Weer een stap dichterbij de Einstein Telescoop

Verslag | door Sicco de Knecht
7 september 2018 | In de week dat Maastricht University gastheer is van een grote internationale conferentie over zwaartekrachtsgolven wordt bekend gemaakt dat de komst van de Einstein Telescoop een stap dichterbij is gekomen. Ondertussen groeit de bètafaculteit in Maastricht als kool en ziet decaan Thomas Cleij de zaken een stuk rooskleuriger in dan zijn collega's aan de technische universiteiten. Hij ziet niets in een numerus fixus op bètatechnische opleidingen: “Dat is puur politiek, en gaat niet over de inhoud."
Een zogenaamde binaire ster – Beeld: NASA

Het is een overzichtelijke groep wetenschappers die zich deze week verzamelt in het Maastrichtse congrescentrum MECC om te praten over hun werk aan zwaartekrachtsgolven. “Ik denk dat wel zo ongeveer iedereen die ertoe doet in dit veld er deze dagen is” zegt Thomas Cleij, decaan van de onlangs opgerichte Faculty of Science and Engineering van Maastricht University. “In dit vakgebied publiceert men veelal samen, en daar gaat veel afstemming aan vooraf.”

Team science zorgt voor doorbraak zwaartekrachtsgolven

Behalve de opening en een paar publieke evenementen zijn de sessies op de LIGO/VIRGO meeting besloten, dit om het risico op het uitlekken van ontdekkingen te verkleinen. Wetenschappers van over de hele wereld werken samen aan het detecteren en analyseren van zwaartekrachtsgolven en stemmen deze week tot in detail hun procedures, analyses en schrijfwerk op elkaar af.

De internationale onderzoeksgemeenschap is in grote mate georganiseerd rond de twee detectoren op aarde: LIGO in de Verenigde Staten en VIRGO nabij Pisa in Italië. De data die voortkomt uit de detectie van een golf wordt echter geanalyseerd door onderzoekers in de hele wereld, waaronder in Nederland.

De Einstein Telescoop in Maastricht?

Op de openingsceremonie heet Stan Bentvelsen, directeur van het instituut voor subatomaire fysica Nikhef, de aanwezigen welkom. Voor de internationale bezoekers schetst hij het Nederlandse landschap van zwaartekrachtsonderzoek. “We hebben een nationale strategie waar we een groot aantal universiteiten en onderzoeksinstituten samen hebben gebonden. We kijken er dan ook naar uit om Maastricht te verwelkomen in deze samenwerking.”

Met oog op de toekomst kan Bentvelsen het naar eigen zeggen niet laten om een paar dingen te vertellen over de ontwikkelingen op het gebied van zwaartekrachtsgolven. Het is namelijk geen geheim dat er op dit moment hard gelobbyd wordt om een van de volgende grote zwaartekrachtstelescopen naar Nederland te halen. Het is dan ook geen toeval dat deze meeting plaatsvindt in Maastricht, op een steenworp afstand van waar de zogenaamde Einstein Telescoop – Einstein voorspelde het fenomeen van de zwaartekrachtsgolf in 1916 – mogelijk komt te staan. Deze week werd zelfs bekend dat de EU een groot testproject voor de detector gaat cofinancieren voor €4 miljoen.

De ‘telescoop’ is in feite een set buizen van gelijke lengte waardoor een laserlicht wordt gestuurd. Op het punt waar de buizen aan elkaar verbonden zijn wordt de lichtstraal gesplitst en naar spiegels aan de uiteinden van de tunnelbuizen gestuurd. Deze kaatsen de lichtstraal weer terug naar het beginpunt.

In de ‘normale’ situatie zijn de twee stralen bij terugkomst in principe hetzelfde. Maar wanneer er een rimpeling is opgetreden in de ruimtetijd, bijvoorbeeld doordat er verderop in het heelal twee zwarte gaten op elkaar zijn gebotst, dan ontstaan er minieme verschillen in de eigenschappen van de twee stralen doordat de ruimtetijd buigt.

Een detector van dit type moet enorm gevoelig zijn, zo legt Stan Bentvelsen uit. Deze derde generatie zwaartekrachtstelescopen, waarvan de Einstein telescoop er een is, is nog vele malen gevoeliger dan de tweede generatie waartoe LIGO en VIRGO behoren. Zo wordt de hele installatie ondergronds gebouwd en worden onderdelen permanent gekoeld om zo veel mogelijk ruis af te vangen. Ook moet de Einstein telescoop niet twee, maar drie ‘armen’ krijgen, en naar alle waarschijnlijkheid meerdere stralen, om zo nog nauwkeuriger te kunnen bepalen of er echt een rimpeling is geweest, en waar deze vandaan komt.

30% groei bij bachelors bèta

De Maastrichtse universiteit is trots op het feit dat ze deze LIGO/VIRGO meeting mogen hosten. “Tien jaar geleden had niemand kunnen denken dat er in Maastricht een grote conferentie over zwaartekrachtsgolven zou zijn” zegt Cleij. “Nu hebben we hier gewoon het hele vakgebied op bezoek in Maastricht.” Een direct verband tussen de groei van de faculteit en de Einstein Telescoop wil hij niet leggen. “Dit zijn plannen die pas in 2030 gerealiseerd zullen worden en ze draaien niet alleen om Maastricht, maar we hopen wel een goed onderzoeksklimaat te kunnen bieden vanuit de universiteit.”

In mei doopte de universiteit een van haar faculteiten om naar de Faculty of Science and Egineering – voorheen Science and Humanities. De geesteswetenschappen zullen op termijn verhuisd worden naar andere faculteiten. Het is het plan om de faculteit geleidelijk aan uit te breiden. Cleij: “We willen geen ‘complete’ bètafaculteit worden, we hoeven niet alles te doen.” Hij kiest liever voor wat hij gekscherend een ‘opportunistische’ benadering noemt. “We moeten geen competitie aangaan met velden waar we de competitie niet van kunnen winnen.”

Het afgelopen jaar steeg het aantal studenten met 30% en inmiddels zijn er 175 bachelorstudenten in het Science programma en 150 bij Data Science & Knowledge Engineering. Er is bewust gekozen voor programma’s met veel ruimte voor de individuele keuzes. “Disciplines bestaan niet meer in de bachelor” legt Cleij uit. “Wij kiezen ervoor om studenten zelf te laten bepalen hoe disciplinair ze zich willen ontwikkelen.” Een opvallend cijfer uit Maastricht: de helft van de studenten in de beide programma’s is vrouw. Dat is een verdeling die lang niet alle andere (technische) universiteiten halen.

“De strikte scheiding tussen disciplines en ook tussen technische universiteiten en universiteiten met een bèta-technische tak werkt remmend.” Hij ziet juist heel veel voordelen in het werken over de grenzen van disciplines, en tussen instellingen. Gevraagd naar de noodkreet die te horen is vanuit de technische universiteiten moet Cleij een beetje lachen. Hij is duidelijk niet onder de indruk van het drukmiddel van selectie aan de poort bij technische opleidingen. “Dat is puur politiek, en gaat niet over de inhoud. Als je als opleiding of faculteit bewust groeit dan kun je met de huidige bekostiging gewoon uit de voeten.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK