Pechtold wijzigt met tegenzin begroting van eigen onderwijsminister

Nieuws | door Frans van Heest
24 september 2018 | De PvdA krijgt brede steun vanuit de Kamer om de korting op het partijkleren in het mbo van €19,5 miljoen te schrappen. D66 ondertekende de motie ook, maar met tegenzin. De extra bezuiniging voor 2019 op het hoger onderwijs van €19,5 miljoen blijft wel overeind.
Foto: Tweede Kamer

Afgelopen vrijdagavond liepen de gemoederen toch nog hoog op in de Kamer, nadat de premier vrij probleemloos door de Algemene Politieke Beschouwingen was gekomen. Het ging om een PvdA-motie om een bezuiniging op het praktijkonderwijs in het mbo te schrappen. Dit was een incidentele bezuiniging van €19,5 mln. op praktijkleren in het mbo. De andere bezuiniging van €19,5 mln op het hoger onderwijs blijft wel overeind. Ook die van de doelmatigheidskorting van €183 mln. De premier vindt deze bezuiniging net als Alexander Pechtold gerechtvaardigd.

Gaat duizenden jongeren raken

In het debat deed Asscher wederom een dringend beroep op de premier om de korting op het praktijkleren te schrappen. Twee dagen eerder in de eerste termijn van de Kamer had hij hier bij verschillende coalitiepartijen ook al op aangedrongen. “Het lijkt mij echt een bizar slecht idee om nu, in deze tijd te gaan bezuinigen op deze jongeren. Ik kan het niet controleren, maar de MBO Raad heeft becijferd dat dit duizenden en duizenden jongeren in het mbo gaat raken. Ik vraag het kabinet dus om meer geld aan de mensen te besteden en ervoor te zorgen dat deze bezuiniging van tafel gaat, in het belang van onze toekomstige vakkrachten en de kansen voor kinderen.”

Rutte was opvallend meegaand en moest erkennen dat oud-vicepremier Asscher een goed punt te pakken had. Deze maatregel was genomen om een gat op de OCW-begroting te dichten. Naast de bezuiniging van €19,5 mln. op het hoger onderwijs, was dit ook een bezuiniging met de ‘minste schade’ volgens de premier. “Als je bezuinigt op de beroepsbegeleidende leerweg, leidt dat natuurlijk tot minder praktijkleerplaatsen en leerwerkplaatsen, wat jammer zou zijn. Daar heeft u gewoon een punt. Maar ja, we moeten ook het geld vinden, dus uiteindelijk moesten we zoeken naar maatregelen met de minste schade. Maar ik kan niet ontkennen dat deze maatregel een effect zal hebben. Daar heeft u gewoon een punt. Dus ik wacht de voorstellen van de heer Asscher op dat punt af.”

De hele Kamer steunt Asscher

Die motie die kwam er ook in de tweede termijn van de Kamer. Asscher stelde in zijn motie dat leerbanen in het mbo zorgen voor 100.000 banen. De PvdA stelde dat bedrijven, de samenleving en deze studenten hard geraakt worden als deze bezuiniging wordt ingeboekt. Zijn verzoek was dan ook om de begroting van OCW met €19,5 mln. te verhogen, zodat afgezien kan worden van deze bezuiniging. De motie werd Kamerbreed ondersteund. Daarmee was het de enige motie van de veertig die werden ingediend die op steun van de hele Kamer kon rekenen.

Een bezuiniging terugdraaien van de eigen OCW-minister viel D66 zwaar. Maar men wilde het onderwijs niet in de kou laten staan. Alexander Pechtold kon het na het voorlezen van de motie door Asscher dan ook niet laten om een oude geschiedenis van twaalf jaar terug onder de neus te wrijven bij de PvdA-leider. Toen de CU, PvdA en het CDA destijds het kabinet Balkenende IV vormden werd er bij de Algemene Beschouwingen van de zestig ingediende moties door de oppositie geen enkele motie ondersteund door de PvdA.

Het waren de eerste Algemene Politieke Beschouwingen van Pechtold, maar hij had er nog een levendige herinnering aan. “De stemmingslijsten werden bij de PvdA-fractie uitgedeeld. Dat gebeurde toen heel snel. Ik kan me nog herinneren wat bovenaan stond, want we zaten ernaast: “overal tegen”. Dat gold voor 60 moties uit de oppositie. Moties waaraan hard was gewerkt en waarmee was geprobeerd om het kabinet tot iets te krijgen.”

U had mijn zetels nodig

Pechtold verbeet zich en wees erop dat zijn partij al meermalen zoals bij het herfstakkoord in 2013 de PvdA had geholpen. D66 hielp toen het kabinet Asscher-Rutte aan een meerderheid in de Eerste- en Tweede Kamer in ruil voor extra geld voor onderwijs. “In de vorige periode was het €650 miljoen: het was niet de PvdA en het was crisistijd, maar het kwam pas toen u de zetels van anderen nodig had.”

Asscher sprak de hoop uit dat ondanks deze geschiedenis, Pechtold toch voor deze motie zou stemmen. “Als de trauma’s uit uw verleden u er nu van zouden weerhouden om voor goede voorstellen te stemmen, bijvoorbeeld voor onderwijs, dan wil ik er in alle toonaarden excuses voor aanbieden: we hebben allerlei dingen verkeerd gedaan met elkaar.”

Punaises op de stoel van de minister van Onderwijs

Pechtold wilde toch nog een keer benadrukken dat hij en zijn partij in het verleden al veel voor het onderwijs had gedaan. “In de vorige periode moest het kabinet vijf jaar lang met een PvdA-minister ongelooflijk veel bezuinigen. Er is één begroting geweest waarop niet bezuinigd is en dat was Onderwijs. Ik heb in de vorige periode weleens gezegd: volgens mij liggen er punaises op de stoel van de minister van Onderwijs. Sterker nog: toen u onze zetels nodig had, bleek dat er nog voor €650 miljoen extra naartoe kon.”

Wat Pechtold bij Asscher maar wilde benadrukken was dat D66 altijd in onderwijs investeert zowel in de coalitie als daarbuiten. “Het was de tijd waarin de PvdA hier in de Kamer riep: de volgende keer gaan we 10 miljard extra naar het onderwijs brengen. Grote plannen werden gepresenteerd. En toen puntje bij paaltje kwam, heeft u niet in uw verkiezingsprogramma opgeschreven dat er geld moest naar de leraren.”

D66 viel het ook zwaar dat Asscher als demissionair minister vorig jaar zomer de begroting voor 2018 pas goed wilde keuren, als de toen onderhandelende partijen voor Rutte III meer zouden investeren in onderwijs. “Daar kwam u mee toen u demissionair was en er onderhandeld werd. En het werd u gegund. Weet u waarom? Omdat ik namelijk geen coalitie, oppositie, demissionair of wat dan ook nodig heb om te zorgen voor het onderwijs. U heeft vijf jaar lang een minister van Onderwijs gehad die daar iets aan had kunnen doen en die het kon doen dankzij de oppositie, de uitgestoken hand van onze kant.”

Asscher bleef vertwijfeld achter na deze reprimande van Pechtold. “Ik begrijp echt absoluut niet waarom de heer Pechtold zo reageert. Ik zal het onthouden: we moeten elkaar niet de maat nemen.” Overigens stemde D66 wel in met de motie om de bezuiniging op het praktijkleren te schrappen.

Er zijn al volop afspraken over arbeidsmarkt in hbo en wo

Op de laatste dag van de APB werd ook nog ingegaan op het plan van Klaas Dijkhoff om het opleidingenaanbod te herzien. De VVD-fractievoorzitter wilde dat in het vervolgonderwijs scherpere keuzes gemaakt worden. Geld kan maar één keer uitgegeven worden en dan maar liever aan opleidingen die ook bijdragen aan de vraag op de arbeidsmarkt.

De premier wilde de kou wat uit de lucht halen wat betreft het pleidooi zijn partijgenoot. “Het ging niet alleen over de arbeidsmarkt, maar in het betoog van de heer Dijkhoff ging het ook over de pendant ervan, de beroepen van de toekomst. Mensen moeten wendbaar en weerbaar zijn op de arbeidsmarkt van de toekomst. Dat vindt het kabinet ook. Wij bevorderen een opleidingsaanbod dat aansluit bij de behoefte op de arbeidsmarkt, de wetenschap en de maatschappij.”

Daarbij verwees de premier ook naar de sectorakkoorden in hoger onderwijs die onlangs zijn gesloten. “We hebben ook sectorakkoorden voor het hoger onderwijs. Dat gaat allemaal over die aansluiting. Heel belangrijk daarbij is de aansluiting op de regionale arbeidsmarkt. Natuurlijk hebben de instellingen in het hoger onderwijs de ruimte om opleidingen te ontwikkelen voor beroepen waarvan zij verwachten dat die in de toekomst zouden kunnen ontstaan.”

Taakstelling alleen op gebouwen

Ook verdedigde de premier de doelmatigheidskorting op OCW van €183 mln. Lodewijk Asscher vroeg of de minister het met hem eens was dat deze bezuiniging niet het primaire proces zou mogen raken. “De heer Pechtold heeft gezegd: die taakstelling kan op de gebouwen in het onderwijs. Die moet dus niet ten koste van de scholen en de leraren zelf gaan. Ik vraag de minister-president om dat nog even voor ons te bevestigen, want dat zou een hele geruststelling zijn.”

De premier kon dit beamen en vond dat Pechtold op dit punt helemaal gelijk heeft. Pechtold had namelijk in de eerste termijn gezegd dat ondanks de forse investeringen in het primair onderwijs deze doelmatigheidskorting redelijk was. Pechtold gaf aan dat het onderwijs wel toe kan met wat minder dure gebouwen en bureaucratie.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK