Binnenhalen is niet moeilijk, binnenhouden wel

Verslag | door Tim Cardol
23 oktober 2018 | "Het idee van een quotum wordt vaak heel snel van tafel geveegd, maar dat lijkt me onterecht," zegt Aminata Caïro (Haagse Hogeschool) in gesprek met collega-lectoren over diversiteit en inclusie.
Machteld de Jong, Aminata Caïro en Saniye Celik – Foto: Tjakko Bloemendaal

Op de G5 Studiemiddag op de Hogeschool Leiden gingen onderzoekers en beleidsmakers met elkaar in gesprek over het thema diversiteit en inclusie. In het plenaire debat discussieerden lectoren Saniye Çelik (Hogeschool Leiden), Machteld de Jong (Inholland) en Aminata Caïro (Haagse Hogeschool) stonden vooral nut en noodzaak van het instellen van diversiteitsquota in het hoger onderwijs in de belangstelling.

Quotum werkt alleen in samenhang met andere maatregelen

“Het idee van een quotum wordt vaak heel snel van tafel geveegd, maar dat lijkt me onterecht,” zegt Caïro. “Het werkt, dat zie je in de Verenigde Staten, maar het moet wel in samenhang met andere relevante maatregelen ingezet worden.” In de eerste plaats moet er volgens haar een minimum aan diversiteit zijn in een organisatie om een plek te zijn waar ook minderheden zich thuis voelen. “Binnenhalen is namelijk niet zo moeilijk, het is het binnenhouden dat veel moeilijker is.”

De Jong beaamt die visie, maar heeft meer twijfels bij quota. “Vanuit mijn professie zeg ik ja tegen quota, want het duurt echt veel te lang voor het onderwijs echt een afspiegeling van de maatschappij is,” zegt de Inholland-lector. “Maar persoonlijk zou ik niet uitgenodigd willen worden puur om het feit dat ik blond en vrouw ben.”

Çelik is geen voorstander van quota. “Ik kies voor belonen. Quota zijn een dwangmiddel. Ik denk dat het succes van diversiteitsbeleid te maken heeft met leiderschap. Het heeft ook te maken met het klimaat op de werkvloer. Met hoe je wordt behandeld als je eenmaal binnen bent.” Ook Caïro herkent dat laatste. “Uit onderzoek blijkt ook dat minderheden in een organisatie vaker het gevoel hebben niet gehoord te worden. Dat gevoel is heel sterk. Het gaat er om dat je als mens herkend wordt. Dat mensen niet verbaasd zijn dat je gewoon je werk goed doet.”

Niet alleen de docent is verantwoordelijk

Hoe uitsluiting er in de praktijk uitziet, wordt later tijdens de studiemiddag duidelijk tijdens een workshop waarin (oud-)studenten van de HvA vertellen over zogeheten micro-agressies. De studenten vertellen over docenten en medestudenten die voor de zoveelste keer vragen ‘maar waar kom je echt vandaan’ en over hoe het voelt als mensen steeds maar aan je haar willen zitten. “Het voelt als het prikken van een mug. Een keer is niet erg, maar als het heel vaak gebeurt wel.”

Waar het volgens de studenten om gaat is dat de ‘micro-agressies’ een ongelijkheid impliceren waarbij ze verwijzen naar een column die Nazmiye Oral onlangs in het televisieprogramma De Nieuwe Maan uitsprak. “De vernedering is dat ik telkens pogingen doe om dichterbij te komen, en dat jij zegt: ‘he hallo, je bent al dichtbij genoeg, wat is je probleem?’”

De Jong “Het gaat er om dat je gezien en gewaardeerd wordt en tegelijkertijd kunt zijn wie je bent. Inclusie is een noodzaak in het hoger onderwijs.” Toch denkt collega lector Çelik dat je de verantwoordelijkheid voor inclusie niet alleen op het bord van de docent kunt schuiven. “We moeten ophouden met alle maatschappelijke problemen over het hekje van de docent te gooien.”

Caïro vindt dat niet alleen de docent hier verantwoordelijkheid draagt. “Het ligt veel breder, in het hele instituut.” Niettemin benadrukt De Jong dat het toch de docent is die hierin van groot belang is. “De rol die een docent heeft op in het leven van jongeren is veel groter dan ze zelf soms beseffen.”

Hogeschool Leiden-voorzitter Sander van den Eijnden benadrukt tijdens de studiemiddag nog het belang van een goed gesprek over diversiteit en inclusie. “De Randstad is een van de meest verstedelijkte gebieden van West-Europa. Daar worden andere discussies over dit thema gevoerd dan bijvoorbeeld in Zwolle of Heerlen.”

Volgens Van den Eijnden hebben hogescholen de verantwoordelijkheid die verscheidenheid aan studenten te begeleiden in hun volwassenwording. Daarbij wijst hij op het beleidspunt van de hogeschool dat docenten hun leerlingen echt moeten kennen. “In het hbo gaan studenten in een hele steile curve naar een professionele identiteit toe. Het is heel belangrijk dat we onze studenten steunen en tegelijkertijd eisen stellen aan hun eigen verantwoordelijkheid.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK