef in 2016 was er veel kritiek, maar het is gebleken dat het experiment een schot in de roos is. De RUG heeft van de minister toestemming om 850 promovendi aan te stellen voor een periode van vijf jaar en nog voordat het experiment halverwege is, hebben zich al 500 student-promovendi ingeschreven. Uit de tussentijdse onafhankelijke evaluatie door de RUG blijkt dat deze studenten tevreden zijn over hun rechtspositie, over de begeleiding die ze krijgen en de voorzieningen waarvan ze gebruik kunnen maken en wat ook bijzonder belangwekkend is: ze zijn tevreden over hun inbedding in de onderzoeksgroep.”

Geen nieuwe aanmeldingen meer volgens de minister

In het experiment is destijds afgesproken dat er maximaal 2000 promotiestudenten mochten deelnemen aan het experiment. Özdil heeft nu aan de minister gevraagd om geen nieuwe aanmeldingen te accepteren. Het GroenLinks-Kamerlid wordt op zijn wenken bediend door de minister, zo blijkt uit de beantwoording. “Het Besluit maakt het mogelijk om een nieuwe aanvraagronde voor universiteiten open te stellen, als het totaal van 2000 met het totaal van de gehonoreerde aanvragen niet wordt bereikt. Daarvan zal ik geen gebruik meer maken.”

Özdil vindt het onrechtvaardig dat er een categorie promovendi is die niet gelijk loon voor gelijk werk krijgen. “In ogenschouw genomen dat de ‘studentpromovendi’ aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) géén vakantiegeld ontvangen, géén dertiende maand, géén pensioenopbouw, een substantieel lager salaris verdienen, en géén onderdeel uitmaken van cao-afspraken, in tegenstelling tot collega-promovendi in loondienst, deelt u de mening dat gelijk loon voor gelijk werk ook van toepassing hoort te zijn op promovendi?”

Van gelijk werk is geen sprake

De minister zegt in haar beantwoording dat de stelling gelijk loon voor gelijk werk niet opgaat bij promotiestudenten. “De aard van de promotieomstandigheden verschilt per categorie promovendus. De positie van de promotiestudent is wezenlijk anders dan die van de werknemer-promovendus. De werknemer-promovendus is in dienst van de universiteit en heeft uit hoofde van dat dienstverband naast de werkzaamheden voor zijn proefschrift ook andere arbeidsverplichtingen. De promotiestudent heeft geen arbeidsrechtelijke verplichtingen. Van ‘gelijk werk’ is daarom geen sprake.”

Op de vraag hoe de minister de financiële situatie duidt van de promotie-studenten, zegt zij dat deze categorie promovendi in wezen niet verschilt van gewone studenten. Zo wordt onderzocht of door de introductie van een nieuwe categorie promovendus het aantal gepromoveerden zal stijgen en of promotiestudenten die daartoe een speciaal onderwijstraject hebben gevolgd na hun promotie een betere positie op de arbeidsmarkt hebben.

De positie van de promotiestudent is gelijk aan die van een ‘reguliere’ student. Deze betaalt collegegeld en heeft recht op onderwijs. Om in zijn levensonderhoud te voorzien ontvangt hij een beurs uit het profileringsfonds. Het is aan de betreffende universiteiten om de hoogte van de beurs uit het profileringsfonds vast te stellen.” Daarnaast laat de minister weten dat er geen minimumbedrag is afgesproken maar dat de betreffende universiteiten hebben aangegeven dat de hoogte van de beurs overeenkomt met het netto-maandsalaris van een reguliere promovendus.

40% minder kosten voor een promotiestudent

Ook heeft het GroenLinks-Kamerlid, die zelf ook promovendus is geweest bij de EUR, gevraagd hoeveel universiteiten besparen met een studentpromovendus ten opzichte van een regulieren promovendus. De minister heeft dit nagevraagd bij de RUG. “De RUG heeft mij laten weten dat, uitgaande van een volledig door de universiteit bekostigd vierjarig traject, een beurs voor een promotiestudent de universiteit ongeveer 40% minder kost dan een regulier salaris voor een werknemerpromovendus. Hierbij is volgens de RUG geen rekening gehouden met andere kosten voor de universiteit, zoals kosten voor het verzorgen van onderwijs en het begeleiden van deze promotiestudenten.”

Ook heeft de RUG aan de minister laten weten dat door dit experiment 20% meer promovendi kunnen aantrekken. Maar er is nu nog niet te zeggen hoeveel van die promotiestudenten ook daadwerkelijk zullen promoveren dat moet blijken uit de eindevaluatie die OCW laat uitvoeren.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK