Wie zich verdiept in een andere taal vergroot zijn eigen wereld

Nieuws | door Frans van Heest
19 september 2018 | “We bieden Engelstalig onderwijs aan zónder het Nederlands te verkwanselen. Kort gezegd, onze taalkeuze is ‘BON-proof.’” UM-voorzitter, Martin Paul zet uiteen waarom meertaligheid op zijn universiteit zo belangrijk is.
Martin Paul – Foto: Harry Heuts

Een jaar geleden werd Martin Paul al gevraagd om Dr. Lou Spronck-lezing te geven over meertaligheid. Een jaar waarin veel gebeurd is op het gebied van verengelsing en er zelfs een rechtszaak gevoerd is tegen de Universiteit Maastricht over het taalbeleid. Genoeg om bij stil te staan voor de voorzitter van de Universiteit Maastricht, bij de tweede Dr. Lou Spronck-lezing. Tijdens zijn leven heeft Lou Spronck aan het Jeanne d’Arc College in Maastricht als leraar, conrector en rector, maar vooral in de tijd erna gepubliceerd over de Limburgse geschiedenis. Met de instelling van deze lezing wil de UM-leerstoel ‘Taalcultuur in Limburg’ het belang van excellent onderzoek naar taal en cultuur in Limburg zichtbaar maken.

De Maastrichtse voorzitter ging bij de lezing in hoe hij persoonlijk staat tegenover meertaligheid. Hij zette op persoonlijke titel uiteen wat de visie van hem en de UM is op meertaligheid. “Met veel plezier geef ik vandaag gehoor aan de uitnodiging om deze Dr. Lou Spronck-lezing te mogen houden. Taal ligt mij na aan het hart. En ook op de Universiteit Maastricht, waar ik voorzitter ben van het College van Bestuur, speelt taal een prominente rol.”

Martin Paul ging verder in op hoe hij als Duitser afkomstig uit het grensgebied tussen Duitsland en Frankrijk, een levend voorbeeld is van meertaligheid. “Wie zich verdiept in een andere taal, vergroot zijn eigen wereld. Ik groeide op een steenworp afstand van de Franse grens op, in het Saarland, waardoor ik die taal min of meer met de paplepel kreeg ingegoten. Ik spreek op verschillende niveaus vier talen. Dat zijn vier culturele ontdekkingstochten en vier unieke mogelijkheden tot het aanknopen van vriendschappelijke relaties of samenwerking. Wie Frans – of welke andere taal dan ook – leert, leert ook iets van de cultuur, de omgangsvormen. Elke nieuwe taal opent nieuwe mogelijkheden. Daarnaast spreek ik uiteraard ook nog „ Saarlaendisch“ – het dialect van de regio waar ik opgroeide.”

Leren van een vreemde taal is een overlevingsstrategie

Tijdens zijn studie en later bij zijn werk als onderzoeker aan Harvard bleek wel hoe belangrijk die taal is. “Gedurende mijn academische loopbaan heb ik een aantal keren op verschillende plekken gewoond en gewerkt. Zo verbleef ik, samen met mijn Amerikaanse vrouw, langere tijd op Harvard. Was ik het Engels niet machtig geweest, dan zou dat een heilloze zaak zijn geweest. Niet alleen omdat Engels de academische voertaal is, maar ook omdat men zonder Engels geen deel kan hebben aan het sociale Umfeld. Het leren spreken van een vreemde taal is dus ook een overlevingsstrategie.”

Het Nederlands is hij nog niet zo heel lang machtig, dat heeft de UM-voorzitter geleerd toen hij naar Nederland kwam. “Tien jaren geleden heb ik voor mijn functie als hoogleraar in Maastricht Nederlands geleerd. Dat was tijdens een onderdompelingscursus in Spa. Het leren van weer een nieuwe taal betekende ook de ontsluiting van een relatief onbekende cultuur. Je breekt door bestaande vooroordelen heen en leert een andere cultuur en diens uitingsvormen echt kennen.”

Taal is een middel en geen doel

Verderop in zijn lezing ging de Duitse UM-voorzitter in op een nieuwe taal die volgens hem sinds midden jaren negentig in opkomst is. “In het internationale handelsverkeer is vanaf ongeveer 1995 het ‘globish’ ontstaan. Deze nieuwe taal zou je de lingua franca van de globalisering kunnen noemen. Zij leent zich verder uitstekend als middel om informatie in wetenschap en techniek uit te wisselen. Ik sta hier allerminst negatief tegenover. Taal is immers dynamisch en altijd in ontwikkeling. Globish betreft een samentrekking van Global en English, een soort wereldengels dus. Taal is in dit opzicht een middel en geen doel.”

“Nogmaals, ik heb het nu niet over disciplines waarbij het juist draait om de taal en de taalbeheersing zoals geneeskunde, Nederlandse taal en letterkunde en Nederlands recht. Bij die vakgebieden is het juist zaak dat de taal zo goed mogelijk wordt verzorgd, dat er, zoals Dr. Lou Spronck het zou zeggen, aan de taal wordt geschaafd. Beschaving en verzorging van taal gaan hand in hand.”

Als ik mij zou schamen zou ik geen enkele taal durven spreken

Dit nieuwe ‘globish’ past helemaal in de pragmatische blik van Paul ten aanzien van het Engels aan zijn universiteit. “Mijn houding ten aanzien van taal is er dus primair een van pragmatisme. Als het werkt, werkt het. Niet zozeer de klank, als wel de inhoud, en de manier hoe je een boodschap brengt, is in mijn optiek leidend. Bij het leren van een nieuwe taal gaat het erom dat je je zo snel mogelijk verstaanbaar maakt. Als ik me nog zou schamen om mijn accent zou ik waarschijnlijk geen enkele taal meer durven spreken.”

De Maastrichtse voorzitter maakte vervolgens de overstap naar het taalbeleid aan zijn universiteit. “Onze Universiteit speelt in op Europese en mondiale ontwikkelingen. We zijn de meest internationaal georiënteerde universiteit van Nederland met de meest internationale studentenpopulatie. Daar zijn we trots op. Want wetenschap is anno 2018 per definitie een internationale aangelegenheid. Hoe verhouden we ons tot de wereld?, is de hamvraag. Dat betekent allereerst dat het Engels in de meeste disciplines de wetenschappelijke voertaal is.”

Gespeend van enige feitenkennis ging BON nat bij de rechter

Ondanks het evidente belang van het Engels aan de UM kreeg de Limburgse universiteit toch een kort geding aan de broek van Beter Onderwijs Nederland. “De lobbyorganisatie Beter Onderwijs Nederland (BON) roerde zich behoorlijk en sleepte ook de Universiteit Maastricht voor de rechter vanwege de verengelsing van het onderwijs. Ik durf hier gerust hardop te zeggen dat de aantijging gespeend was van enige feitenkennis. Bovendien kun je ook nog vraagtekens plaatsen bij het feit dat men een juridische weg verkoos boven een politiek-maatschappelijke discussie hierover.”

“Lang verhaal kort: BON is in een kort geding nat gegaan. Wij hadden niet anders verwacht. Al onze keuzes zijn goed gemotiveerd, zorgvuldig en weloverwogen genomen. We bieden Engelstalig onderwijs aan zónder het Nederlands te verkwanselen. Kort gezegd, onze taalkeuze is „BON-proof“.”

Ook ging Martin Paul in op de kritiek dat buitenlandse studenten de schatkist alleen maar geld zouden kosten. “Ook lees je veelvuldig in de krant dat er mensen zijn die de aanwezigheid van buitenlandse studenten als een aanslag beschouwen op onze schatkist. Men plaatst vraagtekens bij de waarde van internationale studenten voor de samenleving. De Nederlandse burgers betalen immers voor iedere student belasting. Laat me deze twee misvattingen voor eens en voor altijd uit de wereld te helpen.”

“Laat ik beginnen met de verengelsing. Ik heb eerder aangegeven dat het Engels in de academische wereld, maar ook in de wereld van de mondiale employability (om eens een goed ingevoerd Nederlands anglicisme te gebruiken) de gangbare taal is. Geen wonder dat we dus stevig inzetten op lesprogramma’s in het Engels. Het Engels opent deuren. Al in 2003 is er door de universiteit een duidelijk taalbeleid opgesteld. We staan nu in 2018 echter aan de vooravond van een verversing.”

Engels is het talige smeermiddel van de academische wereld

Het is zeker niet zo dat de UM alleen maar Engelstalige opleidingen aanbiedt en dat de buitenlandse- studenten niet geïnteresseerd zouden zijn in het Nederlands “Onze benadering van taal is daarbij integratief en pragmatisch. Engels is het talige smeermiddel van de academische wereld. We hebben uiteraard grote Nederlandstalige opleidingen in huis, zoals geneeskunde, Nederlands recht en fiscale economie. En we moedigen tegelijkertijd buitenlandse studenten aan om Nederlands te leren, door alle eerstejaars een gratis introductiecursus Nederlands aan te bieden.”

“85% van de buitenlandse studenten maakt daar daadwerkelijk gebruik van. Waarom? Omdat ze beter willen integreren en iets van de Nederlandse en Limburgse cultuur willen proeven. Dus dat de buitenlandse studenten geen interesse zouden hebben in de lokale gemeenschap is grote onzin.”

Uiteraard zijn er problemen

Toch moest de voorzitter van de UM erkennen dat het niet altijd goed gaat met internationale studenten, maar dat doet geen afbreuk aan de voordelen. “De interactie tussen studenten en plaatselijke bevolking is mijns inziens in principe goed. Uiteraard zijn er ook problemen, dat wil ik niet ontkennen, zoals overlast door studenten. Dat is een aspect waar we iets aan moeten doen. Maar ik wil toch benadrukken dat in de meeste gevallen er sprake is van een goede integratie. Buitenlandse studenten voelen zich in Maastricht thuis.”

Na de toespraak was er nog een kort vraaggesprek met het toegestroomde publiek. Een vraag vanuit de zaal ging over de beheersing van het Nederlands onder studenten. Martin Paul benadrukte dat in dat geval vaak te makkelijk wordt gewezen naar de universiteit. “Vaak wordt gezegd: ‘omdat universiteiten alles in het Engels doen verwatert het Nederlands.’ Dames en heren hier ligt ook een taak voor de basis- en middelbare scholen, die zijn minder tijd aan taalonderwijs gaan besteden. Dat is ook een reden dat het Nederlands is verwaterd. Als we het taalniveau willen verhogen dan moeten we niet alles op het bordje van universiteiten schuiven. Dan is het misschien ook wel een beetje te laat.”

Woordenschat is maar een miniem deel van je taalgebruik

Ook een promovenda van de leerstoel ‘Taalcultuur in Limburg’, Pomme van de Weerd mengde zich in het de discussie over Nederlandse taalvaardigheid op een Engelstalige opleiding. Zelf heeft zij gestudeerd aan het University College in Utrecht en aan de UU. “Ik heb mijn bachelor en master bijna volledig in het Engels gedaan. Ik kan beamen dat het in het begin lastig was om in het Nederlands uit te leggen wat ik deed. Ik was dat niet gewend, maar dat gaat ook heel snel weer over. Dat is ook wat taalkundige onderzoeken laten zien. Het versterken van één taal kan er tijdelijk voor zorgen dat een andere taal minder vloeiend wordt, om het zo te zeggen. In veel gevallen gaat dat vooral over woordenschat. Het wordt lastiger om een bepaald woord te vinden.”

Nu de Maastrichtse promovendus voor haar onderzoek weer veelvuldig het Nederlands gebruikt is dat probleem ook weer snel opgelost, zo merkt zij. “Woordenschat is maar een miniem deel van je taalgebruik. Taalgebruik gaat over veel meer: het gaat wel over woordenschat maar ook over structuur en pragmatiek. Dat wordt allemaal niet aangetast. Met het weer vaker gebruiken van het Nederlands zoals hier met mijn promotie is dat probleem weer volledig opgelost.”

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK